Veiligheidsbeleving van slachtoffers van criminaliteit

Technische toelichting

Gegevensbron

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van gegevens uit de Veiligheidsmonitor 2019 (CBS, 2019). De Veiligheidsmonitor is een grootschalige enquête onder de bevolking in Nederland van 15 jaar en ouder over thema’s als leefbaarheid en overlast in de buurt, veiligheidsbeleving, slachtofferschap van criminaliteit en aanverwante onderwerpen. De dataverzameling van de Veiligheidsmonitor vindt plaats in de maanden augustus tot en met november door middel van internetvragenlijsten en papieren vragenlijsten. In 2019 deden in totaal ruim 135 duizend mensen mee aan het onderzoek. De publicatie Veiligheidsmonitor 2019 is op de CBS-website beschikbaar.

Vragenlijst

De vragenlijst van de Veiligheidsmonitor is modulair opgebouwd en bevat de volgende vraagblokken:
1. Leefbaarheid woonbuurt
2. Beleving overlast in de buurt
3. Veiligheidsbeleving
4. Slachtofferschap
5. Tevredenheid laatste politiecontact
6. Oordeel functioneren politie in de buurt
7. Oordeel functioneren politie algemeen
8. Oordeel functioneren gemeente
9. Preventie
10. Onveilige plekken
11. Respectloos gedrag
12. Achtergrondkenmerken.

De onderzoeksthema’s die in dit artikel zijn beschreven, zijn gebaseerd op vraagstellingen uit vragenblok 3, veiligheidsbeleving, voor wat betreft paragraaf 2, 3 en 4.1 in dit artikel en daarnaast uit vragenblok 9, preventie, voor wat betreft paragraaf 4.2. Het slachtofferschap is bepaald op basis van vraagstellingen uit vragenblok 4, slachtofferschap. Voor de uitsplitsing van onderzoeksresultaten naar persoonskenmerken is gebruik gemaakt van vraagstellingen uit vragenblok 12, achtergrondkenmerken en van registerinformatie. Op de CBS-website is de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor 2019 beschikbaar.

Begrippen slachtofferschap criminaliteit

Veelvoorkomende criminaliteit
Hieronder worden in de Veiligheidsmonitor verstaan de volgende delicten (strafbare feiten) gericht tegen burgers: geweldsdelicten (bedreiging, mishandeling, seksuele delicten), vermogensdelicten (inbraak, fietsdiefstal, autodiefstal, diefstal uit/vanaf auto, diefstal andere voertuigen, zakkenrollerij/beroving, overige diefstal) en vandalismedelicten (vernielingen aan voertuigen, overige vernielingen).

High impact crimes
In het veiligheidsbeleid worden binnen de veelvoorkomende criminaliteit high impact crimes onderscheiden. Dit zijn misdrijven die een grote inbreuk maken op de persoonlijke integriteit van het slachtoffer. Het gaat dan om de specifieke misdrijfcategorieën geweld, inbraak en beroving. In dit artikel is het om methodologische redenen niet mogelijk om bij de verbijzondering van de veiligheidsbeleving naar frequentie van slachtofferschap en naar tijdstip van slachtofferschap de onderzoeksresultaten weer te geven voor het totaal van de high impactcrimes, maar wel voor (een deel van) de onderliggende misdrijfcategorieën geweld, inbraak en beroving (zie figuren 2.1.2, 2.1.3, 4.1.2 en 4.1.3).

Betrouwbaarheidsmarges

Uitkomsten die op basis van steekproefonderzoek zoals de Veiligheidsmonitor verkregen worden zijn schattingen waarop betrouwbaarheidsmarges van toepassing zijn. Bij de Veiligheidsmonitor wordt uitgegaan van een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent. Dit betekent dat bij herhaald uitvoeren van het onderzoek het werkelijke percentage in 95 van de 100 steekproeven zal liggen tussen de grenzen van de marges die horen bij dit percentage. Bij de Veiligheidsmonitor 2019 is in het algemeen sprake van kleine betrouwbaarheidsmarges. Dit komt door het grote aantal waarnemingen van ruim 135 duizend personen die aan het onderzoek hebben meegedaan. Puntschattingen die op een dergelijke steekproefomvang zijn gebaseerd hebben een marge van plus of min 0,27 procentpunt bij een schatting van 50 procent. Dit betekent dat met een waarschijnlijkheid van 95 procent de werkelijke waarde van deze schatting ligt tussen de 49,73 procent en de 50,27 procent. Wanneer zoals in dit artikel onderzoeksuitkomsten uitgesplitst worden naar specifieke groepen, zoals slachtoffers en niet- slachtoffers en binnen de groep slachtoffers nog verder verbijzonderd worden naar slachtoffergroepen en naar persoonskenmerken, zijn de marges groter door het lagere aantal waarnemingen dat hiervoor beschikbaar is.
De betrouwbaarheidsmarges die horen bij de in dit artikel gepresenteerde percentages zijn opgenomen in de bijlagen. Alle verschillen die zijn beschreven zijn statistisch significant, dat wil zeggen dat ze rekening houdend met de betrouwbaarheidsmarges met een hoge mate van waarschijnlijkheid (in dit geval 95 procent) niet toe te schrijven zijn aan toeval.

Analysemethode

Door middel van bivariate analyses is gekeken in welke mate de veiligheidsbeleving en preventie verschillen naar slachtofferschap. Daarnaast is in de analyses bekeken in hoeverre deze relatie verschilt naar individuele kenmerken (geslacht, leeftijd, herkomst, seksuele geaardheid) en buurtkenmerken (percentage huishoudens met een laag inkomen, percentage personen met een werkloosheidsuitkering, percentage personen met een niet-westerse migratieachtergrond, ervaren sociale overlast in de buurt en stedelijkheid) (CBS, 2018). In sommige gevallen bestaat er een samenhang tussen deze kenmerken. Zo is er een verband tussen leeftijd en veiligheidsbeleving (hoe jonger des te groter de kans op een negatieve veiligheidsbeleving) en een verband tussen leeftijd en slachtofferschap (hoe jonger des te groter de kans om slachtoffer te worden). Ook is er een verband tussen buurtkenmerken en veiligheidsbeleving (hoe zwakker de sociaaleconomische positie van een buurt des te groter de kans op een negatieve veiligheidsbeleving) en een verband tussen buurtkenmerken en slachtofferschap (hoe zwakker de sociaaleconomische positie van een buurt des te groter de kans op slachtofferschap). In multivariate logistische regressieanalyses is gekeken of de verschillen naar achtergrondkenmerken in stand blijven wanneer gecorrigeerd wordt voor deze samenhangen tussen de kenmerken. De in dit artikel beschreven verschillen blijven na correctie voor deze samenhangen bestaan, tenzij anders aangegeven.