Tijdlijn Steenkoolwinning

4. Het kolentransport

Bij de ontwikkeling van het goederenvervoer in Nederland heeft het kolentransport een belangrijke rol gespeeld. Het leidde onder andere tot de komst van nieuwe kanalen en spoorlijnen, zie De infrastructuur ten behoeve van de mijnbouw. Het kolenvervoer bleef tot in de jaren vijftig een belangrijk onderdeel van het totale goederenvervoer over het spoor. Ongeveer de helft van het goederenvervoer bestond in die jaren uit kolen.

Kolenwagens bij de Nederlandse Spoorwegen (NS) waren aanvankelijk eenvoudig van ontwerp. De eerste kolenwagens waren van hout en daardoor minder sterk. Ook was de levensduur beperkt. Als laatste hadden ze een laadvermogen van slechts tien ton per wagen.

Kolentreinen op het emplacement van de steenkolenmijn in Limburg, 1946
© Spaarnestad Photo / Henk Blansjaar

Toen de productie en de vraag toenamen en de industriële productie groeide, moest de transportcapaciteit vergroot worden. Daarom werd het ontwerp en de bouw van de kolenwagens sterk aangepast.

Toename laadcapaciteit door zwaardere goederenwagons van staal

Technologische vooruitgang en het gebruik van andere materialen maakten zwaardere en sterkere goederenwagons mogelijk. Door over te schakelen op staal als bouwmateriaal werden de wagens sterker en konden ze zwaardere ladingen aan. Daardoor leverde het kolentransport meer op. Er kon meer kolen getransporteerd worden in een kortere tijd. Tegen de jaren vijftig was het laadvermogen van de wagens verdubbeld naar dertig ton per stuk.

Vrachtvervoer over de weg meestal over kortere afstanden

In de jaren vijftig kwam het goederenvervoer per vrachtwagen op gang. Dit kwam onder andere door de groei van de transportsector, de verbeterde wegen en doordat het wegennet groeide. Vrachtwagens werden vooral gebruikt voor het transport van kolen naar lokale depots en voor kleinere hoeveelheden die niet per trein konden worden vervoerd. Het vervoer per vrachtwagen was doorgaans efficiënter voor de laatste etappe van het transport.

Een perslucht-locomotief met kolentrein in het ondergrondse bedrijf van Staatsmijn Emma. Datum onbekend.
© Nationaal Archief / Spaarnestad Photo
 

Ondanks de groei van het wegtransport bleef het spoor belangrijk voor het vervoer van kolen, vooral voor het vervoer over lange afstanden tussen kolenmijnen, havens en industriële centra. Pas in de jaren zestig en zeventig zou het aandeel van het wegtransport langzaam toenemen, met de opkomst van zwaardere dieselvrachtwagens en de verbetering van de snelwegen. Toch bleef het spoor een belangrijk vervoermiddel voor de grotere hoeveelheden.

Binnenvaart grote speler in het kolentransport

Naast spoorvervoer en wegtransport speelde (en speelt) de binnenvaart ook een belangrijke rol in het kolenvervoer in Nederland, vooral in de regio’s met grote rivieren en/of kanalen. De binnenvaart kan grote hoeveelheden kolen over lange afstanden vervoeren, vooral tussen havens en industriële centra. Mede daardoor is het vergeleken met andere transportmiddelen goedkoper.

De grote havens zoals Rotterdam speelden een grote rol in de import en distributie van kolen uit het buitenland - zoals uit België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Deze kolen werden verder vervoerd via de binnenwateren naar de binnenlandse afnemers.