Landelijke ontwikkelingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning

5. Verblijf en opvang

5.1 Totaalbeeld verblijf en opvang

In grafiek 5.1.1 is het aantal cliënten in Nederland dat gebruik maakt van verblijf en opvang weergegeven. Het aantal cliënten dat gebruik maakte van deze Wmo-voorziening steeg van bijna 32 duizend in 2017 naar ruim 47 duizend in 2020 en daalde drastisch in 2022 en 2023 tot bijna 34 duizend. Een deel van de cliënten viel na 2020 onder de Wlz in plaats van de Wmo. Relatief gezien ligt het aantal cliënten dat gebruik maakt van verblijf en opvang in Nederland de afgelopen twee jaar rond de 2 cliënten per duizend inwoners.

5.1.1 Cliënten met Wmo-maatwerkvoorziening verblijf en opvang
jaarCliënten
201731900
201839935
201945075
202047295
2021
202233805
202333560

In grafiek 5.1.2 zijn de Wmo-uitgaven in Nederland voor de hoofdcategorie verblijf en opvang per jaar weergegeven. Hieruit blijkt dat de kosten aanvankelijk stegen van ruim 1,7 miljard euro in 2017 naar ruim 1,9 miljard euro in 2020. In 2021 daalden de uitgaven naar 1,3 miljard euro in 2022. De daling hangt samen met de eerder genoemde overheveling van een deel van de maatwerkvoorziening beschermd wonen van de Wmo naar de Wlz. In 2023 namen de uitgaven weer toe naar bijna 1,4 miljard euro. Waar in 2017 nog 37 procent van de totale Wmo-uitgaven aan verblijf en opvang werd besteed, daalde dit percentage naar 25 procent in 2023.

5.1.2 Uitgaven voor Wmo-maatwerkvoorziening verblijf en opvang
jaarUitgaven (in miljoenen euro's) (x 1 000 000 euro)
20171728
20181820
20191851
20201925
20211332
20221279
20231372

Grafiek 5.1.3 toont de uitgaven per cliënt voor de hoofdcategorie verblijf en opvang. Deze vorm van Wmo-ondersteuning kent relatief hoge uitgaven per cliënt. In 2017 bedroeg dit ruim 54 duizend euro per cliënt. In de jaren daarna daalden de uitgaven per cliënt en schommelen vanaf 2019 tussen de 38 duizend en 41 duizend euro.

5.1.3 Gemiddelde kosten per cliënt voor Wmo-maatwerkvoorziening verblijf en opvang
jaarGemiddelde kosten (€)
201754161
201845582
201941061
202040699
2021
202237839
202340873

Jongeren onder 30 jaar maken het meest gebruik van verblijf en opvang (grafiek 5.1.4). De grootte van deze groep nam toe van 2017 tot en met 2020. Na 2020 daalde het aantal cliënten in de verschillende leeftijdsgroepen, mede in verband met de overgang van een deel van de Wmo-cliënten naar de Wlz. In zijn algemeenheid geldt dat hoe hoger de leeftijd van de cliënt is, hoe minder er gebruik wordt gemaakt van deze voorziening. In de periode 2022 – 2023 nam alleen de groep cliënten jonger dan 30 jaar weer licht toe.

5.1.4 Cliënten met Wmo-maatwerkvoorziening verblijf en opvang naar leeftijd
 Jonger dan 30 jaar30 tot 45 jaar45 tot 60 jaar60 tot 75 jaar75 tot 85 jaar85 jaar of ouder
201711635752078803755845265
201814635947099304700925275
201916625105101097555901095280
20201818511090110855700995235
2021
20221788581205830179515520
20231836081605340157511015

In grafiek 5.1.5 is te zien dat meer dan de helft van de mensen die gebruik maken van verblijf en opvang een inkomen heeft tot 20 duizend euro. Net als bij een aantal andere maatwerkvoorzieningen nam het aantal mensen met een inkomen tussen 10 duizend en 15 duizend euro per jaar af en tussen 15 duizend en 20 duizend euro toe.

5.1.5 Cliënten met Wmo-maatwerkvoorziening verblijf en opvang naar inkomen
0Minder dan 10 000 euro10 000 tot 15 000 euro15 000 tot 20 000 euro20 000 tot 30 000 euro30 000 tot 40 000 euro40 000 tot 50 000 euro50 000 tot 100 000 euro100 000 euro of meerOnbekend
201762459415467535951720116528606601570
2018832511800613543251970132032207552080
20198980622513875503525551605392510201850
20209700652513985531025651760429011602000
2021000000000
2022706531758765355520801530435014351850
2023696529208400380519951465451016801825

5.2 Verblijf en opvang: subcategorie beschermd wonen

Grafiek 5.2.1 beschrijft het aantal cliënten dat in Nederland gebruik maakt van beschermd wonen. In 2017 maakten bijna 28 duizend cliënten gebruik van de Wmo-maatwerkvoorziening beschermd wonen. Dit aantal stijgt daarna tot bijna 40 duizend cliënten in 2020. De gedeeltelijke overheveling naar de Wlz in 2021 leidt tot een afname van het aantal cliënten. In 2022 en 2023 waren er bijna 27 duizend cliënten. In de jaren 2017 tot en met 2023 waren er gemiddeld 2 Wmo-cliënten per duizend inwoners die gebruik maakten van beschermd wonen.

5.2.1 Cliënten met Wmo-maatwerkvoorziening beschermd wonen
jaarCliënten
201727800
201833655
201939015
202039650
2021
202226760
202326760