Prognose levensverwachting 65-jarigen: 20,82 jaar in 2026

© Hollandse Hoogte / Robin Utrecht
Het CBS verwacht dat de levensverwachting op 65-jarige leeftijd 20,82 jaar zal zijn in 2026. Beleidsmakers gebruiken dit cijfer om de toekomstige AOW-leeftijd vast te stellen. De prognose van de levensverwachting is een onderdeel van de Bevolkingsprognose 2020–2070 die het CBS op 16 december publiceert.

De levensverwachting van 20,82 jaar in 2026 is in de nieuwste prognose vrijwel hetzelfde als in de prognose van 2019 (20,86 jaar). Dit is een verschil van twee weken. De prognose beschrijft de meest waarschijnlijke ontwikkeling, maar kent ook onzekerheden. Meer hierover staat in de laatste alinea.

Levensverwachting op 65-jarige leeftijd, waarneming en prognose
 Waarneming (jaar)Prognose van 2019 (jaar)67% prognose-interval (jaar)95% prognose-interval (jaar)Prognose van 2020 (jaar)
200017,44
200117,57
200217,60
200317,78
200418,19
200518,34
200618,58
200718,86
200818,99
200919,21
201019,28
201119,51
201219,45
201319,60
201419,91
201519,66
201619,76
201719,88
201819,88
201920,1020,1319,85 – 20,4219,56 – 20,71
202020,2319,83 – 20,6419,43 – 21,06
202120,3319,84 – 20,8319,34 – 21,35
202220,4319,87 – 21,0119,29 – 21,61
202320,5419,90 – 21,1919,26 – 21,86
202420,6419,94 – 21,3619,24 – 22,10
202520,7519,99 – 21,5219,23 – 22,33
202620,8620,05 – 21,6919,23 – 22,5620,82
202720,9720,11 – 21,8619,25 – 22,78
202821,0920,18 – 22,0219,26 – 23,00
202921,2020,24 – 22,1919,28 – 23,22
203021,3220,31 – 22,3519,31 – 23,43
203121,4320,38 – 22,5119,34 – 23,64
203221,5520,46 – 22,6719,37 – 23,8521,50
203321,6720,54 – 22,8319,41 – 24,06
203421,7820,61 – 22,9919,45 – 24,27
203521,9020,69 – 23,1519,49 – 24,47
203622,0220,77 – 23,3119,53 – 24,67
203722,1420,85 – 23,4719,57 – 24,87
203822,2520,93 – 23,6219,62 – 25,07
203922,3721,01 – 23,7819,66 – 25,27
204022,4821,09 – 23,9319,71 – 25,46

AOW-wet gebruikt CBS-prognose

De prognose van het CBS wordt gebruikt voor de vaststelling van de toekomstige AOW-leeftijd volgens de Algemene Ouderdomswet (AOW, art. 7a). Aan de hand van de prognose van de levensverwachting van 65-jarigen in 2026 stelt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de AOW-leeftijd voor 2026 vast. Volgens de AOW-wet gaat de AOW-leeftijd in 2024 naar 67 jaar. Voor de jaren daarna wordt de verhoging van de AOW-leeftijd bepaald aan de hand van de prognose van de levensverwachting. Op 8 juli 2020 hebben minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Vijlbrief van Financiën hiervoor het wetsvoorstel Verandering koppeling AOW-leeftijd aan de Tweede Kamer aangeboden.

Levensverwachting neemt toe

De levensverwachting van 65-jarigen neemt sinds 1950 toe. Destijds leefden 65-jarigen gemiddeld nog 14,3 jaar, in 2019 was dat 20,1 jaar. In 2026 zal dat volgens de huidige prognose 0,7 jaar langer zijn. De toename van de levensverwachting verloopt niet gelijkmatig over de jaren. Er zijn perioden waarin de trend versnelt of juist stagneert. In Nederland, maar ook in andere West-Europese landen, nam de levensverwachting tussen 2012 en 2018 minder snel toe. In 2019 is de levensverwachting in Nederland weer wat meer toegenomen.

Levensverwachting op 65-jarige leeftijd
JaarTotaal (jaar)Mannen (jaar)Vrouwen (jaar)
195014,314,114,6
195114,414,114,7
195214,614,314,9
195314,414,014,8
195414,614,215,1
195514,614,015,1
195614,413,914,9
195714,814,215,3
195814,814,215,4
195915,014,215,7
196015,014,215,7
196115,114,315,9
196214,913,915,8
196314,813,815,8
196415,314,116,4
196515,113,916,2
196615,113,916,2
196715,313,916,6
196815,113,716,4
196915,113,616,4
197015,113,616,5
197115,213,616,6
197215,113,416,6
197315,413,717,0
197415,613,817,2
197515,513,517,2
197615,613,517,4
197716,114,018,0
197815,913,717,9
197916,314,018,3
198016,314,018,4
198116,414,018,5
198216,414,018,5
198316,514,018,7
198416,514,118,7
198516,514,018,7
198616,514,018,7
198716,914,319,0
198816,914,419,0
198916,814,318,9
199016,914,419,0
199117,014,519,0
199217,114,719,1
199316,814,418,8
199417,114,819,1
199517,114,719,1
199617,114,819,0
199717,315,019,2
199817,315,119,2
199917,315,219,1
200017,415,319,2
200117,615,519,3
200217,615,619,3
200317,815,819,5
200418,216,319,8
200518,416,420,0
200618,616,720,1
200718,917,020,5
200819,017,320,5
200919,217,420,8
201019,317,620,8
201119,517,920,9
201219,517,920,8
201319,618,021,0
201419,918,521,2
201519,718,220,9
201619,818,421,0
201719,918,621,1
201819,918,621,0
201920,118,821,2

Invloed corona

Vooral in de eerste negen weken van de coronapandemie die in maart begon, lag de sterfte in Nederland hoger dan gemiddeld. Momenteel loopt het aantal overledenen ook weer op. Afhankelijk van de ontwikkeling in de rest van het jaar zal de levensverwachting in 2020 enkele maanden tot een jaar lager zijn dan wanneer er geen corona was geweest. Toch zal de coronapandemie de al jaren stijgende lijn in de levensverwachting naar verwachting niet nadelig beïnvloeden. Na vorige perioden met hoge sterfte, de Spaanse griep en de Tweede Wereldoorlog, was de levensverwachting snel weer terug op het oude niveau. Daarom is de nieuwste prognose van de levensverwachting voor 2026 ongeveer gelijk aan de prognose die vóór de coronapandemie gemaakt is.

Levensverwachting bij geboorte sinds 18611)
PeriodeMannen (jaar)Vrouwen (jaar)
1861
tot
1866
36,4638,24
1866
tot
1871
36,5038,50
1871
tot
1876
36,3538,70
1876
tot
1881
39,8442,45
1881
tot
1886
41,4143,98
1886
tot
1891
42,5245,37
1891
tot
1896
44,1046,91
1896
tot
1901
47,4950,43
1901
tot
1906
49,3552,21
1906
tot
1911
52,6454,96
1911
tot
1916
55,3257,43
1916
tot
1921
53,3555,28
1921
tot
1926
60,7862,25
1926
tot
1931
62,4863,94
1931
tot
1936
65,0766,45
1936
tot
1941
65,8767,86
1941
tot
1946
59,7065,11
1946
tot
1951
68,6971,26
1951
tot
1956
70,7073,39
1956
tot
1961
71,2974,81
1961
tot
1966
71,1675,89
1966
tot
1971
70,9776,38
1971
tot
1976
71,2377,21
1976
tot
1981
72,1078,62
1981
tot
1986
72,8879,53
1986
tot
1991
73,5679,99
1991
tot
1996
74,3080,22
1996
tot
2001
75,1880,52
2001
tot
2006
76,4281,08
2006
tot
2011
78,2682,37
2011
tot
2016
79,4783,03
1) Per periode van vijf jaar.

Meest waarschijnlijke ontwikkeling

Voor het maken van de prognose van de levensverwachting maakt het CBS gebruik van een in de internationale wetenschappelijke wereld ontwikkeld model. In dat model wordt ervan uitgegaan dat op lange termijn de stabiele, dalende trend in de sterftekansen in West-Europa doorzet. Tijdelijke veranderingen in de Nederlandse trend hebben zo een minder groot verstorend effect op de toekomstverwachtingen dan wanneer het model alleen van de Nederlandse ontwikkelingen gebruik zou maken. Prognoses zijn echter onzeker. Om de onzekerheid rondom de prognose van de levensverwachting aan te geven, worden prognose-intervallen berekend. Deze geven een indruk van de verwachte nauwkeurigheid van de prognose.
De prognose van de levensverwachting is onderdeel van de jaarlijkse bevolkingsprognose van het CBS. Deze beschrijft de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse bevolking. De CBS Bevolkingsprognose 2020–2070 wordt op 16 december gepubliceerd.

[video: https://www.cbs.nlnl-nl/video/89f9a1d37ac84f989016a060a34bc9bb]