Economie krimpt met 0,8 procent in eerste kwartaal 2021

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© CBS / Alrik Swagerman
Volgens de tweede berekening van het CBS is het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal van 2021 met 0,8 procent gekrompen ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020. De tweede berekening van het bbp wordt ongeveer 90 dagen na afloop van het kwartaal gepubliceerd.

Het groeicijfer is neerwaarts bijgesteld. Bij de eerste berekening, die is gepubliceerd op 18 mei, kwam de krimp uit op 0,5 procent. De bijstelling wordt enerzijds veroorzaakt door nieuwe, completere data over het eerste kwartaal 2021 en anderzijds door bijstellingen van de jaarcijfers voor 2019 en 2020 en het aansluiten van de kwartaalramingen op die nieuwe jaarcijfers. Dat gebeurt elk jaar in juni.

Het economisch beeld is niet veranderd: de krimp van het bbp in het eerste kwartaal van 2021 is vooral toe te schrijven aan de gedaalde consumptie door huishoudens. De stijging van de investeringen en het handelssaldo dempten de krimp.

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalIndex (2015=100)
20141e kwartaal97,3
20142e kwartaal97,9
20143e kwartaal98,1
20144e kwartaal99
20151e kwartaal99,6
20152e kwartaal99,9
20153e kwartaal100,2
20154e kwartaal100,3
20161e kwartaal101,2
20162e kwartaal101,4
20163e kwartaal102,6
20164e kwartaal103,4
20171e kwartaal103,9
20172e kwartaal104,9
20173e kwartaal105,6
20174e kwartaal106,5
20181e kwartaal106,9
20182e kwartaal107,5
20183e kwartaal107,9
20184e kwartaal108,4
20191e kwartaal109
20192e kwartaal109,5
20193e kwartaal109,9
20194e kwartaal110,4
20201e kwartaal108,6
20202e kwartaal99,5
20203e kwartaal107
20204e kwartaal107
20211e kwartaal106,2

Tweede berekening

De tweede berekening wordt 90 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, is op basis van de dan beschikbare informatie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen.

De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2016-2020) gemiddeld 0,04 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,2 en 0,1 procentpunt.

Bijstelling groei in voorgaande kwartalen

Bij elke nieuwe berekening van het bbp bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. Dit heeft tot een bijstelling geleid van de bbp-groei van het derde kwartaal van 2020 van 7,7 naar 7,5 procent en van het vierde kwartaal van 2020 van -0,1 naar 0,0 procent.

Jaarcijfers

Met de publicatie van de tweede berekening van het eerste kwartaal van 2021 worden ook herziene jaarcijfers van 2019 (definitief) en 2020 (voorlopig) gepubliceerd. Op basis van nieuw beschikbaar gekomen informatie is de economische groei in 2020 aangepast van -3,7 naar -3,8 procent. De economische groei in 2019 is definitief vastgesteld op 2,0 procent. Dat is 0,3 procentpunt hoger dan bij de vorige berekening.

Groei ten opzichte van het eerste kwartaal van 2020

Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het eerste kwartaal met 2,4 procent. Volgens de eerste berekening was dat 2,8 procent. De krimp is vooral toe te schrijven aan de lagere consumptie door huishoudens. Het handelssaldo en de overheidsconsumptie waren echter groter dan een jaar eerder.

Vooral de toegevoegde waarde van door corona getroffen bedrijfstakken is neerwaarts bijgesteld in de kwartalen van 2020. Hierdoor viel de jaar-op-jaarkrimp in het eerste kwartaal van 2021 kleiner uit dan bij de eerste berekening. De mutaties bij de bedrijfstakken waren in het afgelopen jaar uitzonderlijk hoog en grillig. De onzekerheidsmarges om de kwartaalramingen zijn hierdoor groter dan voor de pandemie.

Bruto binnenlands product (volume)
JaarKwartaalIndex (%-mutatie t.o.v. jaar eerder)
20141e kwartaal1,3
20142e kwartaal1,4
20143e kwartaal1,1
20144e kwartaal1,8
20151e kwartaal1,9
20152e kwartaal2,1
20153e kwartaal2,5
20154e kwartaal1,4
20161e kwartaal2,1
20162e kwartaal2,3
20163e kwartaal2,1
20164e kwartaal2,2
20171e kwartaal3,2
20172e kwartaal3
20173e kwartaal2,8
20174e kwartaal2,6
20181e kwartaal2,6
20182e kwartaal2,7
20183e kwartaal2,2
20184e kwartaal1,9
20191e kwartaal1,9
20192e kwartaal2
20193e kwartaal2,1
20194e kwartaal1,9
20201e kwartaal-0,2
20202e kwartaal-9,2
20203e kwartaal-2,6
20204e kwartaal-2,9
20211e kwartaal-2,4

Aantal banen daalt met 16 duizend

Volgens de tweede berekening daalde het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het eerste kwartaal met 16 duizend ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020. De eerste berekening kwam uit op een daling van 69 duizend banen.

Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2020 waren er in het eerste kwartaal van 2021 volgens de tweede berekening 169 duizend banen van werknemers en zelfstandigen minder. Dat was bij de eerste berekening 221 duizend.

De banencijfers zijn bijgesteld op basis van aangevulde broninformatie.

Banen van werknemers en zelfstandigen (seizoengecorrigeerd)
   mutatie (verandering t.o.v. kwartaal eerder (x 1 000))
20141e kwartaal-12
20142e kwartaal18
20143e kwartaal23
20144e kwartaal29
20151e kwartaal35
20152e kwartaal33
20153e kwartaal37
20154e kwartaal41
20161e kwartaal13
20162e kwartaal54
20163e kwartaal46
20164e kwartaal55
20171e kwartaal62
20172e kwartaal66
20173e kwartaal75
20174e kwartaal73
20181e kwartaal81
20182e kwartaal71
20183e kwartaal64
20184e kwartaal43
20191e kwartaal54
20192e kwartaal49
20193e kwartaal33
20194e kwartaal52
20201e kwartaal47
20202e kwartaal-281
20203e kwartaal156
20204e kwartaal-25
20211e kwartaal-16