Gepromoveerden op de arbeidsmarkt

4. Gepromoveerden op de arbeidsmarkt

Hoge arbeidsdeelname gepromoveerde mannen én vrouwen

De nettoarbeidsparticipatie onder gepromoveerden is hoog: 96 procent van hen had naar eigen zeggen betaald werk in december 2018. Voor alle onderscheiden promotierichtingen geldt dat het aandeel werkenden boven de 90 procent ligt. De arbeidsparticipatie onder gepromoveerden is hiermee hoger dan onder de totale groep hoogopgeleiden (15 tot 75 jaar) die naast gepromoveerden bestaat uit niet-gepromoveerde personen met een hbo- of wo-diploma. Van de hoogopgeleiden had 82 procent in het 4e kwartaal van 2018 een baan. De arbeidsparticipatie van de totale bevolking van 15 tot 75 jaar bedroeg toen 68 procent. Van de gepromoveerde vrouwen heeft 95 procent betaald werk. Onder alle hoogopgeleiden is dat bij 80 procent van de vrouwen het geval. Beide percentages verschillen niet zoveel met die bij mannen: respectievelijk 96 en 83. Bij de totale bevolking van 15 tot 75 jaar is het man-vrouw verschil in arbeidsdeelname met 9 procentpunten beduidend groter. In elke leeftijdsgroep is het aandeel werkenden onder gepromoveerde vrouwen vrijwel gelijk aan dat onder gepromoveerde mannen.
4.1 Nettoarbeidsparticipatie1)
GeslachtGepromoveerden (%)Hoogopgeleiden (%)Totaal 15 tot 75 jaar (%)
Totaal968268
Mannen 968373
Vrouwen 958164
1) De uitkomsten voor gepromoveerden betreffen de situatie op 1 december 2018 en die voor hoogopgeleiden en alle 15- tot 75-jarigen de situatie in het 4e kwartaal van 2018.
 

Bijna drie kwart gepromoveerden heeft vaste arbeidsrelatie

Van de gepromoveerden met betaald werk heeft 73 procent een vaste arbeidsrelatie. Dat is meer dan gemiddeld onder alle werkenden (61 procent) en ook meer dan onder de totale groep hoogopgeleiden (66 procent). Gepromoveerde vrouwen hebben minder vaak een vast dienstverband dan gepromoveerde mannen, maar wel vaker dan onder de totale groep hoogopgeleide mannen.
Bijna 2 op de 10 werkende gepromoveerden hebben een flexibel dienstverband, terwijl 1 op de 10 werkzaam is als zelfstandige. Daarmee zijn onder gepromoveerden bijna de helft minder zelfstandigen te vinden dan onder de totale groep hoogopgeleiden. Van de gepromoveerden die wel actief zijn als zelfstandige, werken bijna 4 op de 10 als specialist in de gezondheidszorg.

4.2 Positie in de werkkring1)
GroepSubgroepWerknemer met vaste arbeidsrelatie (%)Werknemer met flexibele arbeidsrelatie (%)Zelfstandige (%)
Totaalgepromoveerden731810
Totaalhoogopgeleiden661519
Totaaltotaal 15 tot 75 jaar612216
Mannen gepromoveerden751410
Mannen hoogopgeleiden661222
Mannen totaal 15 tot 75 jaar602019
Vrouwengepromoveerden69238
Vrouwenhoogopgeleiden661816
Vrouwentotaal 15 tot 75 jaar622513
1) De uitkomsten voor gepromoveerden betreffen de situatie op 1 december 2018 en die voor hoogopgeleiden en alle 15- tot 75-jarigen de situatie in het 4e kwartaal van 2018.

Minder vaak vaste baan voor jonge gepromoveerde binnen academische wereld

Binnen de academische wereld is het bemachtigen van een vast dienstverband voor jonge gepromoveerden onder de 35 jaar geen uitgemaakte zaak. Waar 64 procent van hun gepromoveerde leeftijdsgenoten die buiten de wetenschap werkzaam zijn er al op jonge leeftijd in slaagt om een vaste aanstelling te krijgen, blijft dit aandeel binnen de wetenschap met 37 procent flink achter. Wel neemt op universiteiten en UMC’s het werken in een vast dienstverband onder gepromoveerden naar verhouding sterk toe met de leeftijd. Boven de 45 jaar werkt 95 procent van de gepromoveerden er in vaste dienst, onder degenen die actief zijn buiten de academische wereld is dat aandeel een stuk kleiner.

4.3 Gepromoveerde werknemers met een vaste arbeidsrelatie1)
LeeftijdBinnen academische wereld (%)Buiten academische wereld (%)
Tot 35 jaar3763
35 tot 45 jaar7074
45 tot 55 jaar9575
55 tot 70 jaar9566
1) De uitkomsten betreffen de situatie op 1 december 2018.

Gepromoveerde vrouwen werken meer uren dan andere vrouwen

Gepromoveerden met een baan werken gemiddeld 38 uur per week. Ze werken daarmee gemiddeld 4 uur per week meer dan werkende hoogopgeleiden en 7 uur meer dan de werkzame beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar. Hoewel gepromoveerde vrouwen minder uren per week maken dan mannen met een doctorstitel (35 tegen 40), werken ze aanzienlijk meer dan vrouwen in het algemeen. Zo bedraagt de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de totale groep werkende hoogopgeleide vrouwen 30 uur en die van alle werkzame vrouwen 26 uur.

Bij een gemiddelde werkweek van 35 uur of meer wordt iemand tot de voltijdwerkenden gerekend. Van elke 100 werkzame gepromoveerden werken er 72 in voltijd. Dit aandeel is onder mannen groter dan onder vrouwen, 83 tegen 55 procent. Ter vergelijking: van de werkende hoogopgeleide mannen werkt 79 procent voltijds tegenover 38 procent van de hoogopgeleide vrouwen. Ook is het zo dat als gepromoveerde vrouwen in deeltijd werken, ze dit veelal in een grote deeltijdbaan doen.

Jonge vrouwen tot 35 jaar werken van alle gepromoveerde vrouwen met een baan het vaakst voltijds: 62 procent. Binnen deze leeftijdsgroep verschilt het percentage voltijders echter sterk tussen vrouwen zonder of met kinderen. Van de jonge werkende gepromoveerde vrouwen zonder kinderen heeft 81 procent een voltijdbaan. Dat is ruim twee keer zoveel als onder degenen met kinderen (39 procent). Ook onder 35- tot 45-jarige vrouwen is dit verschil groot. Voor jonge gepromoveerde mannen is dit onderscheid tussen degenen die wel en degenen die geen kinderen hebben kleiner. Van hen werkt respectievelijk 83 en 91 procent voltijds.

4.4 Gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van werkenden1)
GroepenGepromoveerden (uur)Hoogopgeleiden (uur)Totaal 15 tot 75 jaar (uur)
Totaal383431
Mannen403736
Vrouwen353026
1) De uitkomsten voor gepromoveerden betreffen de situatie op 1 december 2018 en die voor hoogopgeleiden en alle 15- tot 75-jarigen de situatie in het 4e kwartaal van 2018.

Bijna 2 op de 3 gepromoveerden werken buiten de academische wereld

Van alle werkzame gepromoveerden werkt circa 1 op de 3 bij een universiteit of UMC. Het overige deel, bijna 2 op de 3, is elders aan de slag. Dit kan bijvoorbeeld zijn doordat zij zelf de voorkeur geven aan werk buiten de wetenschap, of doordat zij er niet in slagen een baan te vinden binnen de academische wereld, bijvoorbeeld door gebrek aan beschikbare onderzoeksposities of een hoge mate van concurrentie. Van alle gepromoveerden die niet in de wetenschap werken, geeft 17 procent aan dat zij het liefst binnen de academische wereld zouden willen werken als zij zouden mogen kiezen. Dit verschilt nauwelijks tussen mannen en vrouwen.

Meeste gepromoveerden werkzaam in gezondheidszorg en onderwijs

Gepromoveerden werken veelal in de gezondheidszorg (27 procent) of het onderwijs (26 procent). Dit geldt vaker voor vrouwen dan voor mannen, vooral voor de gezondheidszorg. Binnen het onderwijs wordt het vaakst gewerkt bij een universiteit, binnen de gezondheidszorg komt een baan bij een universitair medisch centrum (UMC) het meest voor.
Daarnaast werkt een substantieel deel van de gepromoveerden in de bedrijfstakken research, openbaar bestuur en management- en technisch advies. Mannen zijn daarbij vaker werkzaam in research en management- en technisch advies dan vrouwen, terwijl van de vrouwen een groter aandeel actief is in het openbaar bestuur.

4.5 Top 10 meest voorkomende bedrijfstakken onder werkzame gepromoveerden1)
BedrijfstakMannen (%)Vrouwen (%)
Gezondheidszorg2234
Onderwijs2528
Research97
Openbaar bestuur en overheidsdiensten78
Management- en technisch advies95
IT- en informatiedienstverlening41
Overige dienstverlening23
Financiële dienstverlening31
Machine-industrie31
Handel22
1) De uitkomsten betreffen de situatie op 1 december 2018.

Het vaakst hoogleraar of docent in het hoger onderwijs of medisch specialist

De twee meest voorkomende beroepen onder gepromoveerden zijn in lijn met de meest voorkomende bedrijfstakken, namelijk hoogleraar of docent in het hoger onderwijs en medisch specialist. Ruim een derde van alle gepromoveerden is werkzaam in een van deze beroepen. Onder de medisch specialisten vallen onder meer artsen, chirurgen, oncologen en wetenschappelijk onderzoekers op het gebied van geneeskunde. De overige beroepen in de top 10 komen onder gepromoveerden veel minder vaak voor en kennen een grote variatie. Zo worden beroepen als beleidsadviseurs, biologen, softwareontwikkelaars en huisartsen elk door 3 procent van de gepromoveerden uitgeoefend.

4.6 Top 10 meest voorkomende beroepen onder werkzame gepromoveerden1)
BeroepAandeel (%)
Hoogleraren en andere
docenten hoger onderwijs
17,8
Medisch specialisten16
Beleidsadviseurs3,4
Biologen, botanici, zoölogen 3,2
Softwareontwikkelaars3
Huisartsen2,7
Bedrijfskundigen en
organisatieadviseurs
2,5
Systeemanalisten en ICT adviseurs2,4
Psychologen2,3
Managers onderzoek en
ontwikkeling (R&D)
2,1
1) De uitkomsten betreffen de situatie op 1 december 2018.

Werk meestal gerelateerd aan promotieonderzoek

Bij ruim 2 op de 3 gepromoveerden zijn de werkzaamheden sterk of deels gerelateerd aan het onderzoek dat zij tijdens hun promotie hebben gedaan. Dit komt vaker voor bij onderzoekers dan bij degenen die niet als onderzoeker actief zijn: 73 tegen 49 procent. Ook speelt een rol of iemand wel of niet binnen de academische wereld werkt. Van de gepromoveerden die op een universiteit of UMC werken, is bij 84 procent het werk sterk of deels gerelateerd aan het promotieonderzoek, bij degenen die elders emplooi hebben gevonden, is dat 61 procent.

4.7 Relatie werkzaamheden1) en promotieonderzoek
GroepenSterk gerelateerd (% van werkzame gepromoveerden)Deels gerelateerd (% van werkzame gepromoveerden)Niet gerelateerd (% van werkzame gepromoveerden)
Totaal214731
Man234630
Vrouw184933
Onderzoeker254927
Geen onderzoeker74251
Binnen academische wereld354916
Buiten academische wereld154638
1) Het betreft de werkzaamheden op 1 december 2018.

Inkomen gepromoveerden het hoogst bij 45-plussers

Het mediaan persoonlijk primair jaarinkomen van gepromoveerden met betaald werk op 1 december 2018 bedroeg zo’n 84 duizend euro (gemiddeld: 98 duizend euro). Het inkomen van gepromoveerden hangt sterk samen met de leeftijd. Gepromoveerden jonger dan 35 jaar verdienen in doorsnee 60 duizend euro, bij 35- tot 45-jarigen bedraagt het zelf verdiende inkomen 79 duizend euro en bij 45-plussers 104 duizend euro. Gepromoveerde mannen verdienen in doorsnee aanzienlijk meer dan gepromoveerde vrouwen, 93 duizend tegen 72 duizend euro. Uit eerder onderzoek (Maas en Visser, 2016; CBS, 2016) blijkt dat dit verschil deels is te verklaren doordat vrouwen per week gemiddeld minder uren werken, gemiddeld jonger zijn en in andere richtingen hun doctortitel behalen dan mannen (zie ook paragraaf 2). Degenen die gepromoveerd zijn in de richting recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening hebben van alle promotierichtingen het hoogste mediane inkomen: 93 duizend euro. Ook met een promotie in de richtingen informatica, gezondheidszorg en welzijn, en techniek, industrie en bouwkunde is het inkomen relatief hoog. Gepromoveerden in de richting vormgeving, kunst, talen en geschiedenis verdienen met 69 duizend euro in doorsnee het minst. Gepromoveerden die op een universiteit of UMC werkzaam zijn,  hebben een vrijwel even hoog mediaan inkomen als degenen die buiten de academische wereld aan de slag zijn: 85 duizend tegen 84 duizend euro. Onderzoekers verdienen verder in doorsnee 10 duizend euro meer dan niet-onderzoekers.

4.8 Mediaan primair jaarinkomen gepromoveerden, 2017*
1 000 euro
Totaal83,8
Geslacht: Man92,9
Geslacht: Vrouw72,4
Leeftijd: Jonger dan 35 jaar60,2
Leeftijd: 35 tot 45 jaar79,1
Leeftijd: 45 tot 55 jaar103,7
Leeftijd: 55 tot 70 jaar104,4
Promotierichting: Recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening92,9
Promotierichting: Informatica90,8
Promotierichting: Gezondheidszorg en welzijn89,9
Promotierichting: Techniek, industrie en bouwkunde86,8
Promotierichting: Landbouw, diergeneeskunde en -verzorging85,6
Promotierichting: Wiskunde, natuurwetenschappen83,2
Promotierichting: Journalistiek, gedrag en maatschappij76,3
Promotierichting: Onderwijs73,6
Promotierichting: Vormgeving, kunst, talen en geschiedenis69,0
Binnen academische wereld werkzaam87,3
Buiten academische wereld werkzaam81,7
Onderzoekswerkzaamheden: Onderzoeker85,5
Onderzoekswerkzaamheden: Geen onderzoeker75,5
* Voorlopige cijfers.

Het meest tevreden over maatschappelijke relevantie werk

De meeste werkende gepromoveerden zijn erg te spreken over verschillende aspecten van hun werk. De top 3 van de baankenmerken die gepromoveerden het meest waarderen, bestaat uit de maatschappelijke relevantie van hun werk, hun werk in het algemeen en het verantwoordelijkheidsniveau van de functie die zij uitoefenen. Circa 9 op de 10 zijn hier tevreden of zeer tevreden over. Over hun eigen ontwikkelingsmogelijkheden zijn gepromoveerden het minst content.

Vrouwen zijn vaker niet tevreden over hun ontwikkelingsmogelijkheden dan mannen, 25 tegen 20 procent. Ook de tevredenheid over andere aspecten verschilt naar kenmerk. Gepromoveerden die werkzaam zijn buiten de academische wereld zijn met 16 procent twee keer zo vaak niet tevreden over de intellectuele uitdaging van hun werk dan degenen die bij een universiteit of universitair medisch centrum werken. Ook onder gepromoveerden die niet als onderzoeker werken, is het aandeel dat hier ontevreden over is relatief groot. Verder zijn gepromoveerden die minder dan vijf jaar geleden hun doctorstitel behaalden vaker ontevreden over hun werkzekerheid dan personen die langer geleden zijn gepromoveerd: 24 tegen 10 procent.

4.9 Tevredenheid met baankenmerken1)
Kenmerken(Zeer) tevreden (% van werkzame gepromoveerden)(Zeer) ontevreden (% van werkzame gepromoveerden)Onbekend (% van werkzame gepromoveerden)
Werkkring in het algemeen9271
Maatschappelijke relevantie9271
Verantwoordelijkheidsniveau90101
Onafhankelijkheid89111
Salaris88110
Secundaire arbeidsvoorwaarden88101
Werklocatie88111
Arbeidsomstandigheden87121
Sociale status8686
Intellectuele uitdaging86131
Mate van werkzekerheid85141
Ontwikkelingsmogelijkheden77222
1) Het betreft de baankenmerken op 1 december 2018.