Jeugdbescherming en jeugdreclassering 1e halfjaar 2021
Over deze publicatie
In deze rapportage presenteert het CBS de voorlopige cijfers over jeugdbescherming en jeugdreclassering in het eerste halfjaar van 2021. Op 30 juni 2021 waren er 32,7 duizend lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In tweederde van de gevallen ging het om een vorm van ondertoezichtstelling en in een derde van de gevallen om een voogdijmaatregel. Er werden in de eerste helft van 2021 meer maatregelen gestart en beëindigd dan in het eerste halfjaar van 2020. Het aantal jongeren met een reguliere ondertoezichtstelling is in 2021 gedaald naar 22 430 jongeren op 30 juni. Ook het aantal jongeren met een reguliere voogdijmaatregel daalde in 2021, naar 9 715 jongeren. De gemiddelde duur van zowel ondertoezichtstellingen als voogdijmaatregelen nam in het eerste halfjaar van 2021 toe. De meeste ondertoezichtstellingen werden beëindigd omdat de jongere meerderjarig werd; de meeste voogdijmaatregelen vanwege herstel van het gezag. Jeugdbescherming kwam relatief gezien het meest voor in jeugdregio’s in Limburg en Friesland.
Op 30 juni 2021 liepen er 5 345 jeugdreclasseringsmaatregelen. In de meeste gevallen ging het om een vorm van toezicht en begeleiding. Het aantal jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel is verder gedaald, naar 5 275 jongeren op 30 juni 2021. Er werden in de eerste helft van 2021 meer maatregelen gestart en beëindigd dan in het eerste halfjaar van 2020. De meeste trajecten werden beëindigd volgens plan en de gemiddelde duur van beëindigde trajecten nam verder af. Jeugdreclassering kwam het meeste voor in de regio’s Rotterdam en Amsterdam.