2. Jeugdreclassering
Aan het einde van het eerste halfjaar van 2021 was op 5 275 jongeren een jeugdreclasseringsmaatregel van toepassing. Dit betreft personen van 12 tot en met 22 jaar met één of meerdere jeugdreclasseringsmaatregelen. In totaal waren op dat moment 5 345 jeugdreclasseringsmaatregelen van kracht. Dat zijn er 165 minder dan bij de start van het jaar (tabel 2.0.1).
De twee varianten van toezicht en begeleiding (T&B) worden het meest toegepast, samen goed voor 97 procent van alle jeugdreclasseringsmaatregelen. Het gaat hier dan vooral om toezicht en begeleiding in het gedwongen kader (4 670 maatregelen aan het einde van het eerste halfjaar van 2021). Voor beide type maatregelen geldt dat het aantal trajecten aan het eind van het jaar is afgenomen ten opzichte van het begin van het jaar. De (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel en het scholings- en trainingsprogramma komen nauwelijks nog voor (tabel 2.0.1).
Beginstand (1-1-2021) | Instroom | Uitstroom | Eindstand (30-6-2021)1) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 5 510 | 2 750 | 2 920 | 5 345 |
Toezicht en begeleiding: gedwongen kader | 4 805 | 1 700 | 1 835 | 4 670 |
Toezicht en begeleiding: vrijwillig | 540 | 870 | 905 | 505 |
Individuele trajectbegeleiding Harde Kern | 130 | 125 | 120 | 135 |
Individuele trajectbegeleiding Criem | 30 | 50 | 50 | 30 |
Scholings- en trainingsprogramma | . | . | . | . |
Gedragsbeïnvloedende maatregel | . | . | . | . |
Voorbereiding gedragsbeïnvloedende maatregel | . | . | . | . |
Bron: CBS. 1) Maatregelen met een einddatum van 30 juni tellen niet mee in de eindstand. |
2.1 Meer trajecten gestart en beëindigd
De uitstroom van jeugdreclasseringsmaatregelen is in het eerste halfjaar van 2021 met 14 procent gestegen ten opzichte van het eerste halfjaar van 2020. Daarmee ligt de omvang van de uitstroom weer iets meer op het niveau van vóór het eerste halfjaar van 2020, waar de uitstroom was afgenomen met 15 procent (figuur 2.1.1)4). De instroom is ook weer toegenomen, met 11 procent wel iets minder sterk. De omvang van de instroom van jeugdreclasseringsmaatregelen is daarmee nog steeds 7 procent lager dan in de eerste helft van 2019, het jaar vóór de uitbraak van het coronavirus. Verderop (figuur 2.1.3 en 2.1.4) wordt ingegaan op de maand tot maand ontwikkeling.
Het aantal ingestroomde jeugdreclasseringsmaatregelen ligt net zoals in de afgelopen 4 jaren onder het aantal uitgestroomde maatregelen. De grootste toename in het aantal ingestroomde maatregelen vindt plaats bij toezicht en begeleiding in het gedwongen kader, met 295 (21 procent) meer begonnen maatregelen in het eerste halfjaar van 2021 dan in het eerste halfjaar van 2020. De uitstroom is het sterkst gestegen bij toezicht en begeleiding in het vrijwillige kader, namelijk met 220 trajecten (32 procent). In beide gevallen was er in de eerste helft van 2020 nog sprake van een sterke afname (figuur 2.1.1).
Maatregel | 1e hj 2021* (maatregelen) | 1e hj 2020 (maatregelen) | 1e hj 2019 (maatregelen) | 1e hj 2018 (maatregelen) | 1e hj 2017 (maatregelen) | 1e hj 2016 (maatregelen) |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal²⁾ | ||||||
Instroom | 2750 | 2470 | 2965 | 2855 | 2825 | 3070 |
Uitstroom | 2920 | 2565 | 3015 | 3115 | 3025 | 3070 |
T&B gedwongen | ||||||
Instroom | 1700 | 1405 | 1845 | 1820 | 1795 | 1800 |
Uitstroom | 1835 | 1700 | 1880 | 1990 | 1995 | 1850 |
T&B vrijwillig | ||||||
Instroom | 870 | 880 | 935 | 835 | 835 | 915 |
Uitstroom | 905 | 685 | 950 | 895 | 825 | 945 |
1)Jeugdreclasseringsmaatregelen bij personen van 12 tot en met 22 jaar. 2) Inclusief ITB Harde Kern, ITB Criem en overig. |
In de eerste helft van 2021 is het aantal trajecten bij de individuele trajectbegeleiding Harde Kern met 10 afgenomen, terwijl dat bij de individuele trajectbegeleiding Criem is toegenomen met 15. Bij de individuele trajectbegeleiding Harde Kern zijn wel nog steeds 2,5 keer zo veel personen ingestroomd dan bij de individuele trajectbegeleiding Criem. Voor beide type maatregelen geldt dat de in- en uitstroom in het eerste halfjaar van 2021 meer in balans zijn dan in eerdere jaren (figuur 2.1.2).
Maatregel | 1e hj 2021* (maatregelen) | 1e hj 2020 (maatregelen) | 1e hj 2019 (maatregelen) | 1e hj 2018 (maatregelen) | 1e hj 2017 (maatregelen) | 1e hj 2016 (maatregelen) |
---|---|---|---|---|---|---|
ITB Harde Kern | ||||||
Instroom | 125 | 137 | 120 | 95 | 100 | 95 |
Uitstroom | 121 | 117 | 100 | 115 | 85 | 100 |
ITB Criem | ||||||
Instroom | 48 | 37 | 55 | 85 | 75 | 100 |
Uitstroom | 48 | 54 | 65 | 90 | 90 | 75 |
Overig | ||||||
Instroom | 5 | 10 | 15 | 25 | 15 | 160 |
Uitstroom | 8 | 12 | 20 | 25 | 30 | 105 |
1)Jeugdreclasseringsmaatregelen bij personen van 12 tot en met 22 jaar. 2)Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
Het aantal gestarte jeugdreclasseringstrajecten per maand in 2021 was in de maanden januari tot en met april vergelijkbaar met diezelfde periode van 2019. Vanaf maart 2021 tot en met juni 2021 is de instroom met 27 procent weer sterk afgenomen, bijna vergelijkbaar met de afname in de maanden na de uitbraak van het coronavirus in Nederland in maart 2020. Deels kan dit mogelijk verklaard worden doordat de cijfers voor de eerste helft van 2021 nog voorlopig zijn (figuur 2.1.3).
Het aantal beëindigde jeugdreclasseringsmaatregelen is in het eerste halfjaar van 2021 bijna weer op het niveau van 2019, hoewel de uitstroom in juni 2021 een minder sterke stijging laat zien (figuur 2.1.4).
Jaar | Instroom 2019 (Jeugdreclasseringstrajecten) | Instroom 2020 (Jeugdreclasseringstrajecten) | Instroom 2021* (Jeugdreclasseringstrajecten) |
---|---|---|---|
Januari | 450 | 480 | 420 |
Februari | 495 | 495 | 505 |
Maart | 520 | 455 | 540 |
April | 475 | 270 | 465 |
Mei | 490 | 335 | 425 |
Juni | 535 | 440 | 395 |
Jaar | Uitstroom 2019 (Jeugdreclasseringstrajecten) | Uitstroom 2020 (Jeugdreclasseringstrajecten) | Uitstroom 2021* (Jeugdreclasseringstrajecten) |
---|---|---|---|
Januari | 460 | 390 | 420 |
Februari | 455 | 435 | 535 |
Maart | 610 | 515 | 605 |
April | 485 | 355 | 470 |
Mei | 425 | 350 | 435 |
Juni | 580 | 515 | 455 |
2.2 Steeds minder jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel
Op peildatum 30 juni 2021 hadden 5 275 jongeren een jeugdreclasseringsmaatregel. Over de gehele periode is een dalende trend te zien. Tussen 31 december 2011 en 30 juni 2021 is het aantal jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel meer dan gehalveerd. Met uitzondering van 2019 is de afname echter nog niet zo klein geweest als in het eerste halfjaar van 2021 (figuur 2.2.1).
Jaar | Jeugdreclassering (aantal jongeren) |
---|---|
2011 | 11110 |
2012 | 10830 |
2013 | 9210 |
2014 | 7790 |
2015 | 7590 |
2016 | 6735 |
2017 | 6420 |
2018 | 5925 |
2019 | 5915 |
2020 | 5440 |
2021* | 5275 |
1)Personen van 12 tot en met 22 jaar met één of meerdere jeugdreclasseringsmaatregelen. 2)Voor de jaren 2005 t/m 2020 wordt gekeken naar peildatum 31 december en voor 2021 naar peildatum 30 juni 3)Door invoering van de Jeugdwet treedt met ingang van 2015 een methodebreuk op. |
2.3 Jeugdreclassering bijna altijd beëindigd volgens plan
Jeugdreclassering werd in 2021 in nagenoeg alle gevallen beëindigd volgens plan. De overige mogelijke redenen van beëindiging komen nauwelijks voor. In de eerdere jaren was dat ook al het geval (figuur 2.3.1). Hierbij speelt vermoedelijk mee dat jeugdreclasseringstrajecten met tussentijdse wijzigingen, waarbij de jeugdreclassering wel ononderbroken wordt voortgezet, als één doorlopend traject worden gezien. Alleen de reden van beëindiging bij het definitieve einde van de maatregel komt daarmee in beeld in deze figuur.
Reden | 1e hj 2021* (maatregelen) | 1e hj 2020 (maatregelen) | 1e hj 2019 (maatregelen) | 1e hj 2018 (maatregelen) | 1e hj 2017 (maatregelen) | 1e hj 2016 (maatregelen) |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2920 | 2565 | 3015 | 3115 | 3025 | 3070 |
Beëindiging volgens plan | 2910 | 2555 | 2980 | 3075 | 2960 | 3035 |
Overig²⁾ | 5 | 10 | 40 | 40 | 65 | 35 |
1)Jeugdreclasseringsmaatregelen beëindigd in de eerste helft van het jaar. 2)Tussentijdse opheffing, overgang naar volwassen reclassering, overlijden jeugdige, terugmelding, nader besluit rechter. |
2.4 Gemiddelde duur toezicht en begeleiding in vrijwillige kader blijft afnemen
Van alle afgesloten jeugdreclasseringsmaatregelen duurden de maatregelen toezicht en begeleiding in het gedwongen kader het langst. Bijna 60 procent van deze maatregelen duurde een jaar of langer (tabel 2.4.1). Bij de overige vormen van jeugdreclassering duurden de trajecten doorgaans korter dan 6 maanden, variërend van drie op de vier trajecten tot negen op de tien trajecten.
0 tot 3 maanden | 3 tot 6 maanden | 6 tot 12 maanden | 12 tot 24 maanden | 24 tot 36 maanden | 36 maanden of langer | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 780 | 600 | 430 | 815 | 200 | 85 |
T&B: gedwongen | 245 | 310 | 225 | 775 | 200 | 85 |
T&B: vrijwillig | 485 | 200 | 185 | 35 | . | . |
ITB Harde Kern | 10 | 85 | 20 | . | . | . |
ITB Criem | 35 | 10 | . | . | . | . |
Overig2) | . | . | . | . | . | . |
Bron: CBS. 1) Jeugdreclasseringsmaatregelen die werden beëindigd in het eerste halfjaar van 2021. 2) Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
De gemiddelde duur van de maatregelen is in het eerste halfjaar van 2021 gedaald met 9 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dit komt met name door de daling van de gemiddelde duur van de maatregelen toezicht en begeleiding in het gedwongen kader, waar in de twee daaraan voorafgaande jaren nog sprake was van een toenemende gemiddelde duur. Waar de gemiddelde duur van toezicht en begeleiding in het vrijwillige kader in 2019 en 2020 nog was afgenomen met achtereenvolgens 11 en 17 procent, is de afname met 1 procent nu duidelijk minder sterk (figuur 2.4.2).
Maatregel | 1e hj 2021* (dagen) | 1e hj 2020 (dagen) | 1e hj 2019 (dagen) | 1e hj 2018 (dagen) | 1e hj 2017 (dagen) | 1e hj 2016 (dagen) |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 368 | 403 | 383 | 386 | 423 | 408 |
T&B gedwongen | 511 | 543 | 526 | 517 | 562 | 577 |
T&B vrijwillig | 115 | 117 | 140 | 158 | 150 | 143 |
ITB Harde Kern | 196 | 190 | 198 | 182 | 185 | 197 |
ITB Criem | 109 | 118 | 117 | 101 | 100 | 103 |
Overig²⁾ | 168 | 262 | 163 | 109 | 371 | 215 |
1)Jeugdreclasseringsmaatregelen die werden beëindigd in de eerste helft van het jaar. 2)Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
2.5 Ruim vier op de tien jongeren met jeugdreclassering ontvangt ook jeugdhulp
Jeugdreclassering gaat in ruim vier op de tien gevallen gepaard met de inzet van jeugdhulp. Dit is minder dan bij jeugdbescherming, waar bijna driekwart van de jongeren met een ondertoezichtstelling en 91 procent van de jongeren met voogdij ook jeugdhulp ontvangt (figuur 1.7.1 en 1.7.2). Een deel van de jongeren met jeugdreclassering is ouder dan 18 jaar en kan aanvullende zorg en hulp mogelijk ook ontvangen vanuit andere zorgdomeinen (de Wet Langdurige Zorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning of de Zorgverzekeringswet).
Het aandeel jongeren dat naast een jeugdreclasseringsmaatregel ook jeugdhulp ontvangt, is sinds 2016 nog niet zo hoog geweest als in het eerste halfjaar van 2021 (tabel 2.5.1). Het aandeel samenloop met jeugdhulp is het hoogst bij individuele trajectbegeleiding Harde Kern (49 procent). Hier is het aandeel ten opzichte van vorig jaar met vijf procentpunten toegenomen.
Totaal jongeren met jeugdreclassering en ook jeugdhulp | Toezicht en begeleiding: gedwongen kader | Toezicht en begeleiding: vrijwillig | Individuele trajectbegeleiding Harde Kern | Individuele trajectbegeleiding Criem | Overig2) | |
---|---|---|---|---|---|---|
% van totaal jongeren met jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | |
1e hj 2016 | 38,4 | 37,6 | 40,8 | 56,5 | 28,4 | 55,6 |
1e hj 2017 | 40,7 | 40,7 | 41,9 | 46,5 | 20,8 | . |
1e hj 2018 | 39,7 | 39,9 | 39,1 | 43,5 | 24,0 | 83,3 |
1e hj 2019 | 40,1 | 40,0 | 41,5 | 48,4 | 38,2 | 60,0 |
1e hj 2020 | 39,8 | 39,9 | 40,0 | 44,3 | 38,1 | 66,7 |
1e hj 2021* | 41,8 | 42,3 | 39,6 | 49,3 | . | . |
Bron: CBS. 1) Personen van 12 tot en met 22 jaar met een jeugdreclasseringsmaatregel op peildatum 30 juni die tegelijkertijd jeugdhulp ontvingen. 2) Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
2.6 Jongens vaker in jeugdreclassering dan meisjes
Op 30 juni 2021 waren meer jeugdreclasseringsmaatregelen bij jongens dan bij meisjes van kracht. Dit geldt voor ieder type jeugdreclassering. In totaal was op 4 600 jongens een jeugdreclasseringsmaatregel van toepassing. Bij meisjes bedroeg dit aantal 675 (tabel 2.6.1). Ook relatief gezien komt jeugdreclassering vaker voor bij jongens dan bij meisjes, respectievelijk bij 0,4 en 0,1 procent.
Totaal aantal jongeren2) | Totaal aantal jongeren met jeugd-reclassering | Toezicht en begeleiding: gedwongen kader | Toezicht en begeleiding: vrijwillig | Individuele traject-begeleiding Harde Kern | Individuele traject-begeleiding Criem | overig4) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 276 430 | 5 275 | 4 685 | 515 | 135 | 30 | . |
Geslacht: Jongens | 1 162 970 | 4 600 | 4 065 | 455 | 135 | 30 | . |
Geslacht: Meisjes | 1 113 460 | 675 | 620 | 55 | . | . | . |
Leeftijd: 12 tot en met 14 jaar | 572 155 | 230 | 205 | 30 | . | . | . |
Leeftijd: 15 tot en met 17 jaar | 599 490 | 2 300 | 1 970 | 290 | 70 | 25 | . |
Leeftijd: 18 tot en met 22 jaar | 1 104 785 | 2 745 | 2 510 | 195 | 60 | . | . |
Migratieachtergrond: Nederlands | 1 647 780 | 2 440 | 2 205 | 205 | 50 | . | . |
Migratieachtergrond: Overig westers | 207 145 | 460 | 420 | 35 | 10 | . | . |
Migratieachtergrond: Niet-westers | 421 505 | 2 375 | 2 060 | 270 | 75 | 25 | . |
Samenstelling huishouden3): Tweeoudergezin | 1 533 350 | 1 775 | 1 575 | 170 | 50 | 15 | . |
Samenstelling huishouden3): Éénoudergezin | 420 305 | 2 270 | 2 010 | 235 | 55 | 10 | . |
Samenstelling huishouden3): Overig | 322 775 | 1 225 | 1 100 | 110 | 30 | . | . |
Bron: CBS. 1) Personen van 12 tot en met 22 jaar met jeugdreclasseringsmaatregelen op peildatum 30 juni 2021. 2) De peildatum voor alle jongeren in Nederland is 1 januari 2021 en komt dus niet overeen met de peildatum voor jongeren met jeugdreclassering (30 juni 2021). 3) Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen. 4) Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
Vergeleken met 2016 is het aandeel jongens onder jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel toegenomen, variërend van 8 tot 11 procentpunten voor de verschillende vormen van jeugdreclassering (figuur 2.6.2).
Maatregel | Jongens (%) | Meisjes (%) |
---|---|---|
Nederland | ||
1e hj 2021* | 51,09 | 48,91 |
1e hj 2020 | 51,02 | 48,98 |
1e hj 2019 | 51,07 | 48,93 |
1e hj 2018 | 51,09 | 48,91 |
1e hj 2017 | 51,11 | 48,89 |
1e hj 2016 | 51,08 | 48,92 |
T&B gedwongen | ||
1e hj 2021* | 86,78 | 13,22 |
1e hj 2020 | 83,24 | 16,76 |
1e hj 2019 | 80,68 | 19,32 |
1e hj 2018 | 80,24 | 19,76 |
1e hj 2017 | 80,15 | 19,85 |
1e hj 2016 | 79,1 | 20,9 |
T&B vrijwillig | ||
1e hj 2021* | 88,91 | 11,09 |
1e hj 2020 | 85,59 | 14,41 |
1e hj 2019 | 82,45 | 17,55 |
1e hj 2018 | 77,07 | 22,93 |
1e hj 2017 | 77,53 | 22,47 |
1e hj 2016 | 78,95 | 21,05 |
Overig³⁾ | ||
1e hj 2021* | 97,65 | 2,35 |
1e hj 2020 | 98,35 | 1,65 |
1e hj 2019 | 93,82 | 6,18 |
1e hj 2018 | 96,69 | 3,31 |
1e hj 2017 | 95,43 | 4,57 |
1e hj 2016 | 86,63 | 13,37 |
1) Personen van 12 tot en met 22 jaar. 2)Voor het totaal aantal jongeren in Nederland is gekeken naar peildatum 1 januari en voor de jongeren met jeugdreclassering naar 30 juni. 3) ITB Harde Kern, ITB Criem, scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
De groep 15- tot en met 17-jarigen is relatief gezien het ruimst vertegenwoordigd in de jeugdreclassering. Dit betrof 2 300 jongeren (tabel 2.6.1) wat overeenkomt met 0,4 procent van alle personen in deze leeftijdsklasse. Bij de 18- tot en met 22-jarigen is dit 0,3 procent en bij de leeftijdscategorie 12- tot en met 14-jaar ligt dit aandeel flink lager: 0,04 procent.
Van alle jongeren met jeugdreclassering neemt het aandeel jongeren van 18 tot en met 22 jaar sinds 2016 toe. Op 30 juni 2021 is inmiddels meer dan de helft tussen de 18 en 22 jaar, in was 2016 dit nog 46 procent. Het aandeel jongeren in de leeftijdscategorie 15 tot en met 17 jaar is in dezelfde periode afgenomen van 49 procent naar 44 procent. Bij toezicht en begeleiding in het gedwongen kader vormen jongeren van 18 tot en met 22 jaar altijd al de grootste groep (figuur 2.6.3).
Maatregel | 12 tot en met 14 jaar (%) | 15 tot en met 17 jaar (%) | 18 tot en met 22 jaar (%) |
---|---|---|---|
Nederland | |||
1e hj 2021* | 25,13 | 26,33 | 48,53 |
1e hj 2020 | 25,05 | 26,79 | 48,16 |
1e hj 2019 | 25,47 | 27,15 | 47,38 |
1e hj 2018 | 26,05 | 27,46 | 46,49 |
1e hj 2017 | 26,55 | 27,44 | 46,01 |
1e hj 2016 | 26,97 | 27,32 | 45,7 |
T&B gedwongen | |||
1e hj 2021* | 4,33 | 42,09 | 53,56 |
1e hj 2020 | 4,08 | 42,32 | 53,6 |
1e hj 2019 | 3,29 | 44,15 | 52,52 |
1e hj 2018 | 3,36 | 45,08 | 51,56 |
1e hj 2017 | 3,5 | 46,67 | 49,84 |
1e hj 2016 | 3,76 | 47 | 49,24 |
T&B vrijwillig | |||
1e hj 2021* | 5,45 | 56,23 | 38,33 |
1e hj 2020 | 5,87 | 60,42 | 33,71 |
1e hj 2019 | 4,57 | 59,59 | 35,84 |
1e hj 2018 | 6,18 | 54,45 | 39,37 |
1e hj 2017 | 7,01 | 58,96 | 34,03 |
1e hj 2016 | 8,23 | 67,34 | 24,43 |
Overig²⁾ | |||
1e hj 2021* | 4,12 | 58,24 | 37,06 |
1e hj 2020 | 4,95 | 62,64 | 32,42 |
1e hj 2019 | 3,93 | 60,67 | 35,39 |
1e hj 2018 | 3,97 | 58,28 | 37,75 |
1e hj 2017 | 5,71 | 64 | 30,29 |
1e hj 2016 | 8,59 | 62,77 | 28,64 |
1)Voor het totaal aantal jongeren in Nederland is gekeken naar peildatum 1 januari en voor jongeren met jeugdreclassering naar peildatum 30 juni. 2) ITB Harde Kern, ITB Criem, scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
Op 30 juni 2021 was op 2 375 jongeren met niet-westerse migratieachtergrond een jeugdreclasseringsmaatregel van toepassing (tabel 2.6.1). Dit komt overeen met 0,6 procent van alle jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond. Bij jongeren met westerse en Nederlandse (migratie)achtergrond was dit 0,2 procent. Sinds 2016 neemt het aandeel onder jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond jaarlijks af, in totaal met ruim 0,3 procentpunten.
Van alle jongeren met jeugdreclassering was het aandeel jongeren met een Nederlandse achtergrond met 46 procent op 30 juni 2021 1 procentpunt hoger dan het aandeel met een niet-westerse migratieachtergrond. Dit verschilt niet heel sterk met eerdere jaren (figuur 2.6.4). Bij toezicht en begeleiding in het vrijwillige kader is het aandeel met een niet-westerse migratieachtergrond in de periode 2016-2021 met tien procentpunten het sterkst toegenomen, met name tussen de eerste helft van 2020 en die van 2021 (figuur 2.6.4).
Maatregel | NL (%) | Westers (%) | Niet-westers (%) |
---|---|---|---|
Nederland | |||
1e hj 2021* | 72,38 | 9,1 | 18,52 |
1e hj 2020 | 72,69 | 8,99 | 18,31 |
1e hj 2019 | 73,42 | 8,63 | 17,95 |
1e hj 2018 | 74,06 | 8,31 | 17,63 |
1e hj 2017 | 74,74 | 8,03 | 17,23 |
1e hj 2016 | 75,43 | 7,82 | 16,74 |
T&B gedwongen | |||
1e hj 2021* | 47,06 | 8,95 | 43,99 |
1e hj 2020 | 45,63 | 8,58 | 45,8 |
1e hj 2019 | 46,73 | 9,03 | 44,25 |
1e hj 2018 | 46,88 | 9,03 | 44,09 |
1e hj 2017 | 45,46 | 9,14 | 45,41 |
1e hj 2016 | 45,37 | 8,77 | 45,86 |
T&B vrijwillig | |||
1e hj 2021* | 40,08 | 7,2 | 52,72 |
1e hj 2020 | 45,03 | 9,51 | 45,45 |
1e hj 2019 | 44,54 | 8,55 | 46,9 |
1e hj 2018 | 46,76 | 8,9 | 44,34 |
1e hj 2017 | 48,57 | 8,18 | 43,25 |
1e hj 2016 | 47,64 | 9,85 | 42,51 |
Overig³⁾ | |||
1e hj 2021* | 33,53 | 7,06 | 59,41 |
1e hj 2020 | 30,77 | 6,59 | 62,64 |
1e hj 2019 | 25,28 | 7,87 | 66,85 |
1e hj 2018 | 24,5 | 11,92 | 63,58 |
1e hj 2017 | 25,14 | 9,71 | 65,14 |
1e hj 2016 | 25,06 | 7,16 | 67,78 |
1)Personen van 12 tot en met 22 jaar. 2)Voor het totaal aantal jongeren in Nederland is gekeken naar peildatum 1 januari en voor jongeren met jeugdreclassering naar peildatum 30 juni. 3)ITB Harde Kern, ITB Criem, scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
Jeugdreclassering komt, relatief gezien, het vaakst voor in de groep thuiswonende kinderen in een éénoudergezin. Dit betrof 2 270 jongeren (tabel 2.6.1) wat overeenkomt met 0,5 procent van alle thuiswonende kinderen in een éénoudergezin. Dit aandeel is dalende sinds 2016, toen het nog 0,8 procent was. Bij thuiswonende kinderen in een tweeoudergezin (0,1 procent) en overige huishoudens (0,4 procent) ligt dit aandeel lager in het eerste halfjaar van 2021.
Van alle jongeren met jeugdreclassering op 30 juni 2021 woonde 34 procent thuis in een tweeoudergezin, 43 procent thuis in een éénoudergezin en 23 procent in een andere samenstelling van het huishouden. Over het algemeen is er geen sprake van grote ontwikkelingen hierin over de jaren heen en verschilt het niet sterk tussen de type jeugdreclasseringsmaatregelen (zie figuur 2.6.5).
Maatregel | Tweeoudergezin (%) | Éénoudergezin (%) | Overig⁴⁾ (%) |
---|---|---|---|
Nederland | |||
1e hj 2021* | 67,36 | 18,46 | 14,18 |
1e hj 2020 | 67,43 | 18,3 | 14,27 |
1e hj 2019 | 67,56 | 18,06 | 14,38 |
1e hj 2018 | 67,37 | 17,74 | 14,89 |
1e hj 2017 | 67,21 | 17,39 | 15,4 |
1e hj 2016 | 66,94 | 17,24 | 16,17 |
T&B gedwongen | |||
1e hj 2021* | 33,63 | 42,9 | 23,47 |
1e hj 2020 | 34,48 | 43,92 | 21,8 |
1e hj 2019 | 35,74 | 43,23 | 21,09 |
1e hj 2018 | 35,29 | 43,32 | 21,45 |
1e hj 2017 | 35,98 | 44,37 | 19,8 |
1e hj 2016 | 35,87 | 43,71 | 20,48 |
T&B vrijwillig | |||
1e hj 2021* | 32,88 | 45,53 | 21,6 |
1e hj 2020 | 35,52 | 45,59 | 20,14 |
1e hj 2019 | 35,84 | 42,77 | 21,68 |
1e hj 2018 | 32,13 | 46,3 | 22,02 |
1e hj 2017 | 34,03 | 45,32 | 21,43 |
1e hj 2016 | 40,22 | 45,75 | 14,3 |
Overig³⁾ | |||
1e hj 2021* | 40 | 40,59 | 19,41 |
1e hj 2020 | 39,56 | 39,01 | 22,53 |
1e hj 2019 | 36,52 | 42,7 | 21,35 |
1e hj 2018 | 42,38 | 39,07 | 18,54 |
1e hj 2017 | 41,71 | 37,71 | 22,86 |
1e hj 2016 | 36,75 | 50,84 | 12,89 |
1)Personen van 12 tot en met 22 jaar. 2)Voor het totaal aantal jongeren in Nederland is gekeken naar peildatum 1 januari en voor jongeren met jeugdreclassering naar peildatum 30 juni. 3) ITB Harde Kern, ITB Criem, scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. 4)Onder overig vallen bijvoorbeeld institutionele huishoudens en éénpersoonshuishoudens. |
2.7 Jeugdreclassering vooral in regio Rotterdam
In de regio Amsterdam en Rotterdam wonen, ook relatief gezien, veel jongeren met jeugdreclassering (figuur 2.7.1 voor het aandeel per arrondissement). Ook in de gemeenten Lelystad, Heerlen, Zoetermeer en Nissewaard komen met 0,5 procent of meer relatief veel jongeren met jeugdreclassering voor (figuur 2.7.2 voor het aandeel per gemeente)5).
Arrondissement | Jeugdreclassering (%) |
---|---|
Amsterdam | 0,41 |
Noord-Holland | 0,17 |
Gelderland | 0,21 |
Midden-Nederland | 0,23 |
Noord-Nederland | 0,25 |
Overijssel | 0,25 |
DenHaag | 0,26 |
Rotterdam | 0,40 |
Limburg | 0,24 |
Oost-Brabant | 0,19 |
Zeeland-West-Brabant | 0,25 |
1) De peildatum van het totale aantal kinderen is 1 januari 2021 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal personen met jeugdreclassering (30 juni 2021). |
Gemeente_naam | Jeugdreclassering (%) |
---|---|
AaenHunze | 0,2 |
Aalsmeer | 0,07 |
Aalten | 0,11 |
Achtkarspelen | 0,1 |
Alblasserdam | 0,18 |
Albrandswaard | 0,23 |
Alkmaar | 0,26 |
Almelo | 0,42 |
Almere | 0,37 |
AlphenaandenRijn | 0,27 |
Alphen-Chaam | 0 |
Altena | 0,01 |
Ameland | 0 |
Amersfoort | 0,24 |
Amstelveen | 0,24 |
Amsterdam | 0,47 |
Apeldoorn | 0,21 |
Arnhem | 0,45 |
Assen | 0,49 |
Asten | 0,05 |
Baarle-Nassau | 0,28 |
Baarn | 0,32 |
Barendrecht | 0,12 |
Barneveld | 0,13 |
Beek | 0,12 |
Beekdaelen | 0,05 |
Beemster | 0,08 |
Beesel | 0,43 |
Bergeijk | 0,08 |
Bergen(L.) | 0,19 |
Bergen(NH.) | 0,11 |
BergenDal | 0,15 |
BergenopZoom | 0,39 |
Berkelland | 0,29 |
Bernheze | 0,07 |
Best | 0,1 |
Beuningen | 0,12 |
Beverwijk | 0,28 |
Bladel | 0,11 |
Blaricum | 0 |
Bloemendaal | 0,03 |
Bodegraven-Reeuwijk | 0,11 |
Boekel | 0 |
Borger-Odoorn | 0,13 |
Borne | 0,24 |
Borsele | 0,03 |
Boxmeer | 0,18 |
Boxtel | 0,18 |
Breda | 0,34 |
Brielle | 0,15 |
Bronckhorst | 0,06 |
Brummen | 0,04 |
Brunssum | 0,48 |
Bunnik | 0,1 |
Bunschoten | 0,16 |
Buren | 0,09 |
CapelleaandenIJssel | 0,38 |
Castricum | 0,09 |
Coevorden | 0,16 |
Cranendonck | 0 |
Cuijk | 0,32 |
Culemborg | 0,08 |
Dalfsen | 0,1 |
Dantumadiel | 0,2 |
DeBilt | 0,15 |
DeFryskeMarren | 0,12 |
Delft | 0,17 |
DenHelder | 0,26 |
DeRondeVenen | 0,19 |
Deurne | 0,19 |
Deventer | 0,25 |
DeWolden | 0,1 |
Diemen | 0,16 |
Dinkelland | 0,1 |
Doesburg | 0,08 |
Doetinchem | 0,18 |
Dongen | 0,09 |
Dordrecht | 0,36 |
Drechterland | 0,04 |
Drimmelen | 0,18 |
Dronten | 0,17 |
Druten | 0,2 |
Duiven | 0,23 |
Echt-Susteren | 0,18 |
Edam-Volendam | 0,06 |
Ede | 0,21 |
Eemnes | 0 |
Eemsdelta | |
Eersel | 0,04 |
Eijsden-Margraten | 0,03 |
Eindhoven | 0,31 |
Elburg | 0,09 |
Emmen | 0,35 |
Enkhuizen | 0,13 |
Enschede | 0,43 |
Epe | 0,17 |
Ermelo | 0,36 |
Etten-Leur | 0,16 |
Geertruidenberg | 0,15 |
Geldrop-Mierlo | 0,22 |
Gemert-Bakel | 0,08 |
Gennep | 0,1 |
GilzeenRijen | 0,18 |
Goeree-Overflakkee | 0,09 |
Goes | 0,15 |
Goirle | 0,17 |
GooiseMeren | 0,13 |
Gorinchem | 0,23 |
Gouda | 0,32 |
Grave | 0 |
Groningen | 0,37 |
Gulpen-Wittem | 0,36 |
Haaksbergen | 0,09 |
Haarlem | 0,24 |
Haarlemmermeer | 0,15 |
Halderberge | 0,17 |
Hardenberg | 0,19 |
Harderwijk | 0,09 |
Hardinxveld-Giessendam | 0,07 |
Harlingen | 0,2 |
Hattem | 0,06 |
Heemskerk | 0,29 |
Heemstede | 0,12 |
Heerde | 0,29 |
Heerenveen | 0,21 |
Heerhugowaard | 0,16 |
Heerlen | 0,55 |
Heeze-Leende | 0,21 |
Heiloo | 0,03 |
Hellendoorn | 0,12 |
Hellevoetsluis | 0,31 |
Helmond | 0,3 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 0,19 |
Hengelo | 0,27 |
HetHogeland | 0,32 |
Heumen | 0,09 |
Heusden | 0,09 |
Hillegom | 0,23 |
Hilvarenbeek | 0 |
Hilversum | 0,19 |
HoekscheWaard | 0,06 |
HofvanTwente | 0,04 |
HollandsKroon | 0,03 |
Hoogeveen | 0,24 |
Hoorn | 0,2 |
HorstaandeMaas | 0,11 |
Houten | 0,08 |
Huizen | 0,27 |
Hulst | 0,13 |
IJsselstein | 0,12 |
KaagenBraassem | 0,17 |
Kampen | 0,28 |
Kapelle | 0,17 |
Katwijk | 0,13 |
Kerkrade | 0,46 |
Koggenland | 0,12 |
KrimpenaandenIJssel | 0,3 |
Krimpenerwaard | 0,1 |
Laarbeek | 0,1 |
Landerd | 0,1 |
Landgraaf | 0,44 |
Landsmeer | 0,21 |
Langedijk | 0,05 |
Lansingerland | 0,12 |
Laren | 0,07 |
Leeuwarden | 0,26 |
Leiden | 0,17 |
Leiderdorp | 0,2 |
Leidschendam-Voorburg | 0,27 |
Lelystad | 0,55 |
Leudal | 0,07 |
Leusden | 0,03 |
Lingewaard | 0,06 |
Lisse | 0,32 |
Lochem | 0,21 |
LoonopZand | 0,18 |
Lopik | 0,09 |
Losser | 0,2 |
Maasdriel | 0,09 |
Maasgouw | 0 |
Maassluis | 0,45 |
Maastricht | 0,17 |
Medemblik | 0,05 |
Meerssen | 0,05 |
Meierijstad | 0,11 |
Meppel | 0,23 |
Middelburg | 0,45 |
Midden-Delfland | 0,07 |
Midden-Drenthe | 0,24 |
Midden-Groningen | 0,23 |
MillenSintHubert | 0 |
Moerdijk | 0,15 |
Molenlanden | 0,03 |
Montferland | 0,09 |
Montfoort | 0 |
MookenMiddelaar | 0,2 |
Neder-Betuwe | 0,05 |
Nederweert | 0,15 |
Nieuwegein | 0,2 |
Nieuwkoop | 0,05 |
Nijkerk | 0,16 |
Nijmegen | 0,36 |
Nissewaard | 0,51 |
Noardeast-Frysl�n | 0,24 |
Noord-Beveland | 0,27 |
Noordenveld | 0,27 |
Noordoostpolder | 0,13 |
Noordwijk | 0,08 |
Nuenen,GerwenenNederwetten | 0,07 |
Nunspeet | 0,05 |
Oegstgeest | 0,03 |
Oirschot | 0,08 |
Oisterwijk | 0,07 |
Oldambt | 0,31 |
Oldebroek | 0,06 |
Oldenzaal | 0,24 |
Olst-Wijhe | 0,17 |
Ommen | 0,12 |
Oosterhout | 0,23 |
OostGelre | 0,2 |
Ooststellingwerf | 0,16 |
Oostzaan | 0,08 |
Opmeer | 0,06 |
Opsterland | 0,08 |
Oss | 0,23 |
OudeIJsselstreek | 0,29 |
Ouder-Amstel | 0,16 |
Oudewater | 0,15 |
Overbetuwe | 0,24 |
Papendrecht | 0,19 |
PeelenMaas | 0,15 |
Pekela | 0,14 |
Pijnacker-Nootdorp | 0,11 |
Purmerend | 0,16 |
Putten | 0,09 |
Raalte | 0,16 |
Reimerswaal | 0,09 |
Renkum | 0,31 |
Renswoude | 0,24 |
Reusel-DeMierden | 0,06 |
Rheden | 0,37 |
Rhenen | 0 |
Ridderkerk | 0,45 |
Rijssen-Holten | 0,12 |
Rijswijk | 0,13 |
Roerdalen | 0,14 |
Roermond | 0,24 |
Roosendaal | 0,25 |
Rotterdam | 0,63 |
Rozendaal | 0 |
Rucphen | 0,25 |
Schagen | 0,05 |
Scherpenzeel | 0,07 |
Schiedam | 0,47 |
Schiermonnikoog | 0 |
Schouwen-Duiveland | 0,21 |
's-Gravenhage | 0,4 |
's-Hertogenbosch | 0,33 |
Simpelveld | 0,09 |
SintAnthonis | 0,06 |
Sint-Michielsgestel | 0,03 |
Sittard-Geleen | 0,35 |
Sliedrecht | 0,12 |
Sluis | 0,09 |
Smallingerland | 0,4 |
Soest | 0,15 |
Someren | 0,04 |
SonenBreugel | 0,04 |
Stadskanaal | 0,15 |
Staphorst | 0,07 |
StedeBroec | 0,14 |
Steenbergen | 0,25 |
Steenwijkerland | 0,23 |
Stein | 0,11 |
StichtseVecht | 0,17 |
S�dwest-Frysl�n | 0,18 |
Terneuzen | 0,46 |
Terschelling | 0 |
Texel | 0,13 |
Teylingen | 0,29 |
Tholen | 0,33 |
Tiel | 0,39 |
Tilburg | 0,32 |
Tubbergen | 0,06 |
Twenterand | 0,08 |
Tynaarlo | 0,25 |
Tytsjerksteradiel | 0,09 |
Uden | 0,11 |
Uitgeest | 0,05 |
Uithoorn | 0,17 |
Urk | 0,1 |
Utrecht | 0,34 |
UtrechtseHeuvelrug | 0,14 |
Vaals | 0,44 |
ValkenburgaandeGeul | 0,12 |
Valkenswaard | 0,14 |
Veendam | 0,26 |
Veenendaal | 0,18 |
Veere | 0,08 |
Veldhoven | 0,29 |
Velsen | 0,18 |
Venlo | 0,41 |
Venray | 0,09 |
Vijfheerenlanden | 0,15 |
Vlaardingen | 0,46 |
Vlieland | 0 |
Vlissingen | 0,32 |
Voerendaal | 0,22 |
Voorschoten | 0,12 |
Voorst | 0,1 |
Vught | 0,13 |
Waadhoeke | 0,17 |
Waalre | 0,19 |
Waalwijk | 0,21 |
Waddinxveen | 0,08 |
Wageningen | 0,11 |
Wassenaar | 0,13 |
Waterland | 0 |
Weert | 0,1 |
Weesp | 0 |
WestBetuwe | 0,07 |
Westerkwartier | 0,13 |
Westerveld | 0,18 |
Westervoort | 0,17 |
Westerwolde | 0,26 |
Westland | 0,2 |
WestMaasenWaal | 0,21 |
Weststellingwerf | 0,22 |
Westvoorne | 0,12 |
Wierden | 0,18 |
Wijchen | 0,14 |
Wijdemeren | 0,1 |
WijkbijDuurstede | 0 |
Winterswijk | 0,21 |
Woensdrecht | 0,4 |
Woerden | 0,11 |
Wormerland | 0,18 |
Woudenberg | 0,05 |
Zaanstad | 0,3 |
Zaltbommel | 0,12 |
Zandvoort | 0,22 |
Zeewolde | 0,24 |
Zeist | 0,21 |
Zevenaar | 0,23 |
Zoetermeer | 0,54 |
Zoeterwoude | 0,09 |
Zuidplas | 0,08 |
Zundert | 0,24 |
Zutphen | 0,44 |
Zwartewaterland | 0,08 |
Zwijndrecht | 0,42 |
Zwolle | 0,39 |
1)De peildatum van het totale aantal kinderen is 1 januari 2021 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal personen met jeugdreclassering (30 juni 2021). |
Deze hiervoor genoemde concentratie jongeren met jeugdreclassering blijkt ook uit de cijfers per jeugdzorgregio (tabel 2.7.3). De jeugdzorgregio’s Rijnmond en Amsterdam-Amstelland staan bovenaan met de grootste aandelen jongeren met jeugdreclassering. In Midden-Limburg West wonen juist relatief weinig jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel.
% van het totale aantal personen van 12 tot en met 22 jaar2) | ||
---|---|---|
hoogste aandelen | Rijnmond | 0,43 |
hoogste aandelen | Amsterdam-Amstelland | 0,35 |
hoogste aandelen | Utrecht Stad | 0,29 |
hoogste aandelen | Flevoland | 0,29 |
hoogste aandelen | Haaglanden | 0,28 |
laagste aandelen | Midden-Limburg West | 0,07 |
laagste aandelen | Kop van Noord-Holland | 0,1 |
laagste aandelen | Noord-Veluwe | 0,11 |
laagste aandelen | West Friesland | 0,12 |
laagste aandelen | Lekstroom | 0,13 |
Bron: CBS. 1) Personen van 12 tot en met 22 jaar met jeugdreclassering. 2) De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2021 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdreclassering (30 juni 2021). |
2.8 Vaker herhaald beroep bij jeugdreclassering dan bij ondertoezichtstelling en voogdij
Van de jeugdreclasseringsmaatregelen die in het eerste halfjaar van 2021 zijn gestart ging het in 11 procent van de maatregelen om een herhaald beroep (tabel 2.8.1). Dat wil zeggen dat dezelfde soort maatregel in het betreffende kalenderjaar of in de vijf daaraan voorafgaande kalenderjaren al eens is toegepast bij dezelfde jongere. Dit percentage is nog niet zo hoog geweest sinds het eerste halfjaar van 2016; sindsdien is het aandeel met 1,8 procentpunten gestegen.
Van de ondertoezichtstellingen die in het eerste halfjaar van 2021 zijn gestart ging het in 8,3 procent van de maatregelen om een herhaald beroep (tabel 2.8.1). Dit aandeel neemt sinds het eerste halfjaar van 2017 af, in totaal met 3 procentpunten.
Het percentage herhaald beroep voor voogdij is in het eerste halfjaar van 2021 met 2,2 procent lager dan bij ondertoezichtstellingen en jeugdreclassering. Het percentage is niet zo laag geweest sinds de eerste helft van 2016, toen het aandeel ook 2,2 procent was (tabel 2.8.1).
Jeugdreclasserings-maatregelen | Jeugdbeschermings-maatregelen: Ondertoezichtstelling | Jeugdbeschermings-maatregelen: Voogdij | |
---|---|---|---|
1e hj 2016 | 9,2 | 10,7 | 2,2 |
1e hj 2017 | 9,2 | 11,3 | 3,6 |
1e hj 2018 | 10,2 | 9,7 | 2,6 |
1e hj 2019 | 10,6 | 9,4 | 2,8 |
1e hj 2020 | 9,3 | 8,8 | 3,2 |
1e hj 2021* | 11,0 | 8,3 | 2,2 |
Bron: CBS. 1) Hierbij wordt teruggekeken naar de betreffende periode én de 5 daaraan voorafgaande kalenderjaren. 2) Jeugdbeschermings- en jeugdreclasseringsmaatregelen gestart in betreffende periode. |
5) Volgens het woonplaatsbeginsel. Zie https://vng.nl/files/vng/201607_factsheet_woonplaatsbeginsel_2016.pdf.