Auteur: Project IIVS
Aanvullende Onderzoeksbeschrijving Inkomensstatistiek

5. Criteria voor onthullingsrisico en betrouwbaarheid

Er zijn twee belangrijke redenen om beperkingen op te leggen bij publicaties op basis van integrale inkomens- en vermogensgegevens, namelijk onthullingsrisico en betrouwbaarheid. De volgende (minimale) regels gelden voor CBS-publicaties op basis van of bij gebruik van integrale gegevens van de inkomens- en vermogensstatistiek:

  1. Bij het publiceren van aantallen geldt dat altijd wordt afgerond op honderdtallen. Dus wanneer er 0 t/m 49 waarnemingen zijn in een cel wordt dit weergegeven als “0”, van 50 t/m 149 als “100” of “0,1 (x 1000)”, enzovoorts.

  2. Percentages worden alleen gepubliceerd wanneer de noemer tenminste 100 waarnemingen (personen of huishoudens) bevat.
     
  3. Gemiddelden, medianen of sommen van inkomens of vermogens (en andere statistieken waarbij inkomensgegevens in het geding zijn) worden gepubliceerd wanneer sprake is van tenminste 100 waarnemingen. Echter, vanwege het risico van onthulling van grote positieve dan wel negatieve inkomens- of vermogensbedragen geldt hier nog een aanvullende voorwaarde, namelijk dat voor elke cel de meest extreme waarde niet te groot mag zijn; de absolute waarde van het minimum en de absolute waarde van het maximum mogen beiden niet meer dan 30 procent van de absolute waarde van de inkomens- of vermogenssom bedragen.
     
    Wanneer niet aan deze aanvullende voorwaarde is voldaan, worden alleen mediane inkomens of vermogens gepubliceerd. Gemiddelden of sommen van inkomens blijven dan achterwege (“niet beschikbaar”). Vervolgens is het zaak dat deze verborgen waarden niet alsnog indirect berekend kunnen worden. Dat betekent in de praktijk dat gemiddelden of sommen van inkomens of vermogens van minimaal één gerelateerde cel ook niet gepubliceerd worden.

  4. Met inkomens- en vermogensgegevens die de status “voorlopig” hebben kunnen ook regionale uitsplitsingen worden gemaakt. Door het voorlopige karakter van de uitkomsten dient hier wel voorzichtig mee worden omgegaan. Specifiek zijn inkomens van zelfstandigen en anderen aan de randen van de inkomensverdeling voor een groot deel geschat. Daarom aanvullend:

    a. Mediane inkomensbedragen worden uitsluitend gepubliceerd wanneer sprake is van tenminste 1000 waarnemingen (personen of huishoudens).

    b. Alle andere inkomensbedragen (bijv. gemiddelden en sommen) worden gepubliceerd wanneer sprake is van tenminste 2500 waarnemingen.

    c. Inkomensbedragen worden niet gepubliceerd op een lager regionaal niveau dan provincie wanneer de groep specifiek bestaat uit zelfstandigen (inclusief dga’s en overige zelfstandigen).