Flink banenverlies

  • In tweede kwartaal 72 duizend banen minder dan een jaar eerder
  • Ook kwartaal op kwartaal forse krimp van het aantal banen
  • Krimp in de marktsector, groei in de collectieve sector
  • Loonkostenstijging 2,6 procent
  • Feitelijke loonstijging blijft achter bij CAO-loonstijging

In het tweede kwartaal van 2009 waren er 72 duizend banen van werknemers minder dan in het tweede kwartaal van 2008. Het is voor het eerst sinds eind 2004 dat het aantal banen lager is dan een jaar eerder. In vergelijking met het voorgaande kwartaal nam het aantal banen voor de tweede keer op rij af. Rekening houdend met seizoensinvloeden waren er in het tweede kwartaal van dit jaar 55 duizend banen minder dan in het eerste kwartaal van 2009. De loonkosten per arbeidsjaar waren 2,6 procent hoger dan een jaar eerder. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

In het tweede kwartaal waren er ruim 7,9 miljoen banen. Dit zijn er 0,9 procent minder dan een jaar eerder. Veruit de grootste daling trad op in de zakelijke dienstverlening waar het aantal banen met 83 duizend afnam. De daling bestaat vrijwel geheel uit uitzendbanen die bij uitzendbureaus worden geteld.

De uitzendbranche ving daarmee de eerste zware klap op van het banenverlies. Hierdoor bleef de daling van het aantal banen in andere bedrijfstakken zoals industrie, bouw, handel, horeca en transport relatief beperkt en was het banenverlies veel geringer dan de krimp van de productie. Opvallend is verder de groei van het aantal banen in de collectieve sector met 58 duizend. Het grootste deel van deze groei zit in de zorg, met een plus van 38 duizend.

In vergelijking met het eerste kwartaal kromp het aantal banen met 0,7 procent. De banenkrimp in het tweede kwartaal is groter dan in het eerste kwartaal en zelfs de grootste kwartaal-op-kwartaalkrimp ooit gemeten. Ook hier geldt dat de marktsector krimpt en de collectieve sector groeit. Het banenverlies in het tweede kwartaal is procentueel wel veel kleiner dan de economische krimp in het tweede kwartaal. De werkgelegenheid in Nederland reageert met vertraging op omslagen in de conjunctuur.

De lonen van werknemers per arbeidsjaar waren in het tweede kwartaal 2,6 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2008. Deze stijging is groter dan in het eerste kwartaal toen de lonen met 1,7 procent toenamen. De feitelijke loonstijging van 2,6 procent blijft wel achter bij de CAO-loonstijging van 3,0 procent. De loonkosten per arbeidsjaar waarin ook de werkgeverspremies zijn opgenomen stegen met 2,6 procent even hard als de lonen. De werkgeverspremies voor pensioenen gingen omhoog, die voor werkloosheid en de zorgverzekering omlaag.

De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.