Auteur: Jaap Walhout, Lisa van der Storm, Bertina Ransijn
Plausibiliteitsanalyses Risico-indicator Onderwijsachterstanden Basisonderwijs - Gemeenten

6. Samenvatting en conclusie

Dit rapport beschrijft en analyseert ontwikkelingen in onderwijsscores en de onderliggende omgevingskenmerken van leerlingen over de jaren 2020 tot en met 2023, verschillen in voorlopige en definitieve achterstandsscores in 2020/2021, en verschillen in definitieve en voorlopige achterstandsscores van gemeenten tussen 2020/2021 en 2022/2023. De rapportage geeft een beeld van relevante ontwikkelingen op nationaal niveau.

De voornaamste bevinding is dat achterstandsscores van de meeste gemeenten tussen 2020/2021 en 2022/2023 iets meer fluctueren door de recente herijking van het gebruikte model en de verschuiving van het peilmoment van 1 oktober naar 1 februari. Deze fluctuaties zijn conform de aanpassingen in het model.

Naast de effecten van de herijking – andere coëfficiënten en schaalwaarden bij de berekening van de onderwijsscores – zijn de oorzaken van de schommelingen in achterstandsscores in drie groepen in te delen: veranderingen in onderwijsscores van leerlingen; veranderingen in de achtergrondkenmerken van de peuterpopulatie en de leerlingpopulatie in de gemeente, zoals een daling van het aantal asielkinderen; en veranderingen in het aantal peuters en leerlingen in een gemeente.

De verschillen tussen voorlopige en definitieve achterstandsscores in 2021 zijn over het algemeen klein, hoewel er gemeenten zijn waarbij de verschillen groter zijn. We onderscheiden twee mogelijke oorzaken waardoor de definitieve achterstandsscores af kunnen wijken van de voorlopige scores. Allereerst kunnen scholen fuseren in de tijd tussen de productie van voorlopige en definitieve scores. Ten tweede kan een wijziging van de gemeentegrens ervoor zorgen dat een peuter of school bij een andere gemeente wordt ingedeeld.

Wat betreft de ontwikkelingen in onderwijsscores zien we dat fluctuaties voor een aanzienlijk deel het gevolg zijn van het imputeren van onderwijsscores en opleidingsniveau van ouders. De onderwijsscores van leerlingen met een asielstatus worden altijd geïmputeerd. Omdat zij bij imputatie vanwege de gekozen methodologie automatisch aan achterstandsscores bijdragen, kan een verandering in het aantal leerlingen met asielstatus tot schommelingen in achterstandsscores leiden. Daarnaast zien we door de herijking meer afwijkingen in 2023 ten opzichte van 2021. Deze afwijkingen zijn wel in lijn met de verwachtingen.

Qua trendmatige ontwikkelingen laten de analyses zien dat de onderwijsscores tussen de jaren 2020 en 2023 redelijk stabiel zijn. Het opleidingsniveau van met name moeders stijgt iets en het aandeel ouders dat in de schuldsanering zit is gedaald. Verder is het aantal imputaties van onderwijsscores toegenomen doordat er meer kinderen zijn waarvan beide ouders onbekend zijn. Ook is het aandeel leerlingen met een asielstatus de afgelopen jaren toegenomen.