Profiel van flexwerkers in Nederland, 2003-2019

6. Ontwikkelmogelijkheden op het werk

Flexwerkers hebben in vergelijking met vaste werknemers minder baan- en werkzekerheid (Kuhn-Nelen, Smits, de Vries, 2019). Ze hebben vaker te maken met baanverlies en moeten vaker op zoek naar ander werk. Volgens de WRR (2007) is het voor deze groep daarom van belang dat ze hun kennis en vaardigheden op peil houden. Dat kan door het volgen van cursussen of opleidingen (formeel leren) maar ook door tijdens het werk te leren (informeel leren). Uit eerder onderzoek is gebleken dat werkenden het meest leren van nieuwe en uitdagende werkzaamheden, en het minst van alledaagse routinewerkzaamheden (Borghans et al., 2014, Ellström, 2001). De mate van autonomie in het werk wordt daarom vaak als indicator voor de leermogelijkheden op het werk genomen.

Flexwerkers nemen minder deel aan opleidingen of cursussen dan vaste werknemers (Forrier en Sels, 2005; Fouarge et al., 2012; Künn-Nelen et al., 2018). Wel blijkt er een aanzienlijk verschil in de mate waarin de verschillende soorten flexwerkers deelnemen aan cursussen. Werknemers die uitzicht hebben op een vast dienstverband, werknemers die een lang tijdelijk contract hebben en zzp’ers die hun eigen arbeid aanbieden doen dit het meest. Ongeveer de helft van deze flexwerkers geeft aan een cursus of opleiding te hebben gevolgd. Oproepkrachten, werknemers met wisselende uren, werknemers met korte tijdelijke contracten, uitzendkrachten en zzp’ers die producten verkopen rapporteren een veel lagere deelname aan werkgerelateerde cursussen. 

6.1 Werkenden die in de voorafgaande twee jaar een cursus of opleiding hebben gevolgd, 2019
Arbeidsrelatie (%)
Werknemer, vast56,0
Werknemer tijdelijk, uitzicht op vast53,6
Werknemer tijdelijk >= 1 jaar50,9
Zzp-eigen arbeid 1)49,2
Werknemer tijdelijk < 1 jaar35,7
Uitzendkracht34,0
Werknemer vast, geen vaste uren32,6
Oproep/-invalkracht29,2
Zzp-producten 1)26,5
Werknemer tijdelijk, geen vaste uren24,2
Bron: CBS, TNO
1) Zzp-eigen arbeid en zzp-producten betreft alleen zelfstandig ondernemers zonder personeel.


Over het algemeen blijken de flexwerkers die het minst deelnemen aan cursussen ook degenen te zijn die de minste autonomie op het werk hebben (figuur 6.2). Dat geldt vooral voor de oproepkrachten en uitzendkrachten. Een uitzondering vormt de groep zzp-producten. Deze neemt weinig deel aan cursussen en heeft tegelijkertijd een grote mate van autonomie. Het is echter de vraag of de mate van autonomie ook voor alle zelfstandigen een goede maat is voor de leermogelijkheden die het werk biedt, aangezien een zelfstandige per definitie niet werkzaam zou moeten zijn in een hiërarchische (ondergeschikte) relatie, waarbij de werkzaamheden volledig door anderen worden bepaald. Uit figuur 6.3 blijkt overigens wel dat zzp’ers, zowel zzp-eigen arbeid als zzp-producten, het minst vaak aangeven ontevreden te zijn met de leermogelijkheden die hun werk biedt.

6.2 Werkenden met hoge mate van autonomie op het werk, 2019
ArbeidspositieVeel autonomie (%)
Zzp-producten 1)89,9
Zzp-eigen arbeid 1)87,3
Werknemer, vast62,4
Werknemer tijdelijk, uitzicht op vast55,0
Werknemer tijdelijk >= 1 jaar47,9
Werknemer vast, geen vaste uren43,0
Werknemer tijdelijk < 1 jaar36,9
Werknemer tijdelijk, geen vaste uren36,8
Uitzendkracht31,0
Oproep/-invalkracht30,3
Bron: CBS, TNO
1)Zzp-eigen arbeid en zzp-producten betreft uitsluitend zelfstandig ondernemers.


De flexwerkers die zowel weinig formele als informele leermogelijkheden hebben, te weten de oproepkrachten en de uitzendkrachten, zijn het vaakst ontevreden met de leermogelijkheden op het werk. De groepen flexwerkers die goed scoren op zowel formele als informele leermogelijkheden, de werknemers met uitzicht op een vast dienstverband en de werknemers met lange tijdelijke contracten, zijn veel minder vaak ontevreden over de leermogelijkheden.

6.3 Werkenden die ontevreden zijn over leermogelijkheden op het werk, 2019
Positie in de werkkringOntevreden over leermogelijkheden (%)
Uitzendkracht28,5
Oproep/-invalkracht25,2
Werknemer tijdelijk, geen vaste uren24,7
Werknemer tijdelijk < 1 jaar22,9
Werknemer vast, geen vaste uren21,9
Werknemer tijdelijk >= 1 jaar15,7
Werknemer, vast15,4
Werknemer tijdelijk, uitzicht op vast12,9
Zzp-eigen arbeid 1)6,2
Zzp-producten 1)6,0
Bron: CBS, TNO
1)Zzp-eigen arbeid en zzp-producten betreft uitsluitend zelfstandig ondernemers.