Hoge arbeidsdeelname universitair geschoolden

Bijna negen van de tien universitair geschoolden hadden in 2000 een baan. Bij de laagopgeleiden, mensen met alleen de basisschool, zijn dit er nog geen vier van de tien. De verschillen in arbeidsdeelname zijn echter de laatste tien jaar nauwelijks veranderd. Een uitzondering vormen de mensen die een havo- of vwo-diploma op zak hebben. Onder hen is de arbeidsdeelname sterk gestegen: van 41 procent in 1991 tot 54 procent in 2000.

De arbeidsparticipatie van vrouwen ligt bij alle opleidingsniveaus lager dan die van mannen. Onder universitair geschoolden zijn de verschillen in arbeidsdeelname klein. Het verschil tussen mannen en vrouwen is vooral groot bij ongediplomeerde mensen en mensen die een vbo-diploma hebben.

Netto arbeidsparticipatie, mannen en vrouwen van 15-64 jaar, 2000

0838g1.gif (6705 bytes)

Werkloosheid per opleidingsniveau

Onder mensen met alleen basisonderwijs, een vbo-, havo- of vwo-diploma is de werkloosheid vanaf 1991 sterk gedaald. Onder mbo-ers en wo-ers, de groep met aanvankelijk de minste werklozen, is de werkloosheid in de jaren negentig slechts met 1 procentpunt gedaald. Ondanks de forse daling van de werkloosheid onder mensen met alleen basisonderwijs is de werkloosheid in 2000 onder deze groep nog steeds hoog. De mbo-ers delen hun gunstige plaats in 2000 met hbo-ers en universitair geschoolden.

Personen van 15-64 jaar naar werkloosheidspercentages en onderwijsniveau

0838g2.gif (5787 bytes)

Sabine Lucassen

Bron: CBS, Enquête beroepsbevolking