Flexibel aan de slag als schoonmaker
Zeven op de tien mensen die in 2015 een baan vonden en geen onderwijs volgden, ging aan de slag in een flexibele baan. De rest van deze baanvinders ging aan het werk als zelfstandige of vond vast werk. Het meest voorkomende beroep onder baanvinders was schoonmaker. Dat meldt CBS.
Vorig jaar kwamen er gemiddeld ieder kwartaal 300 duizend mensen met betaald werk bij, van wie er 160 duizend geen onderwijs meer volgden. Tegelijkertijd stopten ieder kwartaal 290 duizend mensen met werk, van wie er 190 duizend geen onderwijs meer volgden. Hierdoor is in 2015 het aantal mensen van 15 tot 75 jaar met betaald werk in totaal gegroeid met 40 duizend.
Baanvinders vonden minder vaak vast werk dan voorheen. In 2005 had ruim 20 procent van de baanvinders die geen onderwijs volgen vast werk, tegen 12 procent in 2015. Ook is steeds minder vaak sprake van voltijdbanen: de meeste baanvinders vonden afgelopen jaar een deeltijdbaan van 12 tot 35 uur per week. 37 Procent vond een voltijdbaan. In 2005 was dit nog 42 procent.
Schoonmaker
Mensen die een baan vonden en geen onderwijs volgen gaan vaak aan de slag als schoonmaker: gemiddeld kwamen er tienduizend per kwartaal bij. Dit beroep springt eruit bij laagopgeleiden. Ruim een op de tien laagopgeleiden vond vorig jaar een baan als schoonmaker. Daarna volgen in de top 5 - op afstand - verkoopmedewerker in de detailhandel, vuilnisophaler of dagbladbezorger en in de horeca. Tien jaar eerder was dit beeld ongeveer hetzelfde.
Ook middelbaar opgeleiden gaan vaak aan de slag als schoonmaker. Maar dit beroep komt hier vrijwel even vaak voor als verkoopmedewerker detailhandel (beide vrijwel 6 procent). Daarnaast vinden middelbaar opgeleiden vaak betaald werk als administratief medewerker of in de kinderopvang. In 2005 was administratief medewerker duidelijk het meest voorkomende beroep onder middelbaar opgeleide baanvinders.
Bij hoger opgeleiden loopt de top vijf uiteen van administratief medewerker tot ingenieur, waarbij dit aandeel weinig van elkaar verschilt. Tien jaar eerder waren deze verschillen groter. Administratief medewerker stond toen met stip op één onder hoogopgeleide baanvinders.
Minder leerkrachten
Het meest voorkomende beroep onder hoogopgeleiden die stoppen met werken was leerkracht basisonderwijs. Bij lager opgeleiden waren dit - net als bij de baanvinders - vaak schoonmakers en bij middelbaar opgeleiden waren het veel administratief medewerkers.
Degenen die stoppen met werken zijn relatief vaak 45-plussers die vast werk hadden. Van de niet-onderwijsvolgende baanverliezers had vier op de tien een vaste en bijna de helft een flexibele baan.
Vakkenvuller of kelner
Ieder kwartaal vonden afgelopen jaar circa 300 duizend mensen betaald werk. Ongeveer 140 duizend van hen waren student of scholier. Dit zijn veelal jongeren van 15 tot 25 jaar met een bijbaan. Ze vonden vaak werk als lader, losser of vakkenvuller: gemiddeld per kwartaal waren dit er 18 duizend. Daarnaast vond deze groep jongeren veelal werk in de horeca of als verkoper in een winkel.
In 2005 gingen scholieren en studenten ook vaak aan de slag als lader, losser of vakkenvuller.