Grootste cao-loonstijging in veertien jaar, maar inflatie stijgt harder

een man die met winkeltassen in zijn hand staat
© CBS / Nikki van Toorn
In 2022 stegen de cao-lonen met 3,2 procent ten opzichte van 2021, de grootste toename sinds 2008. De inflatie was flink hoger. In de bedrijfstak onderwijs was de loonstijging het grootst. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In het laatste kwartaal van 2022 waren de cao-lonen 3,6 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dit is de grootste cao-loonstijging in twintig jaar. In het tweede kwartaal van 2002 was de stijging met 3,7 procent nog net iets hoger.

De ontwikkeling van de consumentenprijzen (cpi) is pas komende dinsdag bekend, maar deze zal ruim boven die van de cao-lonen liggen. In de eerste elf maanden van 2022 was de gemiddelde toename van de cpi 10,0 procent. Daarmee is de reële cao-loonontwikkeling (de cao-loonontwikkeling gecorrigeerd voor inflatie) rond de -6 procent in 2022.

Sinds de start van de publicatie van deze jaarcijfers in 1973 is zo’n groot verschil tussen cao-loonstijging en inflatieontwikkeling nog niet voorgekomen.

Reële cao-loonontwikkeling
JaarReële cao-loonontwikkeling (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Consumentenprijzen1) (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
19734,713,18,0
19744,714,89,6
19754,815,510,2
19760,69,48,8
19770,57,26,7
19782,16,34,1
19790,64,84,2
1980-2,34,16,5
1981-3,82,66,7
19820,66,66,0
1983-1,71,12,8
1984-3,10,13,3
19850,42,72,3
19862,02,20,2
19871,61,1-0,5
19880,10,80,7
19890,61,71,1
19900,83,32,5
1991-0,23,73,9
19920,54,23,7
19931,13,22,1
1994-1,21,52,7
1995-0,91,12,0
1996-0,31,82,1
19970,83,02,2
19981,33,32,0
19991,13,32,2
20000,73,32,6
2001-0,14,44,5
20020,23,63,4
20030,72,82,1
20040,11,31,2
2005-1,00,71,7
20060,92,01,1
20070,52,11,6
20080,83,32,5
20091,62,81,2
20100,01,31,3
2011-1,21,12,3
2012-1,11,42,5
2013-1,31,22,5
2014-0,10,91,0
20150,81,40,6
20161,51,80,3
20170,01,41,4
20180,32,01,7
2019-0,12,52,6
20201,62,91,3
2021-0,62,12,7
2022*-6,23,210,0
1)Het cijfer voor 2022 is het gemiddelde voor de eerste elf maanden *voorlopige cijfers

Grootste stijging bij sector overheid

In 2022 stegen de lonen het meest bij de sector overheid; met 4,1 procent. In de sector gesubsidieerde instellingen en de sector particuliere bedrijven namen de lonen toe met respectievelijk 3,3 en 3,0 procent. Vorig jaar had de sector overheid nog de kleinste loonstijging (1,9 procent).

 
Ontwikkeling cao-lonen inclusief bijzondere beloningen
 2021 (% verandering t.o.v. een jaar eerder)2022* (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Totaal2,13,2
Overheid1,94,1
Gesubsidieerde
instellingen
2,53,3
Particuliere
bedrijven
2,03,0
*voorlopige cijfers
 

Grootste loonstijging in bedrijfstak onderwijs

Op het niveau van bedrijfstakken stegen de lonen in 2022 met 5,2 procent het meest in het onderwijs. In het vierde kwartaal is de loonontwikkeling opgelopen naar 7,0 procent. De stijging in het onderwijs komt onder andere doordat dit jaar de lonen in het primair en het voortgezet onderwijs gelijkgetrokken zijn.

De bedrijfstak vervoer en opslag (4,6 procent) is de tweede grootste stijger in 2022. In de bedrijfstakken landbouw, bosbouw en visserij en energievoorziening stegen de lonen het minst met respectievelijk 2,0 en 2,2 procent.

Cao-loonstijging naar bedrijfstak
Bedrijfstakken2022* (% verandering t.o.v. een jaar eerder)2021 (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Totaal3,22,1
Onderwijs5,21,4
Vervoer en opslag4,61,9
Openbaar bestuur
en overheidsdiensten
3,42,0
Handel3,31,8
Gezondheids- en
welzijnszorg
3,32,9
Horeca3,00,3
Informatie en
communicatie
3,02,1
Verhuur en handel
van onroerend goed
3,02,2
Verhuur en overige
zakelijke diensten
3,01,9
Overige dienstverlening2,92,7
Waterbedrijven
en afvalbeheer
2,82,3
Industrie2,72,3
Bouwnijverheid2,72,5
Specialistische
zakelijke diensten
2,82,1
Cultuur, sport
en recreatie
2,61,1
Financiële
dienstverlening
2,42,4
Energievoorziening2,22,4
Landbouw en visserij2,01,6
*voorlopige cijfers
 

Contractuele loonkosten met 3,6 procent gestegen

De contractuele loonkosten; de cao-lonen plus werkgeverspremies, stegen met 3,6 procent in 2022 ten opzichte van een jaar eerder. Per kwartaal namen de loonkosten toe; in het vierde kwartaal was de toename van de loonkosten 4,9 procent. Hiermee ligt de ontwikkeling van de contractuele loonkosten hoger dan die van de cao-lonen. De vergelijking met het laatste kwartaal vorig jaar valt hoger uit, omdat van augustus tot en met december 2021 de WW-premie tijdelijk werd verlaagd. Daartegenover staat dat de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw) in 2022 is verlaagd ten opzichte van 2021.

Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten
JaarCao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Contractuele loonkosten per uur (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
'101,31,5
'111,11,4
'121,42,4
'131,21,6
'140,91,3
'151,40,6
'161,82,0
'171,41,9
'182,02,4
'192,53,1
'202,92,9
'212,12,0
'22*3,23,6
*voorlopige cijfers

De voorlopige cijfers over 2022 zijn gebaseerd op 99 procent van de cao’s waaruit de statistiek is opgebouwd. Dit betekent dat voor verreweg de meeste cao’s in 2022 een definitief akkoord is bereikt. In de laatste twee decennia is dit niet zo hoog geweest. In dezelfde periode van 2021 was dit 88.

Ongeveer 8 op de 10 werknemers vallen onder een cao.

Per 1 januari 2023 speelt de cao-loonontwikkeling een rol bij het vaststellen van de maximaal toegestane huurverhoging in de vrije sector.