Auteur: Lieke Hesen, Aafke Heringa, Mariëtte Goedhuys, Erna van der Wal en Joren Swart
Transformaties in de woningvoorraad 2022

Samenvatting

In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) brengt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de woningtransformaties jaarlijks in beeld. Dit rapport en de bijbehorende tabellenset geven inzicht in het aantal woningen die in 2022 aan de woningvoorraad zijn toegevoegd ten gevolge van transformatie. Onder transformatie wordt het hergebruik van bestaande panden verstaan waarbij het gebruik van het pand (deels) wordt omgezet van een niet-woonfunctie naar een woonfunctie. De woningen die ontstaan door transformatie van het pand worden in dit rapport woningtransformaties genoemd.

De woningvoorraad neemt toe door nieuwbouw, woningtransformaties en andere ‘overige toevoegingen’. In 2022 waren er 9.565 woningtransformaties, dat is een daling van 9 procent ten opzichte van 2021. Nieuwbouw blijft de belangrijkste reden dat de woningvoorraad toeneemt. Het totaal van nieuwbouw en transformaties komt op 84,1 duizend woningen. Dat is 3 procent meer dan in 2021, toen ging het om 81,7 duizend woningen.

Nieuwbouw, woningtransformaties en andere overige toevoegingen
 NieuwbouwWoningtransformatieAndere overige toevoeging
2015483811077019709
2016548491023521074
2017629821023517606
2018665851221015152
2019715481248014731
2020699851021512874
2021712211048015883
202274560956514918
 

Van de bijna 9,6 duizend woningtransformaties in 2022 is ruim een vijfde (22%) gerealiseerd in de provincie Zuid-Holland. Dat is vergelijkbaar met 2021, maar minder dan in 2020. Toen nam deze provincie meer dan een kwart van de woningtransformaties voor haar rekening (27%) en in 2019 zelfs meer dan een derde (34%). De provincie Noord-Holland neemt in 2022 een tweede plaats in met ruim een zesde van de woningtransformaties (17%). Dat is iets minder dan vorig jaar, toen deze provincie 19 procent van de woningtransformaties opleverde. De provincie Noord-Brabant volgt als derde met 15 procent van de woningtransformaties. Dat is meer dan de 11 procent uit 2021; een toename van 260 woningtransformaties. De grootste toename was echter te zien in de provincie Flevoland, waar het aantal woningtransformaties bijna vervijfvoudigde van 75 in 2021 naar 355 in 2022. Daarnaast was er een toename te zien in Overijssel (van 475 naar 550), Fryslân (van 380 naar 435) en in wat mindere mate in Zeeland (van 135 naar 145).

De meeste woningtransformaties zijn, evenals in 2021, in voormalige kantoorpanden; het aantal is echter wel met 30 procent afgenomen ten opzichte van een jaar eerder. In 2021 was 43 procent van de woningtransformaties in voormalige kantoorpanden, in 2022 is dat 33 procent. De grootste absolute toename van het aantal woningtransformaties is te zien in panden die voorheen als hoofdfunctie ‘gezondheidszorg’, 'logies' of ‘wonen’1) hadden.

Transformaties waarbij maar een deel van het pand wordt getransformeerd naar woningen noemen we een deeltransformatie. Dat deeltransformaties een belangrijke rol spelen, blijkt uit het feit dat bij meer dan de helft (53%) van de pandtransformaties minder dan 50 procent van het pandoppervlak getransformeerd wordt naar woningen. Ten opzichte van vorig jaar wordt iets minder vaak maar een klein deel (<25%) van het pand getransformeerd: er is sprake van een lichte afname van 29 procent in 2021 naar 27 procent in 2022. Dat is vergelijkbaar met 2020. Het aandeel panden dat (bijna) in zijn geheel wordt getransformeerd (75% of meer van het pandoppervlak) is met 32 procent gelijk aan 2021.

Woningtransformaties hebben vaak een klein oppervlak: in 2022 is 68 procent van de woningtransformaties kleiner dan 75 m2. Dat is een fractie minder dan in 2021 (69%). De afgelopen jaren vindt een verschuiving plaats naar wat grotere oppervlaktes. In 2017 was 46 procent van de transformaties kleiner dan 50 m2, in 2022 is dat nog maar 39 procent. Voor alle oppervlakteklassen neemt het aantal transformaties af, met uitzondering van de klasse 75-100 m2, die met 14 procent (200 woningen) toeneemt.

De vaak kleine woningen die ontstaan uit transformaties worden vooral bewoond door kleine huishoudens; 3 op 5 (60%) van de huishoudens die wonen in een woningtransformatie zijn eenpersoonshuishoudens, gevolgd door paren zonder kinderen (27%). Een kleiner aandeel wordt gevormd door gezinnen met kinderen en institutionele huishoudens, respectievelijk 8 en 4 procent. Bij de leeftijdssamenstelling is te zien dat ten opzichte van vorig jaar het aandeel jongeren tot en met 27 jaar afneemt van 46 naar 42 procent. Het aandeel ouderen van 67 jaar en ouder neemt toe: van 6 naar 9 procent. Drie kwart van de woningtransformaties is in 2022 een huurwoning in bezit van een overige verhuurder, bijna 12 procent is een koopwoning en 11 procent is eigendom van een woningcorporatie.

1) Wanneer een woningtransformatie plaatsvindt in een pand met als voormalig hoofdfunctie wonen, betreft het een deeltransformatie. In dit geval wordt een deel van het pand getransformeerd (het deel dat bestaat uit niet-woningen). Dit zijn bijvoorbeeld panden waar bedrijven/kantoren/winkels in de plint tot appartementen worden getransformeerd, maar ook transformaties waarbij appartementen in fases worden opgeleverd.