Zorgtoeslag en huurtoeslag nemen verder toe, kinderopvangtoeslag daalt opnieuw
Het Rijk keerde in 2013 ruim 10,4 miljard euro uit aan inkomensafhankelijke toeslagen voor wonen, zorg en kinderen. Dit is 0,3 miljard euro meer dan een jaar eerder. De stijging is het resultaat van de toename van de zorgtoeslag en de afname van de kinderopvangtoeslag. Het Rijk keerde 2,4 miljard euro uit aan huurtoeslag, 6 procent meer dan in 2012. De uitgaven voor het kindgebonden budget zijn vrij stabiel en bedroegen 0,9 miljard euro. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
Zorgtoeslag verdubbeld
In 2013 is 5,1 miljard euro aan zorgtoeslag uitgekeerd, een verdubbeling sinds de introductie in 2006. De toename is vooral toe te schrijven aan de stijging van de basispremie en het eigen risico voor de zorgverzekering. Om de toenemende kosten een halt toe te roepen, zijn de afgelopen jaren de criteria voor het ontvangen van een zorgtoeslag verscherpt. Hierdoor nam het aantal huishoudens dat recht heeft op zorgtoeslag af, van 4,5 miljoen in 2012 tot 4,3 miljoen in 2013 (57 procent van alle huishoudens). Desondanks nam de totale uitgekeerde zorgtoeslag in 2013 met ruim een half miljard euro toe. Dit komt vooral doordat de laagste inkomens dat jaar compensatie ontvingen voor de verhoging van het eigen risico.
Inkomensafhankelijke toeslagen, 2006–2013
Daling kinderopvangtoeslag zet door
De uitgekeerde kinderopvangtoeslag daalde in 2013 voor het vierde achtereenvolgende jaar. In dat jaar ontvingen ouders 1,9 miljard euro steun voor kinderopvang, tegen bijna 3 miljard euro in het recordjaar 2009. Deze ontwikkeling komt door een combinatie van versobering van de kinderopvangtoeslag en de economische tegenwind van de afgelopen jaren.
Voor het eerst sinds de introductie van de kinderopvangtoeslag in 2005 nam het aantal ontvangers af, van 537 duizend huishoudens in 2012 tot 496 duizend huishoudens in 2013 (7 procent van alle huishoudens).
Meeste toeslag voor laagste inkomens, kinderopvangtoeslag vooral voor hogere inkomens
Toeslagen zijn afhankelijk van het inkomen en in 2013 ook van het vermogen – dit laatste geldt niet voor de kinderopvangtoeslag. De huurtoeslag laat het duidelijkst het inkomensafhankelijke karakter zien: huishoudens die tot de 30 procent met de laagste besteedbare inkomens behoorden, ontvingen 70 procent van het bedrag dat aan huurtoeslag werd uitgegeven.
De kinderopvangtoeslag ging daarentegen vooral naar de hogere inkomens: meer dan helft van het totale bedrag ging naar de 30 procent huishoudens met de hoogste besteedbare inkomens.
Inkomensafhankelijke toeslagen per inkomensgroep (besteedbaar inkomen), 2013*
Zorgtoeslag ook vaak voor hogere inkomens
Ook de zorgtoeslag komt vooral bij de laagste inkomens terecht, toch vloeide ook een flink bedrag naar de hoogste inkomens. Van de 30 procent huishoudens met de laagste besteedbare inkomens ontving 85 procent in 2013 zorgtoeslag, in de hoogste 30 procent ruim drie op de tien. In deze hoogste inkomensklassen is de zorgtoeslag doorgaans voor een inwonend meerderjarig kind met een laag, eigen inkomen.
Van de huurtoeslag profiteerde 17 procent van de huishoudens. Van de huishoudens uit de tweede 10-procentsgroep van het besteedbare inkomen ontving ruim de helft huurtoeslag.
Huishoudens met een toeslag per inkomensgroep (besteedbaar inkomen), 2013*
Bron:
Huishoudens met toeslagen per inkomensgroep (besteedbaar inkomen)
Downloads
- Tabel - 4138-maatwerk-nieuw