4. Cloudaanbieders
Clouddiensten zijn IT-diensten die via het internet worden aangeboden. De gebruiker betaalt voor het daadwerkelijke gebruik van één of meerdere diensten (hardware en/of software) die op de infrastructuur van een cloudaanbieder draaien. Het grootste deel van cloud wordt, zowel in Nederland als op mondiale schaal, aangeboden door een handjevol zeer grote bedrijven. Deze zeer grote cloudaanbieders worden ook wel hyperscalers genoemd. Zij zijn ingericht om enorme aantallen gebruikers wereldwijd tegelijkertijd te voorzien van software, rekenkracht en opslagcapaciteit. De cloudmarkt wordt ook binnen Nederland gedomineerd door deze buitenlandse bedrijven (zie ook: Openbare marktstudie cloudservices ACM).
Een belangrijk aspect van clouddiensten is dat er voor de gebruiker geen lokale IT-infrastructuur nodig is. De diensten en opslag worden aangeboden vanuit diverse locaties wereldwijd. Digitale datastromen zijn sterk grensoverschrijdend. De bedrijven of vestigingen van de aanbieders van deze diensten bevinden zich vaak op andere locaties en in andere landen. Het verzamelen van informatie over hyperscalers vraagt daarom om een samenwerking op Europees niveau. Voor nationale statistiekbureaus is het niet zomaar uit te voeren om een totaalbeeld van deze hyperscalers te verkrijgen. Enerzijds onttrekken deze bedrijven zich aan (statistische) waarneming door nationale statistiekbureaus aangezien zij hun diensten aanbieden vanuit diverse landen. Anderzijds zijn ze met hun diensten aan bedrijven in alle Europese landen wel dominant aanwezig op alle nationale markten. Een Europese samenwerking zou met meer autoriteit gegevens over de bedrijfsactiviteiten van deze hyperscalers in Europa en de afzonderlijke landen kunnen verkrijgen.
In vergelijking met deze grote hyperscalers bedienen overige Europese en Nederlandse cloudaanbieders een zeer klein deel van de (zakelijke) markt volgens het ACM marktonderzoek. De nieuwe richtlijnen van de DA zijn opgesteld met het doel om de interoperabiliteit tussen clouddiensten te verbeteren, waardoor overstappen tussen verschillende aanbieders makkelijker moet worden. Dit biedt mogelijk meer kans voor Nederlandse (en Europese) aanbieders om tot deze markt toe te treden en hun marktaandeel te vergroten. Daarnaast kunnen recente geopolitieke verschuivingen de vraag vergroten naar Europese alternatieven voor de diensten die worden aangeboden door de Amerikaanse hyperscalers. Al is het marktaandeel van Nederlandse en Europese cloudaanbieders op dit moment zeer beperkt, het monitoren van de ontwikkelingen van Nederlandse en Europese cloudaanbieders kan hierdoor in belang zijn toegenomen. Een monitoring zou zoveel mogelijk veranderingen van de Nederlandse en Europese cloudmarkt in beeld moeten brengen.
Een belangrijk en complex aspect van de cloudmarkt is de gelaagdheid van aangeboden diensten. De clouddiensten worden veelal onderverdeeld in drie typen: Infrastructure-as-a-Service (IaaS), Platform-as-a-Service (PaaS) en Software-as-a-Service (SaaS). IaaS ligt vaak aan de basis van de andere twee typen clouddiensten. Veel diensten van een bepaalde laag zijn afhankelijk van de producten van bedrijven die een ‘diepere’ laag aanbieden. Een voorbeeld hiervan is een (Europees) bedrijf dat software aanbiedt (SaaS), en hiervoor de IaaS diensten van een hyperscaler (niet-Europees) gebruikt. Veel producten en services zijn dus op een complexe wijze met elkaar verweven. Dit kan problemen opleveren, bijvoorbeeld wanneer bepaald moet worden hoeveel waarde een bepaalde dienst biedt, terwijl deze niet geïsoleerd gebruikt worden.
4.1 Marktaandeel cloudaanbieders
Om een beeld te krijgen van de Nederlandse cloudmarkt kan gekeken worden naar welke aanbieders welk deel van de (zakelijke) gebruikers voorziet van diensten. Hiermee kan het marktaandeel van de verschillende aanbieders worden bepaald. Het marktaandeel kan op verschillende manieren worden berekend, bijvoorbeeld op basis van het aantal klanten of de omzet. De Openbare Marktstudie Clouddiensten van de ACM (2022) geeft een overzicht van de Nederlandse clouddienstenmarkt. Deze studie geeft onder andere geschatte marktaandelen op basis van omzet van alle belangrijkste cloudaanbieders in Nederland. Hieruit blijkt dat hyperscalers ongeveer 70 tot 85 procent van het Nederlandse marktaandeel bezitten. De gebruikte gegevens in deze marktstudie zijn direct opgevraagd bij de individuele bedrijven, de ACM heeft op deze wijze ook gegevens gekregen van de internationale aanbieders. De ACM liet weten dat zij dergelijke onderzoeken alleen uitvoeren naar aanleiding van een specifieke vraag, gegevens voor een reguliere monitor worden dus niet via deze weg verzameld.
Buitenlandse cloudaanbieders worden door het CBS doorgaans niet direct waargenomen, omdat het CBS enkel Nederlandse bedrijven bevraagt. Het komt echter wel voor dat het CBS in gesprek gaat met individuele bedrijven om specifieke belemmeringen voor statistieken weg te nemen. Voor de cloudmarkt zou het CBS in gesprek kunnen gaan met de Nederlandse vestiging(en) van de hyperscalers om te horen of zij data zouden willen leveren over hun Nederlandse (zakelijke) gebruikers. Ervaring leert dat dit traject een lange adem nodig heeft en de uitkomst onzeker is. Een variant op deze benadering is om een samenwerking op te zetten tussen het CBS, een ministerie of de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland en de hyperscalers, waarbij de uiteindelijke methode voor analyse van de data vrij beschikbaar komt. De uitkomst van een dergelijke benadering is hoogst onzeker, het is niet bekend of de hyperscalers hiervoor openstaan. Daarnaast is het belangrijk dat als het CBS beschikking krijgt over data van de hyperscalers, het CBS geen onthullende bedrijfsinformatie publiceert over individuele bedrijven. In enkele andere statistieken met een beperkt aantal grote berichtgevers (bijvoorbeeld bij zeer grote supermarktketens), kon dit opgelost worden door expliciet toestemming te vragen voor publicatie aan alle individuele berichtgevers.
Enquêtering zakelijke cloudgebruikers
Een alternatieve manier om de verdeling van het marktaandeel van cloudaanbieders in beeld te brengen is Nederlandse (zakelijke) cloudgebruikers te vragen tot welke nationaliteit (bijvoorbeeld Nederlands, Europees of niet-Europees) hun cloudaanbieders behoren (zie paragraaf 6.2). Als gebruikers ook per dienst aangeven tot welke nationaliteit de cloudaanbieders behoren, kan ook een onderscheid worden gemaakt tussen de nationaliteitsverdeling van marktaandelen van de cloudaanbieders naar de verschillende type clouddiensten (IaaS, PaaS of SaaS). Op deze wijze kan het CBS via de gebruikers een beeld krijgen van de nationaliteitsverdeling van het marktaandeel van (internationale) cloudaanbieders die actief zijn op de Nederlandse markt.
Door de gegevens over de cloudaanbieders te combineren met een vraag aan de gebruikers over de kosten van hun cloudgebruik (nieuw in 2025) kan een verfijning worden aangebracht in de schatting van het marktaandeel (zie paragraaf 5.1). Het is echter nog niet zeker of deze vraag na 2025 in de enquête ICT-gebruik bedrijven opgenomen blijft.
4.2 Bedrijfsgegevens Nederlandse Cloudaanbieders
Eerder pilotonderzoek
In 2021 heeft het CBS een studie over cloudaanbieders gepubliceerd: Pilotonderzoek Nederlandse cloudaanbieders, 2019. Een van de conclusies van het onderzoek was dat de gebruikte methode geen internationale cloudaanbieders op de Nederlandse markt kon identificeren. In de cijfers worden enkel Nederlandse cloudaanbieders onderscheiden, het grootste deel van de markt is in dit onderzoek dus niet opgenomen.
Via een keyword-analyse van websites is de populatie afgebakend, deze is vervolgens aangevuld met reeds bekende cloudaanbieders. De gevonden populatie aan bedrijven is vervolgens gekoppeld aan CBS-registers. Dit betekent dat de bedrijfsgegevens van het gehele bedrijf worden geteld en er niet enkel gekeken werd naar het bedrijfsonderdeel dat verantwoordelijk was voor de clouddiensten. Dit leidde tot een overschatting van het aantal werknemers en de omzet voor clouddiensten van de gevonden bedrijven in de populatie. Er kon op deze manier ook geen onderscheid worden gemaakt tussen IaaS-, PaaS- en SaaS-diensten.
Identificatie Nederlandse cloudaanbieders
Voor een actueler beeld van Nederlandse cloudaanbieders, en om deze populatie in de toekomst te monitoren, kan het pilotonderzoek herhaald worden op dezelfde wijze, of met een verbeterde methode voor de identificatie van de Nederlandse cloudaanbieders. Een verbeterde methode op basis van machine learning algoritmen is al gebruikt voor de identificatie van onder andere AI-producerende bedrijven en online platformen. De leden van de brancheorganisaties Dutch cloud community (Nederland) en CISPE (Europa) kunnen daarbij gebruikt worden als startpunt voor de afbakening van de populatie. Het is nog niet mogelijk om buitenlandse cloudaanbieders via deze weg te identificeren, deze zijn niet opgenomen in het ABR (zie paragraaf 6.1).
Bedrijfsgegevens van buitenlandse cloudaanbieders
Er zijn nu geen cijfers beschikbaar over het aanbod van de grote internationale cloudaanbieders. Er zijn wel diverse commerciële databronnen die schattingen geven van cijfers over de gehele markt van cloudaanbieders, veelal op basis van financiële rapporten. Via modellering wordt deze data verdeeld over afzonderlijke landen, waaronder Nederland. Het CBS beschikt niet over deze (internationale) data. Het CBS heeft ook geen informatie over de jurisdictie over buitenlandse bedrijven in Nederland, en dus ook niet over de herkomst van buitenlandse cloudaanbieders in Nederland.
Identificatie van SaaS-aanbieders via marketplaces
Software-as-a-Service (SaaS) is de overkoepelende term voor alle software die als clouddienst wordt aangeboden. SaaS wordt online aangeboden, de gebruiker installeert de software dus niet op de eigen computer. Deze diensten worden vaak aangeboden via een abonnement. De SaaS-markt is tegenwoordig zeer uitgebreid en diffuus. Veel computer- en mobiele applicaties worden als SaaS aangeboden door een veelvoud van grote en kleine bedrijven op een mondiale markt. Een mogelijke alternatieve route om een selectie van cloudaanbieders te identificeren is via SaaS-marketplaces.
De eerder genoemde hyperscalers bieden via zogenaamde marketplaces (een soort ‘app store’) veel verschillende SaaS aan, dit zijn zowel eigen diensten als diensten van derden. Deze applicaties draaien dan op de cloud en via services van de verbonden hyperscaler (‘gelaagdheid’ van de cloudmarkt). Via het aanbod op deze marketplaces is wellicht een methode te ontwikkelen om te achterhalen welke aanbieders er actief zijn op de SaaS-markt. Een grote hindernis is dat deze marketplaces internationaal zijn opgezet. Het is ook nog onbekend of er een bruikbare methode kan worden ontwikkeld om Nederlandse aanbieders of internationale aanbieders actief op de Nederlandse markt te identificeren. Het afbakenen van de gehele (internationale) populatie van bedrijven die SaaS aanbieden is daardoor niet eenvoudig, en een overall beeld schetsen van geheel SaaS via de aanbodzijde lijkt op zichzelf al een omvangrijk project met grote onzekerheden.
Als er onderzoek gewenst is naar de mogelijkheden in deze richting, zou het een optie kunnen zijn eerst een deelpopulatie te definiëren, zoals bijvoorbeeld enkel SaaS op gebied van ‘productiviteit’. Deze kleinere schaal is wellicht beter te onderzoeken dan wanneer de omvangrijke totale SaaS-markt in een keer wordt bekeken.
4.3 Ervaringen Nederlandse Cloudaanbieders
Nieuwe bedrijfsenquête
Er is ook behoefte aan informatie over cloudaanbieders die doorgaans niet uit registers te halen is. Er is een wens naar informatie over ervaren barrières om te voldoen aan de vraag van de afnemers (zoals niet-beschikbare fysieke ruimte of een te hoge regeldruk); over samenwerkingen met beroepsonderwijs en universiteiten; en over afgenomen diensten van de verschillende lagen (IaaS, PaaS of SaaS). Voor zover het Nederlandse cloudaanbieders betreft, zouden deze na identificatie bevraagd kunnen worden over deze onderwerpen via een nieuwe enquête. In het pilotonderzoek uit 2019 waren er 740 Nederlandse cloudaanbieders geïdentificeerd, waarvan ongeveer de helft bestond uit één werkzame persoon. Bij een dergelijk kleine populatie van bedrijven ligt een integrale uitvraag voor de hand. Voor meer informatie over het opzetten van een nieuwe enquête verwijzen we naar paragraaf 6.2.
4.4 Vacatures Nederlandse Cloudaanbieders
De Nederlandse arbeidsmarkt heeft al tijden te maken met krapte. Er zijn sinds eind 2021 meer openstaande vacatures dan werklozen, en in verschillende bedrijfstakken is er moeite om openstaande vacatures te vervullen. Cloudaanbieders kunnen wellicht niet voldoen aan de vraag van afnemers als er een tekort is aan ICT-personeel. In de vacaturedata van het CBS (kwartaalenquête vacatures) wordt onderscheid gemaakt naar bedrijfstak en beroep.
Vacatures naar bedrijfstak
Openstaande, ontstane en vervulde vacatures
Voor alle bedrijfstakken (waaronder de bedrijfstak Informatie en communicatie) zijn er kwartaalcijfers vanaf 1997 over openstaande, ontstane en vervulde vacatures.
Gedetailleerdere uitsplitsing naar bedrijfstak voor ontstane vacatures
Het kan onderzocht worden of op basis van deze brondata de bedrijfstak Informatie en communicatie in meer detail uitgesplitst kan worden voor ontstane vacatures, zodat deze meer aansluit op de populatie Nederlandse cloudaanbieders. Een mogelijke selectie van SBI-codes (standaard bedrijfsindeling) zou zijn:
62.01 Ontwikkelen, produceren en uitgeven van software
63 Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie;
63.1 Inrichten van computerinfrastructuur, gegevensverwerking, hosting en aanverwante activiteiten;
63.9 Activiteiten van webportalen en overige dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie.
Om te kijken of het mogelijk is om cijfers over ontstane vacatures te publiceren naar gedetailleerdere bedrijfstakken moet onderzocht worden of er voldoende celvulling is. Daarnaast moet onderzocht worden of er voldoende van deze vacatures in de brondata aanwezig zijn voor een betrouwbare waarneming. Het is waarschijnlijk dat er meer details mogelijk zijn voor ontstane vacatures. Zo is in een eerder project over zorg en welzijn gebleken dat het mogelijk is meer details in de vacaturecijfers te produceren. Dit voorbeeld van vacaturedata met een gedetailleerdere uitsplitsing naar bedrijfstak is te zien in het AZW-project (Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn).
Ontstane vacatures naar beroep
Het CBS publiceert ook vanaf 2018 jaarlijks het aantal ontstane vacatures per beroepsklasse uitgesplitst naar bedrijfstak. Een van deze beroepsklassen, die goed aansluit op cloudaanbieders, is specialisten ICT: de software- applicatieontwikkelaars, databank- en netwerkspecialisten (BRC code 081). Deze informatie is te vinden in de tabel Ontstane vacatures, beroepenindeling.
Ontstane vacatures in meer detail naar beroep of vaardigheden
Om te bepalen of ontstane vacatures naar beroep in nog meer detail kunnen worden gepubliceerd, bijvoorbeeld voor de beroepssegmenten Software- en applicatieontwikkelaars (BRC code 0811), Databank- en netwerkspecialisten (BRC code 0812) en de beroepsgroep van Netwerk- en systeemtechnici (ISCO2008 unit group 3513 binnen BRC code 0821), is een vervolgonderzoek nodig. Daarnaast wordt in de brondata ook een beroepenindeling met meer detail van het UWV gegeven (de zogenaamde ‘vijfde laag’). Deze indeling maakt het mogelijk ‘Database en datawarehouse ontwikkelaars’ en ‘Database en datawarehouse beheerders’ te onderscheiden.
Als de bestaande indelingen van vacatures naar beroep niet voldoende aansluiten bij de gevraagde functies, zou, als alternatief, met een algoritme een selectie van vacatures gemaakt kunnen worden op basis van informatie in vacatureteksten. Op deze wijze kunnen vacatures geïdentificeerd worden die zich richten op arbeidskrachten met cloud-gerelateerde vaardigheden. Een vergelijkbare analyse is uitgevoerd voor vacatures voor arbeidskrachten met AI-vaardigheden.
Voor meer details in cijfers over de ontstane vacatures naar beroep moet, net als bij cijfers over de vacatures naar bedrijfstak, onderzocht worden of er voldoende celvulling is voor deze uitsplitsingen. Een publicatie van kwartaalcijfers in plaats van jaarcijfers zou wellicht ook mogelijk zijn voor ontstane vacatures naar beroep.
Vacaturegraad naar bedrijfstak
De vacaturegraad geeft het aantal openstaande vacatures weer per duizend banen, en is dus een relatieve maat voor de vraag naar personeel. Een bedrijfstak met een hele dynamische arbeidsmarkt heeft wellicht veel ontstane vacatures, maar als deze ook eenvoudig worden vervuld, ervaart men hier geen personeelskrapte. Dat ligt anders als er veel vacatures openstaan, deze worden namelijk in de vacaturegraad gerelateerd aan het aantal banen in de bedrijfstak.
Voor alle bedrijfstakken (waaronder de bedrijfstak Informatie en communicatie) wordt ieder kwartaal (vanaf 1997) het aantal openstaande vacatures op het aantal banen (vacaturegraad) berekend.
Vacaturegraad in meer detail binnen Informatie en communicatie
Afhankelijk van de kwaliteit van de brondata van de online vacatures zou via een modelmatige benadering ook het aantal openstaande vacatures berekend kunnen worden naar bedrijfstak in meer detail, en daarmee ook de vacaturegraad. Het is zonder nader onderzoek niet in te schatten of voor de vacaturegraad de cijfers met voldoende kwaliteit berekend kunnen worden. Dit is mede afhankelijk van de kwaliteit van de waarneming binnen de relevante SBI-groepen in de kwartaalenquête vacatures.