Overheidsfinanciën, tweede kwartaal 2023

Over deze publicatie

In deze publicatie is naast de kerncijfers van de overheidsfinanciën in het tweede kwartaal ook een vergelijking van de sociale zekerheidsuitgaven met andere Europese landen.

1. Overheidsschuld gedaald in tweede kwartaal van 2023

Net als in 2022 sloot de overheid het tweede kwartaal met een af overschot. De overheidsinkomsten waren ruim 1 miljard euro hoger dan de uitgaven. De overheidsschuld nam in het tweede kwartaal van 2023 af met ruim 4 miljard euro naar 470 miljard euro, ofwel 46,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp).

Wel zijn de overheidsuitgaven in het tweede kwartaal harder gestegen dan de inkomsten in vergelijking met hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het overheidssaldo daalde hierdoor met 1 miljard euro ten opzichte van het tweede kwartaal van 2022.

Op jaarbasis, gemeten over de periode van het derde kwartaal 2022 tot en met het tweede kwartaal 2023, is er sprake van een tekort. Uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) bedroeg het tekort 0,2 procent. In de Miljoenennota wordt voor heel 2023 uitgegaan van een tekort van 1,6 procent van het bbp en een overheidsschuld van 47,6 procent bbp.

1.1 Overheidsinkomsten en -uitgaven op jaarbasis*
   Inkomsten (% bbp)Uitgaven (% bbp)
'091e kwartaal43,544,4
'092e kwartaal43,345,2
'093e kwartaal43,246,8
'094e kwartaal42,747,9
'101e kwartaal42,748,2
'102e kwartaal43,048,7
'103e kwartaal42,648,5
'104e kwartaal42,848,2
'111e kwartaal43,147,8
'112e kwartaal42,847,5
'113e kwartaal43,247,3
'114e kwartaal42,747,1
'121e kwartaal42,747,0
'122e kwartaal43,047,0
'123e kwartaal42,847,1
'124e kwartaal43,147,0
'131e kwartaal43,647,2
'132e kwartaal43,847,1
'133e kwartaal44,147,0
'134e kwartaal43,946,8
'141e kwartaal43,646,6
'142e kwartaal43,746,6
'143e kwartaal43,746,3
'144e kwartaal43,846,1
'151e kwartaal44,046,0
'152e kwartaal43,645,6
'153e kwartaal43,245,2
'154e kwartaal42,944,8
'161e kwartaal42,844,5
'162e kwartaal43,344,3
'163e kwartaal43,844,2
'164e kwartaal43,843,6
'171e kwartaal44,143,2
'172e kwartaal43,842,8
'173e kwartaal43,742,5
'174e kwartaal43,842,5
'181e kwartaal44,042,3
'182e kwartaal44,042,1
'183e kwartaal44,142,1
'184e kwartaal43,842,3
'191e kwartaal44,042,4
'192e kwartaal43,942,3
'193e kwartaal43,842,3
'194e kwartaal43,942,1
'201e kwartaal43,742,3
'202e kwartaal43,744,9
'203e kwartaal43,845,9
'204e kwartaal44,147,8
'211e kwartaal44,049,1
'212e kwartaal43,947,4
'213e kwartaal43,746,8
'214e kwartaal43,746,0
'221e kwartaal43,244,7
'222e kwartaal43,643,8
'223e kwartaal43,443,7
'224e kwartaal43,443,5
231e kwartaal43,343,3
232e kwartaal43,343,5

De inkomsten van de overheid stegen in het tweede kwartaal van 2023 met 10 miljard euro ten opzichte van het tweede kwartaal van 2022. De toename kwam voornamelijk door de gestegen belasting- en premie-inkomsten van de overheid. De vennootschapsbelasting steeg met bijna 5 miljard euro, de loon- en inkomstenheffingen met 3 miljard euro en de overige premie-inkomsten van de overheid met 2 miljard euro. Ook namen de btw-inkomsten en de energiebelasting beide toe met 1 miljard euro. Hiertegenover stond dat de aardgasbaten met bijna 4 miljard euro daalden ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder.

De uitgaven van de overheid stegen in het tweede kwartaal van 2023 met 11 miljard euro in vergelijking met het voorgaande jaar. De sociale uitkeringen namen met bijna 5 miljard euro toe. Hieronder vallen ook de zorguitgaven die met 2 miljard euro stegen. Daarnaast deed de overheid een kapitaalinjectie in netbeheerder TenneT van bijna 2 miljard euro en heeft de Hoge Raad bepaald dat de overheid een schadevergoeding van 1 miljard euro moet betalen aan de obligatiehouders die in 2013 werden onteigend bij de nationalisatie van SNS Reaal en SNS Bank. Tot slot vielen de loonkosten van de overheid ook 2 miljard euro hoger uit ten opzichte van het tweede kwartaal van 2022.

1.2 Overheidsschuldquote (EMU)
   EMU-norm (% bbp)Overheidsschuldquote (EMU) (% bbp)
'081e kwartaal6043,9
'082e kwartaal6043,8
'083e kwartaal6044,1
'084e kwartaal6054,7
'091e kwartaal6057,5
'092e kwartaal6056,6
'093e kwartaal6057,2
'094e kwartaal6056,8
'101e kwartaal6057,6
'102e kwartaal6059,2
'103e kwartaal6059,0
'104e kwartaal6059,3
'111e kwartaal6059,4
'112e kwartaal6060,4
'113e kwartaal6061,1
'114e kwartaal6061,7
'121e kwartaal6062,5
'122e kwartaal6064,0
'123e kwartaal6064,9
'124e kwartaal6066,2
'131e kwartaal6066,6
'132e kwartaal6068,3
'133e kwartaal6067,8
'134e kwartaal6067,7
'141e kwartaal6067,1
'142e kwartaal6068,6
'143e kwartaal6068,1
'144e kwartaal6067,9
'151e kwartaal6068,9
'152e kwartaal6066,7
'153e kwartaal6065,8
'154e kwartaal6064,7
'161e kwartaal6064,3
'162e kwartaal6063,3
'163e kwartaal6061,7
'164e kwartaal6061,9
'171e kwartaal6059,7
'172e kwartaal6059,0
'173e kwartaal6057,2
'174e kwartaal6057,0
'181e kwartaal6055,2
'182e kwartaal6054,1
'183e kwartaal6053,0
'184e kwartaal6052,4
'191e kwartaal6050,9
'192e kwartaal6050,9
'193e kwartaal6049,2
'194e kwartaal6048,6
'201e kwartaal6049,4
'202e kwartaal6055,2
'203e kwartaal6055,3
'204e kwartaal6054,7
'211e kwartaal6055,1
'212e kwartaal6054,1
'213e kwartaal6052,2
'214e kwartaal6051,7
'221e kwartaal6050,0
'222e kwartaal6050,0
'223e kwartaal6048,2
'224e kwartaal6050,1
231e kwartaal6048,3
232e kwartaal6046,9


In het tweede kwartaal van 2023 daalde de overheidsschuld met 4 miljard euro naar 470 miljard euro. De schuld daalde vooral doordat de overheid per saldo ongeveer 6 miljard euro aan leningen afloste. Daarnaast heeft de overheid per saldo voor ruim 1 miljard euro aan obligaties uitgegeven in het tweede kwartaal. Hierbij is sprake van een verschuiving tussen de kort- en langlopende obligaties die per saldo respectievelijk daalden met ruim 11 miljard euro en stegen met bijna 13 miljard euro. De daling van de overheidsschuld viel hoger uit dan het overschot omdat de overheid de aflossing van de schuld voornamelijk heeft gefinancierd met een onttrekking aan de girale deposito’s bij De Nederlandsche Bank (DNB).

Uitgedrukt als percentage van het bbp, daalde de overheidsschuld in het tweede kwartaal van 2023 van 48,3 procent naar 46,9 procent. Daarmee is er twee kwartalen op een rij een daling van de overheidsschuld zowel in absolute zin als uitgedrukt als percentage van het bbp. De overheidsschuld uitgedrukt als percentage bbp is sinds het derde kwartaal van 2008 niet meer zo laag geweest.

Kerncijfers Overheidsfinanciën
20222022202220232023
2e kwartaal3e kwartaal4e kwartaal1e kwartaal2e kwartaal
InkomstenMiljard euro106,495,5112,0110,5116,2
UitgavenMiljard euro104,3102,9113,6104,4115,0
SaldoMiljard euro2,1-7,4-1,66,11,2
OverheidsschuldMiljard euro458,2451,0480,5474,4470,0
Saldo% bbp1)-0,2-0,3-0,1-0,1-0,2
Overheidsschuld% bbp1)50,048,250,148,446,9
StatLine: Overheidsfinanciën; kerncijfers
1) Saldo en bbp op jaarbasis, gemeten als de som van vier kwartalen. 

2. Sociale zekerheidsuitgaven Europees vergeleken

De lidstaten van de Europese Unie (EU) zijn ervoor verantwoordelijk om huishoudens sociale zekerheid te bieden. Dit doen ze onder andere door de financiële lasten van huishoudens te verlichten. De EU monitort de uitgaven aan sociale zekerheid van de lidstaten door middel van de European System of Integrated Social PROtection Statistics (ESSPROS). ESSPROS is ontwikkeld als methode om sociale zekerheidsuitgaven statistisch te kunnen observeren en lidstaten met elkaar te kunnen vergelijken.

De cijfers die voor de ESSPROS worden gemaakt, publiceert het CBS voor Nederland in de tabel Sociale Beschermingsuitkeringen, waarin deze methodiek gevolgd wordt. Sociale beschermingsuitkeringen zijn een verzamelnaam voor uitkeringen van wettelijke sociale voorzieningen, socialezekerheidsfondsen en pensioenverzekeringen. De uitkeringen beschermen tegen risico’s die in te delen zijn naar acht functies: ziekte/gezondheidszorg, invaliditeit, ouderdom, nabestaanden, gezin, werkloosheid, huisvesting en sociale uitsluiting niet elders geclassificeerd.

Figuur 2.1 laat de uitgaven aan de werkloosheidsfunctie van ESSPROS voor Nederland zien van 2005 tot en met 2021. De werkloosheiduitgaven omvatten inkomensgarantie of inkomenssteun in geld of in natura voor werkeloosheid. In Nederland gaat het dan om onder andere de Werkloosheidswet (WW), Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de bijstand.

2.1 Werkloosheidsuitgaven
 Functie: Werkloosheid (mln euro)
20056456
20065520
20074766
20084269
20095505
20106778
20116873
20127374
20138860
20149471
20158889
20168236
20177608
20186634
20196013
20208430
2021*6627


In figuur 2.2 is de jaarlijkse ontwikkeling in de werkeloosheidsuitgaven afgezet tegen de ontwikkeling van de werkloosheid. De ontwikkeling van de werkloosheidsuitgaven correleert in hoge mate met de ontwikkeling van de werkloosheid in de weergegeven periode. Voor 2020 is de stijging in ESSPROS werkloosheidsuitgaven echter veel groter dan de stijging van de werkloosheid. Dit komt voornamelijk doordat de overheidsuitgaven in het kader van de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers, of Tozo, ook wordt meegenomen in de ESSPROS-functie werkloosheid. De overheid introduceerde tijdelijke steunmaatregelen tijdens de corona-uitbraak om ondernemers, werkenden en bedrijven zekerheid te bieden. De uitgaven aan deze tijdelijke regeling leiden er toe dat de ontwikkeling in figuur 2.2 voor 2020 verder uit elkaar ligt dan in andere jaren.

2.2 Ontwikkeling werkloosheid en werkloosheidsuitgaven in Nederland
 Ontwikkeling ESSPROS uitgaven aan werkloosheid (%)Ontwikkeling werkloosheid (%)
2006-0,14-0,12
2007-0,14-0,11
2008-0,10-0,08
20090,290,15
20100,230,12
20110,01-0,01
20120,070,14
20130,200,21
20140,070,01
2015-0,06-0,05
2016-0,07-0,11
2017-0,08-0,15
2018-0,13-0,16
2019-0,09-0,08
20200,400,10
2021-0,21-0,12


Figuur 2.3 laat de werkloosheidsuitgaven volgens ESSPROS per hoofd van de bevolking zien voor Nederland, drie omliggende Europese lidstaten en het EU-gemiddelde. In Nederland stegen de werkloosheidsuitgaven per hoofd van de bevolking minder snel dan in omringende landen. Dit verschil is niet alleen ontstaan door de afwijkende ontwikkeling van de werkloosheid in 2020 in deze landen. Het (niet) meenemen van bepaalde steunmaatregelen in de werkloosheidsuitgaven volgens de ESSPROS methodologie is ook van invloed. In Nederland bestonden de steunmaatregelen ter ondersteuning van de economie relatief meer uit het verlenen van belastinguitstel1), wat niet meegenomen wordt in de weergegeven ESSPROS werkloosheidsuitgaven. Dit was bij de andere landen minder het geval. Daarnaast worden de uitgaven aan de Noodmaatregel Overbruggingskrediet Werkgelegenheid (NOW) niet gezien als sociale beschermingsuitkeringen maar als subsidies omdat bedrijven de ontvangende partij zijn. Indien de uitgaven aan de NOW wel waren mee genomen, dan zouden de werkloosheidsuitgaven in Nederland veel sterker zijn gestegen.

2.3 Werkloosheidsuitgaven per hoofd van de bevolking
JaarEU-gemiddelde (2021 niet beschikbaar) (euro)België (euro)Duitsland (euro)Frankrijk (euro)Nederland (euro)
2012410,761117,33380,05603,51426,74
2013417,351111,87381,73617,51503,42
2014399,081123,09369,7622,98531,71
2015382,641035,1356,68629,46496,75
2016370,98861,57354,07642,19456,5
2017354,37651,83351,95637,79412,85
2018339,87617,23331,61626,57349,29
2019340,28537,44338,65639,38305,67
2020594,86942,55609,76995,61419,23
2021864,84669,96898,47377,97

1)  Zie bijvoorbeeld het artikel ‘De Nederlandse overheidsfinanciën tijdens de coronacrisis in Europees perspectief

Recente publicaties en cijfers

Op het gebied van de overheidsfinanciën zijn in de afgelopen kwartalen de onderstaande publicaties uitgebracht. Cijfers zijn te vinden in de CBS databank StatLine. Meer informatie is benaderbaar via de themapagina Overheid en politiek

Publicaties

Inkomsten en uitgaven overheid over 2022 bijna in evenwicht

Gemeenten begroten ruim 7 procent meer kosten voor 2023

Waterschappen heffen ruim 3,5 miljard euro in 2023

Provinciale uitgaven per inwoner hoog in het Noorden

Gemeenten begroten 12,2 miljard euro aan heffingsopbrengsten in 2023 

StatLine

Overheid; schuldgaranties, buiten balans PPS, niet-renderende leningen

Overheidsfinanciën; kerncijfers

Overheid; financiële balans, marktwaarde, overheidssectoren

Overheidsinkomsten; transacties en overheidssectoren

Overheid; ontvangen belastingen en wettelijke premies

Overheidsschuld; schuldtitel, geldgever, waarderingsgrondslag, sectoren

Overheidsuitgaven; transacties en overheidssectoren

Saldo en schuld; overheidssectoren

Overheidsproductie en -consumptie; transacties en overheidssectoren

Centrale overheid; inkomsten en uitgaven per maand op kasbasis 

Socialezekerheidsfondsen: inkomsten en uitgaven 

Overheidsbalans; activa en passiva

Overheid; sociale uitkeringen

Waterschappen; tarieven heffingen

Opbrengsten waterschapsheffingen; begrotingen en realisatie


Decentrale overheden; EMU-saldo, begroting 2020-2022   

Kerncijfers gemeentebegrotingen, heffingen per gemeente

Kerncijfers gemeentebegrotingen, heffingen naar regio en grootteklasse

Gemeentebegrotingen; heffingen naar regio en grootteklasse

Gemeentebegrotingen; heffingen per gemeente

Decentrale overheden; EMU-saldo, begroting 2019-2021