Binnen jaar weer inbraak bij 1/5e van inbraakslachtoffers

584e565970414a7234726d4a4a2f344a34726a747a413d3d
Ruim een vijfde van de slachtoffers van woninginbraak kreeg binnen een jaar te maken met een nieuwe inbraak. Ruim drie kwart van de slachtoffers kreeg één keer te maken met (poging tot) woninginbraak, 15 procent twee keer en 7 procent drie keer of vaker. Dat blijkt uit nieuwe analyses van het CBS in de Veiligheidsmonitor 2017.

In 2017 gaf 2 procent van de bevolking aan dat zij in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer zijn geweest van woninginbraak of een poging daartoe. Dit zijn naar schatting ongeveer 287 duizend personen. Het aandeel inbraakslachtoffers is in 2017 iets lager dan in 2012. Dit geldt ook voor het aandeel dat binnen een jaar meerdere keren met woninginbraak te maken kreeg, naar schatting 64 duizend personen. De meeste slachtoffers kregen in de vakantiemaanden juli, augustus of in de feestmaand december met inbrekers te maken. De minste slachtoffers waren er in januari.

Slachtofferschap (poging tot) inbraak in afgelopen 12 maanden naar stedelijkheid, 2017
 Eenmalig slachtoffer (%)Herhaald slachtoffer (%)
Totaal1,590,45
Zeer sterk stedelijk1,970,75
Sterk stedelijk1,750,44
Matig stedelijk1,380,35
Weinig stedelijk1,310,31
Niet stedelijk1,060,20

Grotere kans op herhaald slachtofferschap in stedelijke gemeenten

Inwoners van stedelijke gemeenten gaven vaker aan slachtoffer te zijn van woninginbraak dan mensen die in minder verstedelijkte gemeenten wonen. Bovendien waren ze vaker herhaald slachtoffer. In niet-stedelijke gemeenten was 16 procent van de inbraakslachtoffers herhaald slachtoffer, in zeer sterk stedelijke gemeenten was dit 28 procent.

Herhaalde slachtoffers voelen zich vaker onveilig

Van de herhaalde slachtoffers acht 61 procent de kans groot dat zij opnieuw slachtoffer zullen worden van woningbraak. Bij eenmalige slachtoffers is dat 41 procent en bij personen die in het afgelopen jaar geen slachtoffer zijn geweest van woningbraak is dat 8 procent. Ook voelen slachtoffers van inbraak zich vaker onveilig in hun buurt. 15 Procent van de herhaalde slachtoffers voelt zich vaak onveilig in eigen buurt, tegen 6 procent van de eenmalige slachtoffers en 1 procent van de niet-slachtoffers.

Onveiligheidsgevoelens naar slachtofferschap (poging tot) woninginbraak in afgelopen 12 maanden, 2017
 Voelt zich thuis wel eens onveilig (%)Acht kans op woninginbraak (zeer) groot (%)Voelt zich wel eens onveilig in de buurt (%)Voelt zich vaak onveilig in de buurt (%)
Geen slachtoffer7,238,2315,901,39
Eenmalig slachtoffer23,9540,9739,925,52
Herhaald slachtoffer35,1061,3650,3015,40

Herhaalde slachtoffers hebben vaker een alarm

Een kwart van de herhaalde inbraakslachtoffers heeft een alarminstallatie, tegen 18 procent van de eenmalige slachtoffers en 13 procent van de mensen die in het afgelopen jaar geen ervaring met woninginbraak hebben gehad. Bovendien bezitten herhaalde slachtoffers iets vaker rolluiken.

Inbraakpreventie naar slachtofferschap (poging tot) woninginbraak in afgelopen 12 maanden, 2017
 Alarminstallatie (%)Buitenverlichting (%)(Rol)luiken voor ramen en/of deuren (%)Extra veiligheidssloten of grendels op buitendeuren (%)
Geen slachtoffer12,7475,9819,0164,74
Eenmalig slachtoffer17,6277,2221,0670,95
Herhaald slachtoffer26,2670,8325,1070,03

De Veiligheidsmonitor is een terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De cijfers in dit bericht zijn gebaseerd op een grootschalige enquête onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder waarin naar hun ervaringen met veiligheid en slachtofferschap wordt gevraagd. In 2017 hebben bijna 150 duizend personen de vragenlijst ingevuld. Dit grote aantal respondenten maakt het mogelijk om tot op een gedetailleerd niveau betrouwbare uitspraken te doen over de objectieve en subjectieve veiligheid in Nederland.