Inkomstenbronnen van twee generaties zestigers

1. Inleiding

Sinds begin jaren negentig is er in Nederland veel veranderd op het gebied van arbeidsparticipatie, pensionering en arbeidsongeschiktheid van ouderen. Zestigjarigen blijven langer doorwerken dan vroeger en ontvangen minder vaak een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Vooral bij vrouwen hangt dit samen met veranderingen in opeenvolgende generaties. Vrouwen zijn steeds vaker hoog opgeleid, hebben vaker een inkomen uit werken zijn steeds minder geneigd om voortijdig te stoppen met werken (Arts en Otten, 2013;Portegijs en Van den Brakel, 2018). Ook beleidsmaatregelen lijken invloed op de arbeidsparticipatie van ouderen te hebben gehad. In 2002 werd de Wet verbetering poortwachter van kracht, die tot doel had om zieke werknemers sneller weer te laten re-integreren (Rijksoverheid, 2018a). Verder is de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) in 2006 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), waardoor het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aanzienlijk daalde (Van Sonsbeek, Kantarci en Zhang,2018). Met betrekking tot pensioenuitkeringen werden op 1 januari 2006 de regeling Vervroegde Uittreding (VUT) en het prepensioen afgeschaft. Alleen voor personen die vóór 1 januari 1950 zijn geboren en dus vóór 2010 zestig jaar zijn geworden was er sprake vaneen overgangsrecht (HR-kiosk, 2018). Sinds 2013 vindt er bovendien een stapsgewijze verhoging plaats van de AOW-leeftijd (Rijksoverheid, 2018b).

In dit artikel wordt voor twee cohorten zestigjarigen, uit 2001 en 2011, bekeken hoe hun inkomstenbronnen zich in de vijf jaar vanaf hun zestigste hebben ontwikkeld. Hoe verloopt de overgang van werk naar pensioen, en is dat anders voor de zestigers uit 2001 ten opzichte van de zestigers uit 2011? Niet alleen de belangrijkste inkomstenbron, maar ook combinaties van bronnen komen aan bod. In welke mate hebben zestigjarigen zowel werk als een (vroeg)pensioen? Verschillen in de ontwikkelingen tussen hoog- en laagopgeleiden worden besproken. De gegevens voor dit artikel zijn afkomstig uit het Stelsel van Sociaal statistische Bestanden van het CBS (zie Technische toelichting).