1913

Sigarenmakersstaking 1913
© Tekening n.a.v. de sigarenmakersstaking 1913.

Het jaar 1913 staat nummer 3 op de lijst van geschillen die tot een staking leidde. Centraal in de conflicten stond de tabaksindustrie, met name die van sigaren. Het conflict was al eerder begonnen maar bereikte in 1913 haar hoogtepunt. Van januari tot mei lag de complete Nederlandse tabaksindustrie stil door dit conflict. In die tijd was de sigarenfabricage nog amper gemechaniseerd. Het loon van de sigarenmakers was daarom een belangrijke factor bij de totale loonkosten.

Bijzonder aan deze stakingen was dat de vier gezamenlijke vakbonden – katholiek, protestants, sociaaldemocratisch en ‘vrij’ - ze steunden en dat er sprake was van een gemeenschappelijk programma dat als basis diende voor de onderhandelingen. De vakbonden eisten afschaffing van de huisindustrie, een tien-urige werkdag, een vrije zaterdagmiddag en een landelijk loontarief. De werkgevers accepteerden uiteindelijk de voorgestelde landelijke regeling van het loon in een cao. De gang naar een meer effectieve vakbeweging was al eerder ingezet. Nederland kreeg in deze periode kort vóór de Eerste Wereldoorlog een moderne, gecentraliseerde vakbeweging die op nationaal niveau steeds meer in te brengen kreeg in de maatschappelijke verhoudingen.

Relevante links