Auteur: Math Akkermans, Rianne Kloosterman, Elke Moons, Carin Reep, Maartje Tummers-van der Aa
Veiligheidsmonitor 2021

Onderzoeksverantwoording

In deze onderzoeksverantwoording wordt de opzet en uitvoering van de Veiligheidsmonitor 2021 op beknopte wijze beschreven. Achtereenvolgens komen aan de orde:

  • Veldwerk;
  • Steekproef;
  • Respons;
  • Vragenlijst;
  • Weging;
  • Betrouwbaarheidsmarges;
  • Methodebreuken.

Voor geïnteresseerden zijn separate notities over het veldwerk, het steekproefontwerp, de weging van de Veiligheidsmonitor 2021, en de methodebreukanalyse op aanvraag beschikbaar.

Veldwerk

Het onderzoeksontwerp van de Veiligheidsmonitor heeft als uitgangspunt dat minimaal 65 000 personen aan het onderzoek meedoen. Dit aantal is vereist om ook op laagregionaal niveau betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Het streven is om voor elk politiedistrict minimaal 750 responsen te behalen en voor elk basisteam van politie en voor elke 70-duizend-plus-gemeente telkens 300 responsen. Het veldwerk voor dit ‘vaste’ deel gebeurt gezamenlijk door het CBS en onderzoeksbureau I&O Research.
Daarnaast kunnen lokale partijen zoals gemeenten, samenwerkingsverbanden van gemeenten, of politie-eenheden de steekproef voor hun eigen gebied laten ophogen (dit heet ‘lokale oversampling’) om op nog lager regionaal niveau (denk bijvoorbeeld aan wijken of buurten) betrouwbare onderzoeksresultaten te verkrijgen. Deze lokale oversampling gebeurt door I&O Research.
Het veldwerk van zowel het CBS als I&O Research startte in 2021 vanaf 11 augustus en eindigde op 31 oktober. Bij de uitvoering ervan is uitsluitend gebruik gemaakt van internetwaarneming. De steekproefpersonen ontvingen bij aanvang van de veldwerkperiode een aanschrijfbrief met daarin het verzoek om via internet deel te nemen aan het onderzoek, en de bijbehorende inloggegevens. Drie weken na de aanschrijfbrief is aan steekproefpersonen een eerste rappelbrief verstuurd met daarin opnieuw het verzoek om via internet deel te nemen aan het onderzoek. Deze brief is alleen verstuurd aan steekproefpersonen waarvan geen respons is ontvangen. Drie weken daarna is een tweede rappelbrief verstuurd aan de steekproefpersonen die op dat moment de internetvragenlijst nog niet hadden ingevuld. Om de respons te verhogen is er volgens CBS-beleid gebruik gemaakt van een incentive (kans om bij deelname een IPad of cadeaubonnen te winnen). De steekproef is uitgezet in drie porties. Dit in verband met risicospreiding, bijvoorbeeld door problemen met de postbezorging en/of servers die niet goed werken.

Respons

In 2021 werden bijna 550 duizend personen voor deelname aan de Veiligheidsmonitor benaderd. In totaal hebben ruim 170 duizend personen meegedaan, waarvan ruim 77 duizend in het vaste deel en 96 duizend in de lokale oversampling. Het landelijke responspercentage bedroeg 31,7 procent. De responspercentages lopen uiteen van 26,7 procent in de regionale eenheid Amsterdam tot 36,0 procent in Oost-Brabant.

Uitzet en respons Veiligheidsmonitor 2021 – Nederland totaal en naar regionale eenheid
UitzetRespons
%
Regionale eenheid
Noord-Nederland42 28713 95033,0
Oost-Nederland59 38220 75535,0
Midden-Nederland70 21721 08830,0
Noord-Holland61 18119 06431,2
Amsterdam25 6616 85926,7
Den Haag100 39729 93729,8
Rotterdam54 24516 09929,7
Zeeland - West-Brabant33 60211 15633,2
Oost-Brabant46 64016 80436,0
Limburg53 16117 76133,4
Nederland totaal546 773173 47331,7

Van alle 43 politiedistricten is de target van 750 responsen gehaald. Ook alle 167 basisteams van de politie en alle 52 70-duizend-plus-gemeenten hebben de target van 300 responsen gehaald.

Vragenlijst

Voor de Veiligheidsmonitor is een gestandaardiseerde vragenlijst ontwikkeld. De vragenlijst is modulair opgebouwd en bevat de volgende vraagblokken:

  1. Leefbaarheid woonbuurt
  2. Beleving overlast in de buurt
  3. Veiligheidsbeleving
  4. Slachtofferschap van criminaliteit (zowel traditioneel als online) en aangiftegedrag
  5. Tevredenheid laatste politiecontact
  6. Oordeel functioneren politie in de buurt
  7. Oordeel functioneren politie algemeen
  8. Oordeel functioneren gemeente
  9. Preventie
  10. Respectloos gedrag
  11. Achtergrondkenmerken.

Voor deelnemers aan de Veiligheidsmonitor die gebruik maken van lokale oversampling is aan het eind van de vragenlijst enige vrij ruimte beschikbaar voor eigen vragen passend binnen de thematiek van de Veiligheidsmonitor.

Aanpassingen in onderzoeksopzet en in vragenlijst 2021

Op verzoek van en in overleg met de opdrachtgevers en partners van de Veiligheidsmonitor is de onderzoeksopzet van de Veiligheidsmonitor 2021 aangepast: voortaan worden de enquêtes van de Veiligheidsmonitor alleen nog via internet afgenomen en –  om kosten- en milieuoverwegingen – niet meer via papieren vragenlijsten. Bovendien wordt er niet meer telefonisch gerappelleerd. Deze andere manier van enquêteren leidt tot een trendbreuk: de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021 zullen niet meer 1-op-1 vergelijkbaar zijn met die van de Veiligheidsmonitor 2019 en eerdere edities. Deze trendbreuk veroorzaakt door aanpassingen in de onderzoeksopzet maakt 2021 een geschikt moment om ook aanpassingen in de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor door te voeren. Vragenlijstaanpassingen leiden immers ook tot trendbreuken. Deze aanpassingen zijn nodig om de Veiligheidsmonitor goed aan te laten sluiten op actuele ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en criminaliteit (denk bijvoorbeeld aan het snel veranderende terrein van online criminaliteit). Op de CBS-site is een document beschikbaar met een overzicht van de verschillen tussen de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor 2021 en die van eerdere edities.
Om de trendbreuk zo goed mogelijk te repareren vindt in 2021 een zogeheten ‘dubbeldraai’ plaats. Parallel aan de ‘nieuwe’ Veiligheidsmonitor wordt een beperkte Veiligheidsmonitor volgens de ‘oude’ opzet uitgevoerd, dus zonder aanpassingen in de onderzoeksopzet en de vraagstellingen. Door de uitkomsten van beide onderzoeken te vergelijken kunnen omrekenfactoren worden berekend waardoor, ten minste voor de belangrijkste indicatoren, de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021 op landelijk en regionaal niveau zoveel mogelijk vergelijkbaar zijn  met die van eerdere jaren (zie ook hieronder bij Methodebreuken).

Weging

De weging van de VM 2021 is grotendeels vergelijkbaar met die van de vorige jaren en houdt rekening met geografische, demografische en sociaaleconomische kenmerken. De weging is aangepast aan de flexibele oversampling. 

Betrouwbaarheidsmarges

Bij elk gegeven uit de VM is de betrouwbaarheidsmarge bepaald, waarbij rekening is gehouden met de steekproefomvang en het onderzoeksdesign. De marges zijn zowel beschikbaar bij de uitkomsten die op StatLine (CBS databank) worden geplaatst als in de tabellenbijlage behorend bij deze publicatie. In de elektronische versie van deze publicatie is per thema een verwijzing (link) naar StatLine opgenomen, waarmee het mogelijk is om meer specifieke tabelinformatie in te zien. Bij elk getoond percentage hoort een betrouwbaarheidsmarge die, behalve van het gekozen betrouwbaarheidsniveau en het onderzoeksdesign, vooral afhankelijk is van de spreiding in de antwoorden en van het aantal ondervraagde personen. Meestal wordt een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent gekozen. Dit betekent dat de werkelijke waarde in 95 van de 100 steekproeven tussen de grenzen zal liggen van de marges behorende bij de gevonden waarde en de steekproefomvang.
Bij de Veiligheidsmonitor is in het algemeen sprake van kleine betrouwbaarheidsmarges. Dit komt door het grote aantal landelijke waarnemingen in de steekproef, aangevuld met de waarnemingen op basis van lokale oversampling. In 2021 gaat het in totaal om ruim 170 duizend personen die aan het onderzoek hebben meegedaan. Puntschattingen die op een dergelijke steekproefomvang zijn gebaseerd hebben een marge van +/– 0,24 procentpunt bij een schatting van 50 procent. Dit betekent dat met een waarschijnlijkheid van 95 procent de werkelijke waarde van deze schatting ligt tussen de 49,76 procent en de 50,24 procent. Op het niveau van de regionale eenheden, districten, basisteams, en 70-duizend-plus-gemeenten zijn de marges uiteraard groter, vanwege het lagere aantal waarnemingen dat hiervoor beschikbaar is.

Methodebreuken

De eerder genoemde wijzigingen in de onderzoeksopzet en de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor 2021 hebben tot gevolg dat er systematische effecten optreden in de uitkomsten. Dit fenomeen wordt aangeduid met de term methodebreuken. Om de continuïteit van de belangrijkste variabelen zo goed mogelijk te waarborgen, is in 2021 de Veiligheidsmonitor met het oude design en de oude vragenlijst van 2019 en eerder (met een steekproefomvang van circa 8 000 personen) parallel uitgevoerd aan de nieuwe, herontworpen Veiligheidsmonitor 20218)
Door de parallelle uitvoering van de twee ontwerpen is het mogelijk om de verschillen te kwantificeren, en daarmee correcties toe te passen op de oude VM-cijfers om ze naar het nieuwe VM-niveau te brengen. Op die manier worden uitkomsten van de oude VM-edities vergelijkbaar met die van de nieuwe VM. Deze correcties van de methodebreuken zijn in dit rapport toegepast op trendcijfers voor de periode 2005–2021. Aangezien de cijfers voor de jaren 2005 tot en met 2019 omgerekend zijn, komen deze niet overeen met eerder gepubliceerde cijfers voor deze jaren.

In onderstaande tabel zijn de omrekenfactoren opgenomen om de variabelen die zijn gemeten in de edities van 2019 en eerder om te rekenen naar het niveau van 2021. Dit kan worden gedaan door een cijfer uit een eerdere editie te vermenigvuldigen met de bijbehorende omrekenfactor uit de tabel. Het gaat hier om landelijke omrekenfactoren. Met modelgebaseerde technieken zijn ook omrekenfactoren geconstrueerd waarmee cijfers op het niveau van de regionale eenheden, politiedistricten en basisteams teruggelegd kunnen worden. Deze omrekenfactoren zijn hier te vinden. 

Landelijke omrekenfactoren naar VM 2021
Fysieke voorzieningen - schaalscore (0-10) 1,016
Sociale cohesie - schaalscore (0-10)1,019
Voelt zich weleens onveilig in de buurt0,948
Voelt zich weleens onveilig in het algemeen1,035
Veel overlast fysieke verloedering1,021
Veel sociale overlast (5 items)0,968
Veel verkeersoverlast0,972
Slachtofferschap traditionele ciminaliteit totaal1,525
Slachtofferschap geweldsdelicten2,688
Slachtofferschap vermogensdelicten1,348
Slachtofferschap vernielingen1,377
(Zeer) tevreden functioneren politie in buurt1,370
(Zeer) tevreden laatste politiecontact in gemeente1,059

8) Vanwege methodebreuken door aanpassingen in het onderzoeksontwerp en vraagstellingen in het verleden is in 2008, 2009 en 2010 de toenmalige Veiligheidsmonitor Rijk (VMR) in een beperkte omvang parallel aan de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) uitgevoerd. In 2012 is een parallel traject uitgevoerd van de IVM naar de Veiligheidsmonitor (VM). Het huidige dubbeldraaitraject is dus het derde sinds de start van de VMR.