Overheidstekort eerste halfjaar bijna 15 miljard euro

© Hollandse Hoogte / Nederlandse Freelancers
De overheid gaf in de eerste helft van 2020 bijna 15 miljard euro meer uit dan zij ontving. Dit kwam voornamelijk door de maatregelen van het kabinet om de economie tijdens de coronacrisis te ondersteunen. Deze maatregelen kostten tot zover ongeveer 14 miljard euro. De overheidsschuld steeg het eerste halfjaar met 47 miljard euro tot 442 miljard euro. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de inkomsten, uitgaven en schulden van de overheid.

De overheidsfinanciën werden het tweede kwartaal gedomineerd door corona. Waar de overheid het eerste kwartaal nog ruim 9 miljard euro overhield, belandde het saldo van inkomsten en uitgaven over het tweede kwartaal met -24 miljard euro diep in het rood. 

Overheidssaldo
JaarKwartaalOverheidssaldo (mld euro)
'061e kwartaal-1,2
'062e kwartaal-1,5
'063e kwartaal0,0
'064e kwartaal3,3
'071e kwartaal0,4
'072e kwartaal-2,9
'073e kwartaal-3,1
'074e kwartaal5,0
'081e kwartaal1,6
'082e kwartaal-2,3
'083e kwartaal-1,5
'084e kwartaal3,5
'091e kwartaal-4,7
'092e kwartaal-8,9
'093e kwartaal-11,2
'094e kwartaal-6,9
'101e kwartaal-6,7
'102e kwartaal-10,4
'103e kwartaal-12,6
'104e kwartaal-3,9
'111e kwartaal-2,9
'112e kwartaal-10,8
'113e kwartaal-8,7
'114e kwartaal-6,4
'121e kwartaal-2,2
'122e kwartaal-9,0
'123e kwartaal-10,4
'124e kwartaal-4,0
'131e kwartaal-0,6
'132e kwartaal-6,6
'133e kwartaal-7,9
'134e kwartaal-4,2
'141e kwartaal-0,8
'142e kwartaal-6,2
'143e kwartaal-5,7
'144e kwartaal-1,7
'151e kwartaal0,0
'152e kwartaal-6,5
'153e kwartaal-5,9
'154e kwartaal-1,6
'161e kwartaal1,7
'162e kwartaal-1,8
'163e kwartaal-2,1
'164e kwartaal2,3
'171e kwartaal7,0
'172e kwartaal-0,9
'173e kwartaal-0,3
'174e kwartaal3,5
'181e kwartaal9,8
'182e kwartaal0,5
'183e kwartaal1,0
'184e kwartaal-0,6
'191e kwartaal10,7
'192e kwartaal0,7
'193e kwartaal-0,4
'194e kwartaal3,0
'201e kwartaal9,3
'202e kwartaal-23,9

Sterke stijging subsidies door corona

De overheidsuitgaven stegen het eerste halfjaar met 21 miljard euro ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dit kwam grotendeels door een toename van subsidies met bijna 18 miljard euro. Hier droegen de loonsubsidies in het kader van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) bijna 10 miljard euro aan bij. De doorbetaling aan zorgverleners en de meerkosten van corona in de zorg leidden tot ruim 4 miljard meer subsidielasten. Hiertegenover stond wel dat de overheid minder heeft betaald voor geleverde zorgproductie, zodat het effect op het overheidstekort per saldo minder dan 1 miljard euro bedroeg. De inkomenssubsidie aan zelfstandigen uit hoofde van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) leidde tot 1,7 miljard euro aan extra lasten voor de overheid.

De overheid gaf verder het eerste halfjaar ruim 2 miljard euro meer uit aan uitkeringen en betaalde bijna 2 miljard euro meer voor de beloning van haar werknemers.

Belastinginkomsten gedaald

De overheidsinkomsten daalden met 5 miljard euro. Het uitstel van belastingbetaling, die de Belastingdienst sinds maart heeft verleend, leidde alleen tot hogere belastingvorderingen voor de overheid.  Dit had geen direct effect op de daling van de inkomsten. De coronacrisis heeft wel tot gevolg dat bedrijven over 2020 voorlopig minder aan vennootschapsbelasting verschuldigd zijn. De vennootschapsbelasting daalde mede hierdoor met meer dan 4 miljard euro. De daling is echter enigszins vertekend doordat de Belastingdienst in 2019 hogere voorlopige aanslagen heeft opgelegd, die ook in 2019 zijn geïnd. Hierdoor is in 2020 bij de aangiftes en aanslagen minder over een jaar eerder geïnd dan in voorgaande jaren. Bij de belastingen daalden ook de btw-inkomsten in het eerste halfjaar. De relatief forse daling in het tweede kwartaal met 0,9 miljard euro werd enigszins gecompenseerd door een kleine stijging van 0,3 miljard euro in het eerste kwartaal, toen de coronamaatregelen van het kabinet nog een klein effect op de economie hadden. Andere belastingen waarbij de opbrengsten relatief fors terugliepen waren de accijnzen, de belasting van personenauto's en motorrijwielen, de energiebelasting, de kansspelbelasting en de toerismebelasting. De opbrengsten uit de loon- en inkomstenheffing bleven redelijk op peil, mede door de loonsubsidies van de overheid.

Ook de overige overheidsinkomsten liepen terug. Zo namen de dividenden in het eerste halfjaar met 0,5 miljard euro af. Door het aanmerkelijk belang van de Staat in Air France-KLM werd ook een deel van het negatieve resultaat van deze onderneming als negatieve baten aan de overheidsinkomsten toegerekend. Hierdoor namen de inkomsten nog eens met 0,5 miljard extra af. 

De lokale overheid had vooral te kampen met minder inkomsten uit verkopen van diensten en goederen. Deze daalden met 0,4 miljard euro, onder meer door lagere opbrengsten uit parkeergelden. 

Inkomsten en uitgaven overheid, voortschrijdend jaartotaal
JaarKwartaalInkomsten (mld euro)Uitgaven (mld euro)
'061e kwartaal235,9237,8
'062e kwartaal241,6242,6
'063e kwartaal246,5247,4
'064e kwartaal251,7251,2
'071e kwartaal256,4254,2
'072e kwartaal258,0257,1
'073e kwartaal257,2259,4
'074e kwartaal261,6262,1
'081e kwartaal267,6266,9
'082e kwartaal272,4271,2
'083e kwartaal277,1274,3
'084e kwartaal280,3279,0
'091e kwartaal278,6283,7
'092e kwartaal274,4286,1
'093e kwartaal271,3292,7
'094e kwartaal265,5297,3
'101e kwartaal265,1298,9
'102e kwartaal269,0304,1
'103e kwartaal268,7305,2
'104e kwartaal272,4305,9
'111e kwartaal276,0305,7
'112e kwartaal275,0305,2
'113e kwartaal278,8305,1
'114e kwartaal275,5304,3
'121e kwartaal276,3304,4
'122e kwartaal278,5304,8
'123e kwartaal277,1305,1
'124e kwartaal279,7305,3
'131e kwartaal282,8306,8
'132e kwartaal285,2306,9
'133e kwartaal288,6307,7
'134e kwartaal287,9307,3
'141e kwartaal287,5307,1
'142e kwartaal288,9308,1
'143e kwartaal289,9306,9
'144e kwartaal292,7307,2
'151e kwartaal294,5308,1
'152e kwartaal294,0307,9
'153e kwartaal294,0308,0
'154e kwartaal293,9307,8
'161e kwartaal295,9308,2
'162e kwartaal301,3308,9
'163e kwartaal306,4310,2
'164e kwartaal308,8308,7
'171e kwartaal314,0308,6
'172e kwartaal315,7309,4
'173e kwartaal318,4310,3
'174e kwartaal322,6313,3
'181e kwartaal328,1316,1
'182e kwartaal332,4319,0
'183e kwartaal336,6321,9
'184e kwartaal338,0327,4
'191e kwartaal343,3331,8
'192e kwartaal346,6334,9
'193e kwartaal349,2338,9
'194e kwartaal354,4340,4
'201e kwartaal355,5343,0
'202e kwartaal349,3361,4

Schuldquote fors gestegen naar 55,2 procent

De overheidsschuld kwam eind juni uit op bijna 442 miljard euro, ongeveer 47 miljard meer dan eind vorig jaar. De schuld nam toe door het financieren van het tekort van 15 miljard euro. Ook steeg de schuld door een toename van de overlopende vorderingen met bijna 11 miljard, voornamelijk belastingvorderingen. Deze belastingvorderingen leidden wel tot baten in het overheidssaldo, maar ze verlaagden de schuld niet doordat er nog geen inkomsten in de kas stroomden. Daarentegen werd de schuldtoename met 4,5 miljard euro gedempt door opbrengsten uit de verkoop van aandelen, voornamelijk het gevolg van de privatisering van ENECO. De overheid hield verder bijna 32 miljard euro van de opgenomen schuld extra in kas. Hiermee kunnen deels de overheidsmaatregelen in de tweede helft van het jaar gefinancierd worden. 

De schuld als percentage van het bbp steeg met 5,7 procentpunt tot 55,2 procent van het bbp.

Schuldquote, per halfjaar
Jaar KwartaalSchuldquote (rechteras) (% bbp)EMU-normen (% bbp)
'062e kwartaal48,660
'064e kwartaal45,260
'072e kwartaal45,660
'074e kwartaal43,060
'082e kwartaal43,860
'084e kwartaal54,760
'092e kwartaal56,760
'094e kwartaal56,860
'102e kwartaal59,260
'104e kwartaal59,360
'112e kwartaal60,460
'114e kwartaal61,760
'122e kwartaal64,060
'124e kwartaal66,360
'132e kwartaal68,360
'134e kwartaal67,760
'142e kwartaal68,660
'144e kwartaal67,960
'152e kwartaal66,860
'154e kwartaal64,760
'162e kwartaal63,360
'164e kwartaal61,960
'172e kwartaal58,960
'174e kwartaal56,960
'182e kwartaal54,060
'184e kwartaal52,460
'192e kwartaal51,060
'194e kwartaal48,760
'202e kwartaal55,260

Het overheidssaldo en de schuldquote zijn belangrijke graadmeters voor de stand van de overheidsfinanciën in een land. Nederland voldoet vanaf 2013 aan de Europese tekortnorm van 3 procent van het bbp en vanaf 2017 aan de Europese schuldnorm van 60 procent. Volgens de Miljoenennota 2021 is de verwachting dat het overheidstekort in 2020 uitkomt op ruim 56 miljard euro, oftewel 7,2 procent van het geraamde bbp. De schuld zal naar verwachting een stand bereiken van bijna 463 miljard euro, oftewel 59,1 procent van het geraamde bbp.