Investeren in energie levert bijna 100 duizend banen op

© Hollandse Hoogte / Arie Kievit
In 2018 is 14,8 miljard euro geïnvesteerd in energiegerelateerde activiteiten: investeringen in conventionele energie, hernieuwbare energie, energienetwerken en energiebesparing. Terwijl het aandeel investeringen in conventionele energie daalde, groeide het aandeel investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparing sinds 2012. De hiermee gepaard gaande werkgelegenheid is toegenomen tot ruim 97 duizend voltijdbanen in 2018. Hiervan waren er 57 duizend gerelateerd aan hernieuwbare energie en energiebesparing, in 2014 waren dit er nog 43 duizend. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
De totale investeringen in energiegerelateerde activiteiten zijn tussen 2008 en 2014 toegenomen van 10,6 miljard euro tot 13,6 miljard euro. De investeringen in offshore windparken, kolencentrales en zonnepanelen, maar ook in de olie- en gaswinning en de aardolieraffinaderijen stegen in deze periode. Vanaf 2014 vond er een omslag plaats en daalden de investeringen in de conventionele sectoren van 5,7 miljard euro in 2014 tot 3,1 miljard euro in 2018. Daar stond tegenover dat de investeringen in hernieuwbare energie, energiebesparing en netwerken in deze periode zijn gestegen Hierdoor zijn totale energiegerelateerde investeringen toegenomen naar 14,8 miljard euro in 2018.

Investeringen zonne-energie het meest toegenomen

De investeringen in hernieuwbare energie zijn gestegen van 1,7 miljard euro in 2008 naar 4 miljard euro in 2018. Vooral de investeringen in zonne-energie zijn toegenomen. Ook de investeringen in windenergie zijn gegroeid, maar variëren sterk per jaar. Dit komt door de aanleg van grote windparken op zee, waardoor er investeringspieken ontstaan. Naast de investeringen in hernieuwbare energie zijn ook de investeringen in energiebesparing, zoals het isoleren van woningen, gestegen: van 2,4 miljard euro in 2008 naar 4,1 miljard euro in 2018.

De investeringen in de infrastructuur voor het transporteren en distribueren van gas en elektriciteit zijn toegenomen van 1,8 miljard euro in 2008 tot 3,6 miljard euro in 2018. Het gaat hier vooral om investeringen in het elektriciteitsnetwerk, onder andere gericht op het vergroten van de netcapaciteit. Energiebronnen op basis van wind en zon zorgen voor meer pieken en dalen in het elektriciteitsnetwerk, hiervoor zijn investeringen nodig om het netwerk bestendig te maken. Ook de bouw van grote offshore windparken en het aansluiten van deze windparken op het netwerk vereisen investeringen in de netwerken.

Ontwikkeling van de investeringen
jaarProductie elektriciteit en warmte uit fossiele brandstoffen en kernenergie (mld euro)Aardolieraffinaderijen (mld euro)Olie- en gas winning (mld euro)Netwerken (mld euro)Warmte, geothermie en energie uit water (mld euro)Overig (incl Biomassa en biobrandstoffen) (mld euro)Windenergie (mld euro)Zonne-energie (mld euro)Energiebesparing (mld euro)
20082,00,62,01,80,60,50,60,12,4
20091,50,51,82,40,30,20,20,12,2
20102,00,51,62,50,30,90,20,12,5
20112,50,62,42,10,40,50,30,22,8
20122,90,82,02,30,40,30,40,42,5
20132,70,61,72,60,30,30,50,62,7
20142,60,82,32,60,30,21,10,53,0
20152,10,61,92,40,30,31,40,73,2
20161,00,71,63,60,40,21,10,93,6
20171,60,70,63,00,50,30,31,04,1
20181,61,00,63,60,70,41,11,84,1

Energiegerelateerde activiteiten goed voor 3,5 procent van bbp

In 2019 was de bijdrage van energiegerelateerde activiteiten aan het bruto binnenlands product (bbp) 3,5 procent, in 2013 was dit nog 5,9 procent. De piek rond 2012 en 2013 was het gevolg van een combinatie van factoren, waaronder de hoge aardgaswinning, relatief hoge energieprijzen en investeringen in nieuwe kolencentrales. Hierdoor steeg de toegevoegde waarde van de conventionele energiesector. Sinds 2013 is het aandeel van conventionele energie in het bbp sterk gedaald. Dit komt met name door een daling van de toegevoegde waarde tussen 2013 en 2016 van de aardgaswinning als gevolg van de verminderde gaswinning in Groningen. Tegelijkertijd is de bijdrage van hernieuwbare energie aan het bbp gestegen en wordt hernieuwbare energie belangrijker voor de Nederlandse economie. Tussen 2013 en 2019 is de bijdrage van hernieuwbare energie aan het bbp gegroeid van 0,4 procent naar 0,7 procent.

Bijdrage van energiegerelateerde activiteiten aan de Nederlandse economie
jaarConventionele energie (Bijdrage aan bbp in %)Netwerken (Bijdrage aan bbp in %)Hernieuwbare energie (Bijdrage aan bbp in %)Energiebesparing (Bijdrage aan bbp in %)
20084,30,60,30,2
20093,90,70,40,2
20103,90,60,30,2
20114,00,80,40,3
20124,50,80,40,3
20134,40,90,40,3
20143,40,90,50,3
20153,00,80,50,3
20162,30,80,50,4
20172,10,70,60,4
20182,00,70,60,4
20191,80,70,70,3

Meer werkgelegenheid in hernieuwbare energie en energiebesparing

De totale werkgelegenheid uit investeringen  in energiegerelateerde activiteiten nam jarenlang toe tot de piek van 104 duizend voltijdbanen in 2014. Het betreft hier niet de totale werkgelegenheid in de energiesector, maar alleen die gerelateerd aan investeringen. Gedurende de periode 2008–2014 nam de werkgelegenheid vooral toe door investeringen in conventionele energie (15 duizend voltijdbanen). Na 2014 daalde de werkgelegenheid in conventionele sectoren, terwijl de werkgelegenheid in hernieuwbare energie, netwerken en energiebesparing is gestegen. In 2018 is de totale werkgelegenheid uit investeringen in energiegerelateerde activiteiten toegenomen tot 97 duizend voltijdbanen. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2017, grotendeels het gevolg van hogere investeringen in zonne-energie.

De werkgelegenheid die voortvloeit uit investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparing is toegenomen tot ruim 57 duizend voltijdbanen in 2018, in 2014 waren dit er nog 43 duizend. Investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparing resulteren in relatief veel banen omdat het vaak gaat om arbeidsintensief werk, zoals het isoleren van woningen en het plaatsen van zonnepanelen. Ook de werkgelegenheid in elektrisch vervoer is sterk gegroeid, in 2008 waren er 400 voltijdbanen in elektrisch vervoer, in 2018 waren dit er 4200.

Ontwikkeling van de werkgelegenheid uit investeringen, uitgesplitst naar verschillende activiteiten
jaarOverige conventionele energieactiviteiten (1 000 arbeidsjaren)Exploratie olie- en gaswinning (1 000 arbeidsjaren)Netwerken (1 000 arbeidsjaren)Warmte, geothermie en energie uit water (1 000 arbeidsjaren)Overig (incl. Biomassa en biobrandstoffen) (1 000 arbeidsjaren)Windenergie (1 000 arbeidsjaren)Zonne-energie (1 000 arbeidsjaren)Elektrisch vervoer (1 000 arbeidsjaren)Energiebesparing (1 000 arbeidsjaren)
200828,53,76,41,72,62,92,30,422,9
200928,93,98,41,92,92,92,60,422,6
201033,23,66,82,03,03,22,80,623,5
201132,24,314,22,03,33,53,20,828,6
201236,54,613,02,02,13,84,71,325,7
201337,65,012,52,02,13,86,02,226,0
201442,15,513,31,92,14,55,62,626,5
201536,95,511,91,82,05,36,92,927,6
201629,84,315,42,12,14,37,63,031,1
201722,52,913,02,22,04,58,93,832,6
201823,32,614,02,32,24,815,94,227,5