Auteur(s): Suzanne van Bronswijk & Willem Gielen
Zitgedrag op werkdagen

1. Inleiding

Veel zitten en weinig bewegen gaan gepaard met aanzienlijke gezondheidsrisico’s, waaronder een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, diabetes type II, bepaalde vormen van kanker en depressieve klachten (Patterson et al., 2018; Hermelink et al., 2022; Zhou et al., 2023). Naast de effecten op de individuele gezondheid leidt dit ook tot hoge maatschappelijke kosten (Heron et al., 2019). Ondanks de groeiende bewustwording van de negatieve effecten van langdurig zitten, blijft Nederland een van de koplopers. Nederland wordt zelfs de ’Europees kampioen zitten’ genoemd, met 26 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder die dagelijks meer dan 8,5 uur zit per werkdag. Dat is het hoogste percentage binnen Europa (TNO, 2024a).

Een aanzienlijk deel van deze uren wordt zittend doorgebracht tijdens werk. Hierdoor wordt zittend werk gezien als een "versneller van de pandemie van leefstijlziekten" (Renauda et al., 2024). Een beter inzicht in het zitgedrag van werknemers kan waardevolle handvatten bieden voor zowel werkgevers als beleidsmakers bij het ontwikkelen van gerichte interventies. Dit sluit aan bij de ambities die aan het begin van de regeerperiode van kabinet-Schoof zijn geuit. Dat gaf aan zich in te zetten voor duurzame arbeidsparticipatie en het terugdringen van ziekteverzuim als strategie tegen de arbeidskrapte (Regeerprogramma kabinet-Schoof, 2024). Daarnaast wordt het verkrijgen van meer inzicht in de voortdurend veranderende arbeidsmarkt benoemd als maatschappelijke opgave in het meerjarenplan van het CBS (CBS, 2023). Zo voert het CBS onder andere samen met TNO jaarlijks de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) uit om de arbeidsomstandigheden van werknemers in kaart te brengen. 

Uit de NEA blijkt dan ook dat werknemers in 2023 gemiddeld 8,7 uur per werkdag zittend doorbrachten (TNO, 2024b). Het aantal zituren varieert sterk tussen bedrijfstakken en beroepen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en VeiligheidNL hebben op basis van de Leefstijlmonitor (LSM) ook cijfers gepubliceerd over zitgedrag onder verschillende bevolkingsgroepen, waaronder werknemers, kinderen en volwassenen zonder betaald werk (RIVM, 2022a; VeiligheidNL, 2023). Hieruit blijkt dat mensen de afgelopen jaren steeds meer uren op een dag zijn gaan zitten. Dit wordt grotendeels toegeschreven aan de toename van zowel zittend werk als aan vrijetijdsactiviteiten waarbij mensen zitten zoals het gebruik van computers, tablets, smartphones en televisie. Hoogopgeleide jongeren blijken gemiddeld de meeste uren per dag zittend door te brengen.

In dit artikel wordt verslag gedaan van een uitbreiding op eerder onderzoek. Hierbij wordt gedetailleerder ingegaan op het zitgedrag van werknemers tijdens werk en vrije tijd op een gemiddelde werkdag. Niet-werkenden en zelfstandigen vallen buiten de doelpopulatie van dit artikel. Er wordt rekening gehouden met zowel werkgerelateerde factoren, zoals thuiswerken en beeldschermwerk, als achtergrondkenmerken van werknemers, zoals leeftijd en de samenstelling van het huishouden.

De volgende onderzoeksvragen staan centraal:

  1. Hoeveel tijd brengen werknemers per werkdag zittend door tijdens hun werk? Hoe verschilt dit over de jaren, tussen verschillende beroepen en welke invloed hebben werkgerelateerde factoren zoals thuiswerken, beeldschermwerk en de arbeidsduur? Welke achtergrondkenmerken van werknemers zijn van invloed op het zitgedrag?
  2. Hoeveel tijd besteden werknemers op een werkdag zittend in hun vrije tijd? Tijdens welke activiteiten wordt gezeten en welke werkgerelateerde factoren en achtergrondkenmerken van werknemers spelen hierbij een rol? Hoe verschilt het aantal zituren in de vrije tijd tussen beroepen? 
  3. Is er een verband tussen het aantal zituren op het werk en in de vrije tijd op werkdagen? Verschilt dit per beroepsklasse en hang dit samen met werkgerelateerde factoren zoals thuiswerken, beeldschermwerk en de arbeidsduur?