Inleiding
Als kleine, open economie staat Nederland steevast hoog op internationale ranglijsten zoals die van grootste exporterende landen of meeste buitenlandse investeringen. Ons land is van oudsher sterk internationaal georiënteerd en de economie drijft voor een belangrijk deel op handel met, en investeringen in het buitenland. Dit is historisch gegroeid; al in de middeleeuwen waren er Nederlandse steden aangesloten bij het Duitse Hanzeverbond. Met de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC) groeide Nederland uit tot een wereldmacht op zee en in de internationale goederenhandel. Dit ging gepaard met koloniale onderdrukking en slavernij.
Mede door deze internationale handel groeide de Nederlandse economie uit tot een van de meest welvarende ter wereld. Met een strategische ligging aan de Noordzee en uitstekende infrastructuur is Nederland een belangrijk logistiek knooppunt, met mainports als de haven van Rotterdam – grootste haven van Europa – en Schiphol als belangrijke hubs.
De economische groei van Nederland wordt voor een aanzienlijk deel gerealiseerd door de export. Recent ontwikkelde CBS-cijfers laten zien dat ongeveer een derde van het Nederlandse bbp tot stand komt dankzij de export van goederen en diensten. Dit betekent tevens dat Nederland sterk afhankelijk is van internationale handel en mondiale ontwikkelingen. Een crisis of schok in de wereldeconomie – denk aan de coronacrisis of de financiële crisis van 2009 – wordt door Nederland relatief snel en sterk gevoeld. Een internationale opleving ook.
Dit artikel geeft een overzicht van de internationale handel vanaf 1917 aan de hand van verschillende economische statistieken. Acht hoofdstukken beschrijven de belangrijkste historische en meer recente ontwikkelingen in internationale handel en globalisering.
Daarnaast bevatten sommige hoofdstukken extra kaders over hoe de statistieken vroeger werden gemaakt.
Verschillende bronnen
Het CBS heeft twee verschillende sets met cijfers over de internationale handel: de statistiek Internationale handel (de ‘bronstatistiek’) en de nationale rekeningen. De bronstatistiek heeft meer detail: hieruit blijkt bijvoorbeeld in wat voor soort producten is gehandeld en met welke landen. Wat de bronstatistieken niet geven zijn volumemutaties: dit zijn ontwikkelingen waarvoor gecorrigeerd is voor prijsveranderingen. De nationale rekeningen geven deze wel. Het meeste materiaal dat vertoond wordt in deze publicatie is afkomstig van de bronstatistieken. Daar waar volumemutaties worden vertoond zijn de cijfers afkomstig uit de nationale rekeningen. Deze cijfers zijn afkomstig van verschillende reeksen, waartussen trendbreuken bestaan, dit betekent dat ze gemaakt zijn op basis van verschillende definities. In praktijk betekent dit dat volumemutaties die over jaren vóór 1995 worden vertoond niet gemaakt zijn volgens de momenteel geldende definities. Het CBS gaat ervan uit dat deze desondanks een betrouwbaar beeld geven van de handel in voorbije periodes. Tot slot bestaat tussen de cijfers van de bronstatistieken en de nationale rekeningen vanaf 1995 een definitieverschil: de nationale rekeningen hanteren vanaf dat verslagjaar het zogenaamde eigendomscriterium bij goederen: wil er sprake zijn van internationale handel, dan moet een goed in handen zijn gekomen van een ingezetene van een ander land, bijvoorbeeld een bedrijf. Bij de bronstatistiek, en ook bij de eerdere cijfers van de nationale rekeningen, moet het goed zelf een grens zijn overgegaan.