3. Internet of Things
Het gebruik van ‘slimme’ apparaten die met het internet verbonden zijn en online data verzamelen, verzenden en uitwisselen zonder tussenkomst van een persoon neemt toe. Dit zijn bijvoorbeeld ‘slimme meters’ voor water, gas of elektriciteit, smart tv’s, ‘slimme’ deurbellen met camera’s, en sensoren gebruikt in de industriële en agrarische sector. Al deze ‘slimme’ apparaten samen worden ook wel het Internet of Things (IoT) genoemd. De DA regelt de online uitwisseling van data via deze ‘slimme’ apparaten en wie de rechthebbenden zijn van de data die gegenereerd worden door deze apparaten.
3.1 Gebruik van IoT-apparaten
Het aantal personen dat ‘slimme’ apparaten (IoT) in huis gebruikt in Nederland nam toe van 81 procent in 2020 naar 89 procent in 2024. Momenteel meet het CBS alleen het aandeel personen dat een of meerdere IoT-apparaten gebruikt, hierbij wordt wel onderscheid gemaakt tussen enkele verschillende types IoT-apparaten. Van de personen die geen gebruik maken van deze apparaten, geeft 23 procent aan dat zij dit niet doen vanwege zorgen over privacy en beveiliging. Deze meting wordt tweejaarlijks uitgevoerd via de enquête ICT-gebruik personen: Slimme apparaten en systemen, 2020, 2022 en 2024.
Over zakelijk gebruik van IoT-apparaten heeft het CBS in 2021 eenmalig een uitvraag gedaan bij bedrijven, waarbij uitgesplitst is naar verschillende toepassingen: StatLine - ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak, 2021. Naast deze eenmalige uitvraag is in 2023 gevraagd (en zal ook in 2025 aan bedrijven gevraagd worden) of ze data analyseren die is gegenereerd door IoT-apparaten. Het antwoord op deze vraag geeft geen volledig beeld van het gebruik van IoT-apparaten. Zo is niet bepaald of bedrijven ook eigenaar zijn van de IoT-apparaten waar ze data van analyseren, en zullen er ook bedrijven zijn die geen data analyseren van IoT-apparaten terwijl ze deze apparaten wel in gebruik hebben.
3.2 Aantal IoT-apparaten
Het aantal IoT-apparaten in Nederland wordt door het CBS niet direct waargenomen. Voor zover bekend is er geen register van alle actieve IoT-apparaten in Nederland. Het aantal IoT-apparaten in gebruik zou wel gevraagd kunnen worden aan personen en bedrijven via de enquêtes ICT-gebruik personen en bedrijven (zie paragraaf 6.2). Op basis van de uitvraag kan een schatting gemaakt worden van het totaal aan IoT-apparaten dat gebruikt wordt in Nederland. Een kanttekening daarbij is wel dat het voor respondenten niet altijd eenvoudig is een juiste opgave te doen van het aantal IoT-apparaten over alle vestigingen van een bedrijf.
Internetverbinding IoT-apparaten via sim-kaarten
Een andere manier om de ontwikkeling van het aantal IoT-apparaten te benaderen is door te kijken naar de verbinding van apparaten met het internet. Hiermee kan een deel van het aantal actieve IoT-apparaten worden geschat. IoT-apparaten kunnen op verschillende manieren verbonden zijn met het internet, zoals bijvoorbeeld via sim-kaarten, het LoRa-netwerk, bluetooth of wifi.
IoT-apparaten kunnen verbonden worden met het internet via speciale sim-kaarten. Voor geautomatiseerde datatoepassingen moeten verplicht sim-kaarten met 097-nummers gebruikt worden, op deze manier blijven er voldoende 06-nummers beschikbaar voor telefonie. Het aantal uitgegeven simkaarten met 097-nummers geeft hiermee een indicatie voor het aantal IoT-apparaten dat op deze manier verbonden is met het internet. Het is echter niet uitgesloten dat dit type simkaarten ook voor andere doeleinden gebruikt wordt. Het aantal uitgegeven en actieve simkaarten met 097-nummers wordt ieder kwartaal gepubliceerd in de telecommonitor van de ACM (zie tabblad 'Mobiele telefonie'). Deze dataset bevat ook gegevens over het volume aan dataverbruik en SMS-berichten van 097-simkaarten, het aantal aansluitingen aan SP’s/MVNO’s (Service Provider / Mobile Virtual Network Operators4)) en ‘revenues’. De microdata van deze monitor worden jaarlijks geleverd aan het CBS. De huidige overeenkomst tussen de ACM en CBS biedt ruimte voor een kwartaallevering van deze data.
Overige IoT-internetverbindingen
IoT-apparaten kunnen ook via het LoRa-netwerk (Long Range) verbonden worden met het internet. Dit LoRa-netwerk is vergunningsvrij te gebruiken en er geldt geen meldings- of registratieplicht. Het LoRa-netwerk wordt voornamelijk gebruikt voor apparaten die niet continu een internetverbinding nodig hebben, maar af en toe kleine hoeveelheden data doorgeven (zoals sensoren). Er zijn bij het CBS geen tellingen van het aantal abonnementen op het landelijk dekkend LoRa-netwerk van KPN of van private geïnstalleerde gateways die gebruik maken van dit netwerk. Ook zijn er geen cijfers over internetverbindingen van IoT-apparaten via bluetooth of wifi beschikbaar bij het CBS. Hier lijken momenteel ook geen mogelijkheden voor te bestaan.
Aantal IoT-apparaten via producenten
Een andere wijze om het aantal IoT-apparaten in Nederland te benaderen is om bedrijven te bevragen die deze apparaten produceren of verkopen. Dit lijkt geen veelbelovende optie: het is zeer onzeker of deze bedrijven geïdentificeerd kunnen worden op basis van de huidig beschikbare data. Indien dit toch mogelijk zou zijn en óók het aantal geproduceerde en verkochte apparaten van deze bedrijven te achterhalen valt, dan nog geeft dit niet direct een beeld van het aantal IoT-apparaten dat in gebruik is genomen in Nederland. Daarnaast blijft onbekend hoe lang IoT-apparaten actief blijven functioneren. Deze methode zou ook alle internationale leveranciers missen, wat naar verwachting een groot aandeel is. Het bevragen van personen en bedrijven (zie hierboven in paragraaf 3.2) over het aantal gebruikte IoT-apparaten lijkt een grotere kans op succes te geven.
3.3 IoT data
Dataverwerkingsbedrijven
IoT-apparaten genereren een enorme hoeveelheid data. Deze data kan voor veel verschillende doeleinden gebruikt worden. De hoeveelheid data hiervan die dataverwerkingsbedrijven gebruiken wordt op dit moment (nog) niet waargenomen door het CBS. Het is niet zomaar mogelijk om dataverwerkingsbedrijven te identificeren die met deze data werken. Een van de moeilijkheden hierbij is dat deze markt zeer internationaal is. De grootste bedrijven zijn waarschijnlijk niet Nederlands en bevinden zich daardoor geheel buiten het bereik van de CBS enquêtes. Wanneer alleen naar de Nederlandse bedrijven wordt gekeken, wordt het grootste deel van de datastromen nog niet waargenomen. Om hier wel een beeld van te krijgen zou eerst een populatie dataverwerkingsbedrijven in Nederland moeten worden geïdentificeerd (zie paragraaf 2.3). Vervolgens zou aan deze populatie een vragenlijst gestuurd kunnen worden. Dit is echter een aanzienlijk project waarbij de lastendruk een beperkende factor zou kunnen zijn.
Consumenten
Data uit IoT- apparaten kunnen ook bruikbaar zijn voor personen en bedrijven die deze apparaten gebruiken. De DA introduceert wetgeving die gebruikers van IoT-apparaten toegang geeft tot hun eigen gegenereerde data. Momenteel is er bij het CBS geen informatie beschikbaar over of consumenten bekend zijn met de door hun IoT-apparaten gegenereerde data. Een consument kan er voor kiezen om IoT-data te delen met derde partijen om bijvoorbeeld inzicht te krijgen in deze data. Hierover heeft het CBS geen informatie. Deze onderwerpen zouden potentieel uitgevraagd kunnen worden bij consumenten, bijvoorbeeld als extra vragen die toegevoegd worden aan de enquêtes ICT-gebruik personen en/of bedrijven (zie paragraaf 6.2).
De DA zal gegevenshouders (bedrijven) vanaf september 2025 verplichten om data te delen met gebruikers van geleverde IoT-apparaten. Het aantal bedrijven wat dan verplicht data moet delen en of er compensatie zal worden gegeven voor het delen van deze data wordt (nog) niet waargenomen door het CBS. Deze gegevens zouden mogelijk bij bedrijven uitgevraagd kunnen worden in de enquête ICT-gebruik bedrijven (zie paragraaf 6.2). Mogelijk is dit wel een té specifieke vraag voor de gehele populatie van deze enquête, dit is enkel relevant voor de subgroep van bedrijven die IoT-apparaten aan gebruikers levert. Deze vraag kan dan wellicht beter gesteld worden aan een geselecteerde groep van bedrijven (selectie van bedrijven door middel van een filtervraag), onder het voorbehoud dat deze groep groot genoeg is voor betrouwbare uitkomsten.
Energiedata van ‘slimme’ meters
In de bedrijfstak energie worden IoT-apparaten nu veel gebruikt: er zijn veel energie-aansluitingen met een ‘slimme’ meter. Op termijn (voorziene periode: maanden) krijgt het CBS mogelijk beschikking over de data die door deze IoT-apparaten gegenereerd wordt. Deze data geven ook informatie over het aantal huishoudens en bedrijven die dit soort IoT-apparaten gebruiken en hoeveel IoT-apparaten er zijn per energie-aansluiting. Hiermee kan dan het deel van de actieve IoT-apparaten voor de energiesector bij huishoudens en bedrijven in beeld gebracht worden.