Auteur: Astrid Pleijers, Jesper van Thor
Arbeidsongevallen en beroep

6. Samenvatting en conclusie

Het doel van dit artikel is tweeledig. Allereerst brengt dit artikel in kaart welk deel van de werkenden in Nederland slachtoffer wordt van een arbeidsongeval, hoe dit percentage zich ontwikkelt over de tijd en hoe de situatie in Nederland zich verhoudt tot andere landen in de EU (paragraaf 2). Ook de oorzaken van arbeidsongevallen en de meest voorkomende letsels en medische behandelingen komen aan de orde. Het percentage werknemers dat naar eigen zeggen slachtoffer was van een arbeidsongeval met ten minste één dag verzuim was in 2021 met 1,3 procent een fractie hoger dan in 2020, maar nog altijd lager dan in de pre-corona jaren. Ernstige arbeidsongevallen met vier of meer dagen verzuim komen in Nederland minder voor dan gemiddeld in EU-lidstaten. De meest ernstige vorm, dodelijke arbeidsongevallen, komt in Nederland zelfs het minst voor van alle landen binnen de EU. De meestvoorkomende oorzaak van arbeidsongevallen is volgens werknemers psychische overbelasting. Het meestvoorkomende letsel is ontwrichting, verstuiking of verrekking.

Het tweede doel van dit artikel is antwoord geven op de vraag in hoeverre het percentage arbeidsongevallen met verzuim samenhangt met het beroep dat werknemers uitoefenen en welke andere kenmerken van het bedrijf, het werk en de werknemer daarbij een rol spelen. In paragraaf 4 is besproken hoe arbeidsongevallen verschilden tussen beroepen in 2021. Van alle werknemers die in 2021 slachtoffer waren van een bedrijfsongeval met verzuim had ruim een kwart een technisch beroep. Ook zijn slachtoffers van een ongeval met verzuim vaak terug te vinden in zorg en welzijn beroepen of binnen transport en logistiek. Op een meer gedetailleerd niveau zijn het de verzorgenden die het vaakst slachtoffer raakten van een arbeidsongeval dat verzuim tot gevolg had. 

Wanneer hierbij rekening gehouden wordt met het aantal werknemers per beroepsklasse, zijn er drie beroepsklassen waarin het percentage arbeidsongevallen in 2021 flink hoger dan gemiddeld lag, het hoogst in de transport- en logistiekberoepen. Van alle werknemers in die beroepsklasse had in 2021 2,8 procent een ongeval met verzuim. Ook onder technici en werknemers met een agrarisch beroep kwam dit verhoudingsgewijs vaak voor. Meer specifiek komt dit binnen beroepsgroepen met 5,6 procent het meest voor bij automonteurs.

Paragraaf 5 laat zien dat de verschillen tussen beroepen op het gebied van arbeidsongevallen met verzuim samenhangen met kenmerken van het bedrijf of werk en met kenmerken van de werknemer. Voor deze verdiepende multivariate analyses is gebruikgemaakt van logistische regressiemodellen en de analyses zijn gebaseerd op de gehele periode 2014-2021. Er bestaat een samenhang tussen de beroepsklasse van werknemers en het percentage personen dat slachtoffer is van een arbeidsongeval met verzuim. Na toevoeging van zowel kenmerken van bedrijf of werk als kenmerken van de werknemer, zijn de verschillen tussen beroepsklassen kleiner. Dat betekent dat deze beroepsklassen andere kenmerken hebben die gepaard gaan met een relatief hoog percentage arbeidsongevallen. Zo blijkt dat dit bij werknemers in agrarische beroepen met name geldt voor lawaai en fysiek belastend werk. Bij de technische beroepen betreft het vooral een lawaaierige werkomgeving, fysiek belastend werk en het werken met gevaarlijke stoffen. En bij werknemers in de transportberoepen heeft het behalve met fysiek zwaar werk ook te maken met een geringere autonomie en het werken in ploegendiensten.

Na toevoeging van werkgerelateerde kenmerken en kenmerken van de werknemer zijn het de werknemers met een agrarisch beroep die van alle beroepsklassen de grootste kans lopen slachtoffer te worden van een bedrijfsongeval dat resulteert in verzuim. In dit meest uitgebreide model wijkt het percentage arbeidsongevallen voor vier beroepsklassen niet langer significant af van het gemiddelde, waar dit in het model met alleen beroepsklasse als verklarende variabele wel nog het geval was. Dit is het geval voor de pedagogische beroepen, zorg en welzijn beroepen, creatieve en taalkundige en de overige beroepen. 

Opgemerkt dient te worden dat dit onderzoek ook enige beperkingen kent. Zo zijn bij de multivariate analyse geen zelfstandigen meegenomen. De analyse is enkel uitgevoerd voor de groep werknemers. De uitkomsten kunnen hierdoor niet gegeneraliseerd worden naar de hele werkende populatie. Zelfstandig ondernemers hebben een iets kleinere kans op een arbeidsongeval (paragraaf 2.1). Het zou interessant zijn om in de toekomst met aanvullende data na te gaan of de resultaten anders zijn als de gehele groep werkenden onderwerp van studie wordt.