Subjectief welzijn: tevredenheid, zinvolheid en affecten

1. Inleiding

Het CBS meet subjectief welzijn sinds 1974 met behulp van vragen over tevredenheid met het leven en geluk. Volgens de wetenschappelijke literatuur op dit gebied bestaat subjectief welzijn echter uit meer componenten dan deze twee onderdelen (Deci en Ryan,2008; Diener, Suh, Lucas en Smith, 1999; Ryff, 1989). Subjectief welzijn omvat volgens de theorie drie aspecten en is te beschrijven vanuit een cognitief, eudemonisch en affectief perspectief (OECD, 2013).

De cognitieve component van welzijn is de afweging tussen goede en slechte kanten van het leven om daarmee de tevredenheid van het leven te bepalen. De eudemonische component gaat over een leven kunnen leiden dat voldoening geeft. Dit aspect heeft betrekking op het psychisch functioneren. Met eudemonisme wordt bedoeld ‘het streven naar een geslaagd leven’. Eudemonisch welzijn wordt gedefinieerd als ‘de gevoelens geassocieerd met gedrag in de richting van, en consistent met, iemands’ werkelijke potentieel’ (Waterman, 1984, p.16). In dit artikel wordt op een dimensie van deze welzijnscomponent ingezoomd, namelijk het leiden van een waardevol ofwel zinvol leven (Waterman, 1984).De affectieve component tot slot betreft het ervaren van positieve en negatieve emoties. Bijpositieve emoties gaat het om gevoelens van geluk, kalmte of opgetogenheid. Negatieve emoties omvatten onprettige gevoelens zoals droefheid, somberheid, boosheid of bezorgdheid.

Het CBS heeft in 2016 in het onderzoek Sociale samenhang en Welzijn gegevens verzameld over de ervaren zinvolheid van het eigen leven en positieve en negatieve emoties. Hier worden voor het eerst de resultaten hiervan besproken.

In dit artikel wordt het subjectief welzijn van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder naar achtergrondkenmerken in kaart gebracht aan de hand van de drie aspecten van subjectief welzijn: tevredenheid met het leven, zinvolheid van het eigen leven en affecten.Daarbij komt ook de onderlinge samenhang tussen tevredenheid, zinvolheid en positieveen negatieve emoties aan de orde. Uit eerder onderzoek bleek dat ervaren zinvolheid ofwel eudemonisch welzijn leidt tot positieve affecten, maar dat niet alle positieve affecten hierdoor veroorzaakt worden (Deci en Ryan, 2008). Deze concepten zouden dus gerelateerd moeten zijn, maar niet hetzelfde. Over de samenhang tussen cognitief en eudemonisch welzijn is weinig onderzoek bekend.