Biodiversiteit en klimaatverandering

Wat behelst het onderzoek?

Doel

De ontwikkelingen beschrijven in de verschillende soortgroepen. Dit sluit aan op meetdoelen van het Netwerk Ecologische Monitoring.

Doelpopulatie

De afzonderlijke soortgroepen.

Statistische eenheid

Aantal organismen behorend tot een soortgroep (13 van de 16 graadmeters), dagen (3 graadmeters).

Aanvang onderzoek

Verschilt per graadmeter.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Alleen definitieve cijfers worden gepubliceerd.

Hoe wordt het uitgevoerd?

Soort onderzoek

Voor de meeste soorten wordt een steekproeftelling uitgevoerd in de leefgebieden. Sommige soorten wordt integraal geteld (d.w.z. alle individuen).

Waarnemingsmethode

Vaste meetlocaties van enige hectaren worden een aantal maal per jaar. Hierbij worden alle voorkomende soorten geteld. Er wordt onderscheid gemaakt in jonge en volwassen dieren.

Berichtgevers

Verschillende Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (zoals bijvoorbeeld SOVON, RAVON en De Vlinderstichting) coördineren het veldwerk en verzamelen de gegevens van waarnemers (vrijwilligers).

Steekproefomvang

Per jaar meerdere tellingen (afhankelijk van de soortgroep) verdeeld over duizenden meetlocaties.

Controle- en correctiemethoden

Er is voor iedere soortgroep wel een handleiding waarin opzet, uitvoering en verwerking van de tellingen beschreven worden. Er vindt controle op fouten en onwaarschijnlijkheden plaats. De afzonderlijke tellingen worden gesommeerd tot routecijfers en weekcijfers worden omgezet naar jaarcijfers. Van de tellingen van vlinders, libellen en vogels worden de datums waarop de tellingen zijn gedaan om het jaarlijkse begin van de vliegperiode (vlinders, libellen) en het jaarlijkse begin van de eilegperiode (vogels) te bepalen.  Steekproefomvang en –dekking worden gecontroleerd.

Weging

De cijfers van de tellingen worden gewogen naar de oppervlakte van het verspreidingsgebied van soorten per fysisch-geografische regio’s (landschappeljike eenheden zoals duinen, hogere zandgronden e.d.).

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Het analyseprogramma TRIM geeft de standaardfout van de berekende trend van de afzonderlijke soortengroepen en dagnummers. De indexen en dagnummers vertonen jaarlijkse kleine schommelingen ook in reeds berekende jaren. De non-respons (ontbrekende cijfers) worden bijgeschat met behulp van het analyseprogramma TRIM.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De cijfers zijn over de gehele periode vergelijkbaar.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De verwerking van alle natuurstatistieken lijkt veel op elkaar, daarom zijn zo veel mogelijk gestandaardiseerde en vergelijkbare processen en procedures voor alle statistieken in gang gezet. Ook worden alle uitkomsten aan externe deskundigen voorgelegd.