Economie groeide bovengemiddeld

De economische groei kan worden afgemeten aan de volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product (BBP). In het eerste halfjaar van 1998 bedroeg deze in de VS 3,8%. Ook in ons land lag het BBP in de eerste zes maanden van dit jaar 3,8% hoger dan in de eerste helft van 1997. In Duitsland, onze belangrijkste handelspartner, nam het volume van het BBP in de periode januari-juni toe met 3,0%. Net als in ons land was dit de grootste halfjaargroei in jaren.

In voor Nederland eveneens belangrijke uitvoerlanden als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk nam de economische bedrijvigheid in de eerste zes maanden toe met 3,2 respectievelijk 2,9%. Uit voorlopige cijfers blijkt dat voor de Europese Unie (EU) als geheel de groei van het BBP in het eerste halfjaar uitkomt op 2,7% vergeleken met dezelfde periode van voorgaand jaar. Japan dat, met uitzondering van 1996, al jaren een matige volumetoename van het BBP laat zien, werd het eerste halfjaar van 1998 zelfs geconfronteerd met een economische krimp (-2,7%).

Volumemutaties BBP t.o.v. zelfde periode een jaar eerder

Volumemutaties BBP t.o.v. zelfde periode een jaar eerder

Inflatie blijft gelijk

De inflatie, afgemeten aan de gemiddelde ontwikkeling van de consumentenprijsindex, bedroeg in Nederland in het eerste halfjaar 2,2%. De prijsstijging week daarmee nauwelijks af van het gemiddelde inflatiepercentage van de afgelopen drieënhalf jaar.

Voor vergelijkingen binnen de EU maakt men gebruik van de zogenaamde geharmoniseerde consumentenprijsindex. De prijzen, gemeten aan de hand van deze geharmoniseerde index, zijn in het eerste halfjaar van 1998, ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, in Nederland gestegen met 2,1%. De prijsmutatie voor de EU in zijn geheel bedroeg in dit tijdvak 1,4%.

Ons land heeft het op één na hoogste inflatiecijfer binnen de EU. Koploper blijft Griekenland met een prijsstijging in de eerste zes maanden van 4,6%. Duitsland en Frankrijk (beide 0,9%) kenden het laagste gemiddelde inflatiecijfer. In beide landen is duidelijk sprake van een afnemende inflatie. Datzelfde geldt ook voor economische zwaargewichten als de Verenigde Staten en Japan.