Auteur: Gerda Gringhuis, Jannes de Vries

Minder werknemers veranderden van baan vanaf eerste lockdown

Over deze publicatie

Vanaf de eerste lockdown vanwege corona zijn er duidelijke veranderingen zichtbaar op de arbeidsmarkt. Na een lange periode van stijging daalde het aantal werknemers voor het eerst in april 2020 ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. De uitstroom nam toe en de instroom en doorstroom naar een andere baan daalde. Werknemers bleven langer in dezelfde baan. Vooral in de horeca en de cultuur, sport en recreatie is samenhang van de lockdowns met de arbeidsmarktstromen goed te zien: een grote uitstroom bij aanvang van de lockdowns en aantrekkende instroom bij einde van de lockdowns. Meest opvallende ontwikkeling in 2020 was dat minder werknemers van baan veranderden. Na een jaar is een duidelijke afname zichtbaar van het aantal werknemers dat de baan heeft behouden in de horeca en de cultuur, sport en recreatie. Het aandeel werknemers dat een jaar later is uitgestroomd, nam in beide bedrijfstakken toe.

1. Inleiding

Op 15 maart 2020 ging Nederland voor het eerst in lockdown vanwege de coronapandemie. (Het vliegverkeer was al beperkt.) Later zouden er nog meerdere lockdown-periodes volgen. Gedurende deze periodes waren veel bedrijven en instellingen geheel of gedeeltelijk gesloten voor publiek. Dit betrof met name organisaties actief in de cultuursector, de horeca, de detailhandel en de vervoersector. Bij een groot omzetverlies gedurende de lockdown-periodes konden bedrijven overigens wel een beroep doen op steunregelingen zoals een tegemoetkoming in de loonkosten. Van het tweede op het eerste kwartaal van 2020 daalde het aantal werknemersbanen met ruim 300 duizend. Later tijdens de coronacrisis steeg dit aantal werknemersbanen weer en in het derde kwartaal van 2021 lag het hoger dan vóór het banenverlies.

De coronacrisis volgde op een lange periode van economische voorspoed en banengroei. Wel is in deze periode het percentage vaste banen verder afgenomen, de voortzetting van een trend die al veel langer gaande was. Zo was het aandeel van de werkzame beroepsbevolking dat werknemer was met een vaste baan nog 73 procent in 2003 en maar 61 procent in 2017. (Hierna is het licht gestegen.) De daling ging gepaard met een stijging van vooral het aandeel werknemers in flexibele banen en in mindere mate van het aandeel zzp’ers. De coronacrisis vindt dus plaats op een moment dat de arbeidsmarkt behoorlijk is geflexibiliseerd. De vraag is hoe deze flexibele arbeidsmarkt op de lockdown – met steun – heeft gereageerd. In dit artikel wordt dit onderzocht door de arbeidsdynamiek van werknemers in coronatijd te vergelijken met die in de periode voor corona.

Het artikel vangt aan met een schets van de ontwikkeling van het aantal werknemers vanaf januari 2018 tot en met mei 2021 (paragraaf 2). Vervolgens wordt in dezelfde paragraaf de onderliggende werknemersdynamiek van maand tot maand beschreven. Het gaat er hierbij om of werknemers met een baan een maand later nog dezelfde werknemersbaan hebben, dan wel een andere werknemersbaan of helemaal geen werknemersbaan. Tevens wordt de instroom van werknemers in een baan gepresenteerd. Speciale aandacht wordt besteed aan de horeca en cultuur, sport en recreatie, de bedrijfstakken die tijdens de lockdowns het meest geraakt werden.

In paragraaf 3 wordt naar dezelfde veranderingen als hierboven gekeken, maar dan een jaar in plaats van een maand later. De verwachting daarbij is dat werknemers niet onmiddellijk na de eerste lockdown een andere baan gingen zoeken, maar dat ze – naarmate de periode zonder werk langer duurde en de baan- en inkomensonzekerheid toenam – mogelijk vaker op zoek zijn gegaan naar ander werk en mogelijk in andere sectoren. Daarom wordt in deze paragraaf in meer detail gekeken naar afzonderlijke sectoren en de doorstroom tussen de sectoren. De uitgangsperiodes ten opzichte waarvan de arbeidsdynamiek is gedefinieerd is het einde van de maand januari in 2018, 2019 en 2020.

2. Arbeidsmarktpositie één maand later

2.1 Arbeidsmarktpositie één maand later: alle werknemers

In januari 20201) , vlak voordat in Nederland de coronacrisis uitbrak, waren er volgens de in dit artikel gebruikte Polisadministratie ruim 8 miljoen werknemers met een baan. Het aantal werknemers lag hoger dan in januari 2019 en nog hoger dan in januari 2018. Gedurende heel 2019 lag het aantal werknemers op een hoger niveau dan in 2018. Half maart 2020 werd vanwege de coronapandemie in Nederland de eerste lockdown ingevoerd. In maart en april daalde het aantal werknemers sterk om in mei te stabiliseren. Vanaf juni nam het aantal werknemers toe, tot in oktober de maatregelen weer werden aangescherpt. Vanaf half december gold opnieuw een zogeheten harde lockdown. Van oktober tot en met december nam het aantal werknemers weer af. Uit eerder onderzoek van het CBS (CBS, 2021) is al bekend dat er tijdens de lockdowns minder nieuwe banen bijkwamen en dat er in april 2020 een piek in het aantal beëindigde banen was. In januari 2021 was het aantal werknemers 7,9 miljoen, bijna 150 duizend minder dan een jaar eerder. In de maanden erna werden de coronamaatregelen versoepeld en nam het aantal werknemers sterk toe. In mei 2021 lag het aantal hoger dan in mei 2019.

2.1.1 Totaal aantal werknemers
 2018 (x 1 000)2019 (x 1 000)2020 (x 1 000)2021 (x 1 000)
Jan 7726 7937 8044 7895
Feb 7767 7980 8071 7936
Mrt 7819 8018 8020 7998
Apr 7869 8070 7903 8055
Mei 7909 8104 7912 8129
Jun 7952 8133 7983
Jul 7948 8122 8030
Aug 7936 8103 8044
Sep 8001 8153 8093
Okt 8001 8155 8073
Nov 8010 8151 8030
Dec 7985 8120 8014
 

Het aantal werknemers in een verslagmaand is de resultante van onderliggende stromen. In figuur 2.1.2 worden de verschillende stromen weergegeven. Figuur a geeft de werknemers weer die één maand later dezelfde baan hadden. Figuur b laat de werknemers zien die één maand later een andere werknemersbaan hadden, de doorstromers. Figuur c laat de werknemers zien die één maand later geen werknemersbaan meer hadden, de uitstromers. Figuur d laat de werknemers zien die één maand eerder nog geen werknemersbaan hadden, de instromers.

De cijfers over de arbeidsmarkttransities zijn niet gecorrigeerd voor seizoeneffecten. Hierdoor is over een kalenderjaar heen een patroon te zien dat in 2018 en 2019 vrijwel identiek was. Ook in de eerste twee maanden van 2020 werd het eerdere patroon nog doorgezet, maar in maart 2020 veranderde dit. Het aandeel werknemers dat een maand later nog dezelfde baan had, bereikte in maart met 95,4 procent een dieptepunt. In de voorafgaande twee jaar was dit gemiddeld 96,1 procent. Het aandeel werknemers dat een maand later uitstroomde, bereikte in maart 2020 met 3,1 procent een piek. Dit was in de voorafgaande twee jaar 1,9 procent. Vooral flexwerkers raakten hun baan kwijt. De instroom bereikte in april 2020 met 1,6 procent een dieptepunt. In de voorafgaande twee jaar lag dit op 2,5 procent. Ook de doorstroom was in april 2020 erg laag: 1,3 procent tegen gemiddeld 1,9 procent in de voorafgaande twee jaar.

Na de ongunstige ontwikkelingen aan het begin van de lockdown (minder baanbehoud, minder instroom en doorstroom, meer uitstroom) treedt hierna althans gedeeltelijk een kentering op. In de maanden april tot en met augustus is het aandeel werknemers dat de baan behoudt aanzienlijk hoger dan in voorafgaande jaren en de uitstroom lager. De instroom ligt alleen in juni en juli iets hoger dan in de voorafgaande twee jaar. De doorstroom naar een andere baan blijft daarentegen in heel 2020 lager dan in de voorafgaande twee jaar. Kennelijk blijven werknemers die tijdens de crisis hun baan konden behouden in diezelfde baan werken en veranderen zij minder snel van baan. Dit zijn voornamelijk de werknemers met een vast contract.

Na de eerste lockdown werd vanaf mei 2020 stapsgewijs versoepeld. In oktober dat jaar werd echter weer een gedeeltelijke lockdown ingevoerd, die in december werd omgezet in een harde lockdown. Deze werd vanaf maart 2021 stapsgewijs versoepeld. In de hele periode april 2020 tot en met mei 2021 bleef het percentage werknemers dat dezelfde baan hield hoger dan in de overeenkomstige maand een of twee jaar eerder. De doorstroom bleef gedurende deze hele periode juist kleiner. Ook de uitstroom was kleiner, behoudens een groot deel van het najaar van 2020. De instroom is telkens kleiner, behalve in de maanden juni / juli van 2020 en in mei 2021.

In de eerste vijf maanden van 2021 wordt iets van een herstel zichtbaar. Met name de instroom trekt aan. Deze ligt vanaf maart boven het niveau van de overeenkomstige maand in 2020 en vanaf april op een vergelijkbaar niveau met de jaren 2018 / 2019. Ook de doorstroom ligt vanaf maart boven 2020-niveau, maar nog wel onder dat van 2018 / 2019. De uitstroom blijft vrijwel alle maanden onder het niveau van 2020 en de jaren daarvoor; het percentage blijvers ligt daar juist vrijwel alle maanden boven.

2.1.2a Arbeidsmarktpositie werknemers één maand later: in dezelfde baan gebleven
Maand2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)
Jan95,795,795,896,2
Feb95,995,895,796,8
Mrt96,196,295,496,4
Apr96,29696,796,7
Mei95,695,996,5
Jun94,894,995,7
Jul94,794,995,9
Aug94,694,795,2
Sep95,395,595,4
Okt95,795,795,8
Nov96,196,296,6
Dec94,593,894,5

2.1.2b Arbeidsmarktpositie werknemers één maand later: doorgestroomd
Maand2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)
Jan2,12,121,9
Feb221,71,6
Mrt21,91,61,8
Apr1,921,31,7
Mei2,221,5
Jun2,32,21,9
Jul2,22,11,8
Aug2,72,62,3
Sep2,22,12
Okt21,91,7
Nov1,71,61,4
Dec2,52,82,1

2.1.2c Arbeidsmarktpositie werknemers één maand later: uitgestroomd
Maand2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)
Jan2,22,22,22
Feb2,12,22,61,6
Mrt1,91,93,11,9
Apr1,92,121,6
Mei2,32,12
Jun2,92,92,4
Jul3,13,12,4
Aug2,72,82,4
Sep2,52,42,6
Okt2,32,32,5
Nov2,22,21,9
Dec33,43,4

2.1.2d Arbeidsmarktpositie werknemers één maand eerder: ingestroomd
Maand2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)
Jan2,42,52
Feb2,72,72,52,5
Mrt2,72,722,4
Apr2,52,51,62,5
Mei2,42,52,12,5
Jun2,82,52,8
Jul2,92,83
Aug32,92,6
Sep3,53,33
Okt2,52,52,4
Nov2,42,32
Dec1,91,91,7

2.2 Arbeidsmarktpositie één maand later: horeca en cultuur, sport en recreatie

In de horeca en de bedrijfstak cultuur, sport en recreatie zijn flinke veranderingen in de dynamiek zichtbaar als gevolg van de coronamaatregelen. In maart en oktober 2020 kennen beide bedrijfstakken hoge pieken in het aantal werknemers dat een maand later is uitgestroomd. In de horeca zijn de veranderingen het heftigst. Wel laat cultuur, sport en recreatie in december 2020 een derde hoge piek in de uitstroom zien. Tussen de lockdowns in, als de maatregelen worden versoepeld, neemt in beide bedrijfstakken de instroom in banen weer toe. De instroom bereikt een piek voor de horeca in juni 2020 en voor cultuur, sport en recreatie een maand later. De doorstroom naar een andere baan lag in beide bedrijfstakken in vrijwel heel 2020 lager dan in 2019. Alleen in september en oktober was de doorstroom vanuit de horeca hoger dan een jaar eerder.

2.2.1 Arbeidsmarktpositie werknemers horeca één maand later of eerder (instroom)
MaandDoorgestroomd, 2019 (%)Doorgestroomd, 2020 (%)Uitgestroomd, 2019 (%)Uitgestroomd, 2020 (%)Ingestroomd, 2019 (%)Ingestroomd, 2020 (%)
jan4,144,14,34,44,5
feb3,73,73,86,55,35,3
mrt43,13,711,263,8
apr4,12,44,14,26,32,6
mei43,43,84,85,44,3
juni4,74,15,34,25,711,4
juli43,75,84,35,68,3
aug6,15,865,55,45,5
sep4,35,15,28,56,35,4
okt3,94,65134,93,3
nov3,234,14,74,62,7
dec3,835,67,14,13,6
 
2.2.2 Arbeidsmarktpositie werknemers cultuur, sport en recreatie één maand later of eerder (instroom)
MaandDoorgestroomd, 2019 (%)Doorgestroomd, 2020 (%)Uitgestroomd, 2019 (%)Uitgestroomd, 2020 (%)Ingestroomd, 2019 (%)Ingestroomd, 2020 (%)
jan3,13333,23,2
feb2,82,72,63,63,53,6
mrt2,92,32,563,72,7
apr31,82,72,94,91,4
mei3,22,23,33,63,93
juni3,72,54,33,73,44,2
juli3,42,542,73,95,5
aug4,74,24,53,83,94,2
sep3,33,23,44,44,94,1
okt3,33,14,25,93,83
nov2,42,12,93,12,91,7
dec3,32,74,46,92,61,9
  
1) Peilmoment van de maanden in het artikel is telkens de laatste vrijdag van de verslagmaand. Het gaat daarbij om de hoofdbaan van de werknemer op het peilmoment.

3. Arbeidsmarktpositie één jaar later

3.1 Arbeidsmarktpositie één jaar later: alle werknemers

In paragraaf 2 is steeds gekeken naar veranderingen tussen twee opeenvolgende maanden. Daaruit bleek dat de uitstroom in 2020 tussen februari en april hoger en later een tijd lang juist lager was dan in 2018 en 2019. Ook de andere stromen weken in 2020 af van eerdere jaren. De vraag is wat de gevolgen van dit afwijkende beeld zijn voor de positie op de arbeidsmarkt die werknemers een jaar later hebben. Figuur 3.1.1 geeft weer in hoeverre de werknemers van januari een jaar later dezelfde baan hebben, dan wel zijn doorgestroomd of uitgestroomd. Het hierbij gaat steeds om alle werknemers op de laatste vrijdag van januari van een jaar, ongeacht hoe lang ze op dat moment al dezelfde baan hadden. Van de werknemers van januari 2020 had 12,9 procent een jaar later een andere baan. In 2018 en 2019 was dit hoger (respectievelijk 15,4 en 15,1 procent). Het aandeel dat uitstroomde was iets hoger dan in voorgaande jaren (10,4 procent tegen 9,0 procent in 2019 en 8,6 procent in 2018). Het aandeel van de werknemers dat in dezelfde baan is gebleven was eveneens iets hoger (76,7 procent tegen 75,9 procent in 2019 en 76,0 procent in 2018).

3.1.1 Arbeidsmarktpositie werknemers één jaar later, januari
JaarIn dezelfde baan gebleven (%)Doorgestroomd (%)Uitgestroomd (%)
20187615,48,6
201975,915,19
202076,712,910,4
 

3.2 Arbeidsmarktpositie één jaar later naar bedrijfstak

In deze paragraaf wordt de arbeidsdynamiek op jaarbasis gepresenteerd voor werknemers in bedrijfstakken die veel met corona en corona-maatregelen te maken hebben gehad. Een duidelijke afname van het aantal werknemers dat de baan heeft behouden is te vinden in de horeca en in de bedrijfstak cultuur, sport en recreatie. Ook het aandeel werknemers dat een jaar later in een andere baan werkte, nam in deze bedrijfstakken in het eerste coronajaar af. Het aandeel werknemers dat uitstroomde, nam in beide bedrijfstakken toe. De sterkste veranderingen in de arbeidsdynamiek ondervond de horeca. Het aandeel dat in dezelfde baan bleef, daalde hier van 57,1 procent in 2019 naar 49,9 procent. Het aandeel dat doorstroomde daalde van 27,5 naar 25,0 procent, terwijl het aandeel dat uitstroomde steeg van 15,4 naar 25,0 procent.

In de handel steeg het aandeel dat in dezelfde baan bleef, terwijl het aandeel dat een jaar later in een andere baan werkte daalde. In de gezondheids- en welzijnszorg en in de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten is het aandeel dat in dezelfde baan bleef nauwelijks veranderd. Wel steeg in de verhuur en overige zakelijke diensten het aandeel werknemers dat uitstroomde en daalde het aandeel dat doorstroomde.

3.2.1 Arbeidsmarktpositie werknemers één jaar later, januari
    In dezelfde baan gebleven (%) Doorgestroomd (%)Uitgestroomd (%)
Handel201872,718,19,2
Handel201972,317,99,8
Handel202075,41410,7
Horeca201856,328,914,8
Horeca201957,127,515,4
Horeca202049,92525,0
Verhuur en overige zakelijke diensten201850,23217,8
Verhuur en overige zakelijke diensten20194832,319,7
Verhuur en overige zakelijke diensten202049,228,422,4
Gezondheids- en welzijnszorg201881,912,55,6
Gezondheids- en welzijnszorg201982,212,25,6
Gezondheids- en welzijnszorg202083,1116,0
Cultuur, sport en recreatie201871,717,710,6
Cultuur, sport en recreatie20197217,210,9
Cultuur, sport en recreatie202067,216,316,5
 

In de figuren 3.2.2 tot en met -4 wordt voor drie bedrijfsklassen waar het aandeel werknemers dat in dezelfde baan bleef, is afgenomen, aangegeven in welke andere bedrijfsklassen de doorstromers terecht zijn gekomen. Werknemers die in januari 2020 in de logiesvertrekking (een bedrijfsklasse binnen de horeca) werkten en een jaar later een andere baan hadden, werkten vaker dan in eerdere jaren in een baan in de detailhandel (exclusief de autobranche) of in de bedrijfsklasse arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer. Onder laatstgenoemde bedrijfsklasse vallen ook uitzendbanen waarvan het feitelijke werk in andere sectoren wordt verricht. In vergelijking met eerdere jaren vonden weinig mensen een andere baan in de logiesverstrekking of bij eet- en drinkgelegenheden (een andere bedrijfsklasse binnen de horeca).

3.2.2 Werknemers uit de logiesverstrekking die een jaar later zijn doorgestroomd naar (nieuwe) bedrijfsklasse, januari
JaarLogiesverstrekking (%)Eet- en drinkgelegenheden (%)Arbeidsbemiddeling (%)Detailhandel (niet in auto's) (%)Verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting (%)Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) (%)Facility management, reiniging en landschapsverzorging (%)Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting (%)Onderwijs (%)Gezondheidszorg (%)Overige bedrijfsklassen (%)
201819,817,914,49,13,63,12,62,42,22,222,8
201918,718,312,89,53,93,33,12,72,22,123,3
202010,511,917,8144,94,133,63,13,223,9
 

Werknemers die in januari 2020 bij eet- en drinkgelegenheden werkten en een later een andere baan hadden bleven minder vaak dan in 2018 en 2019 binnen de eet- en drinkgelegenheden en gingen ook minder vaak naar logiesverstrekking. Vaker kwamen zij terecht in met name de detailhandel (exclusief de autobranche) en in de gezondheids- en welzijnszorg.

3.2.3 Werknemers uit de eet- en drinkgelegenheden die een jaar later zijn doorgestroomd naar (nieuwe) bedrijfsklasse, januari
JaarEet- en drinkgelegenheden (%)Arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer (%)Detailhandel (niet in auto's) (%)Logiesverstrekking (%)Verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting (%)Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) (%)Onderwijs (%)Gezondheidszorg (%)Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting (%)Facility management, reiniging en landschapsverzorging (%)Overige bedrijfsklassen (%)
201828,815,914,44,73,63,22,52,42,21,221,2
20192914,714,64,44,13,22,62,42,31,421,4
202019,216,419,32,25,44,13,23,33,11,522,2
 

Wie in januari 2020 als werknemer in de sport en recreatie werkte en een jaar later een andere baan had bleef minder vaak dan in voorafgaande jaren in die bedrijfstak werken en maakte vaker de overstap naar met name de detailhandel (exclusief de autobranche) en de gezondheids- en welzijnszorg. Overstappen naar andere werkgevers binnen sport en recreatie kwam juist minder vaak voor.

3.2.4 Werknemers uit de sport en recreatie die een jaar later zijn doorgestroomd naar (nieuwe) bedrijfsklasse, januari
JaarSport en recreatie (%)Arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer (%)Detailhandel (niet in auto's) (%)Onderwijs (%)Gezondheidszorg (%)Verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting (%)Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting (%)Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) (%)Overige bedrijfsklassen (%)
201814,914,210,36,24,64,44,1437,4
201914,812,810,36,34,54,54,43,638,8
202011,813,413,36,95,55,54,84,534,4

4. Conclusie

Sinds de komst van corona en de maatregelen hiertegen zijn er duidelijke veranderingen zichtbaar op de arbeidsmarkt. Tijdens de eerste lockdown in maart 2020 daalde het aantal werknemers voor het eerst na een lange periode van stijging. Toen steeg de uitstroom en daalde de instroom en de doorstroom. Na een aanvankelijke daling steeg het aandeel werknemers dat in dezelfde baan bleef. Het aandeel dat uitstroomde, bleef in heel 2020 lager dan in 2018 en 2019. Vooral in de horeca en de cultuur, sport en recreatie is samenhang van de lockdowns met de arbeidsmarktstromen goed te zien. Met name de uitstroom kent hier zeer sterke pieken. Tussen lockdowns door is er soms sprake van een aantrekkende instroom. De doorstroom lag in deze bedrijfstakken in vrijwel geheel 2020 relatief laag.

In de maanden maart-mei van 2021 werd iets van een herstel zichtbaar. Met name de instroom en de doorstroom trokken aan. De uitstroom bleef wel relatief laag en het percentage werknemers dat de baan behield bleef hoog.

Maken we de balans op van 2020 door de stromen in januari ten opzichte van een jaar later te vergelijken met die in voorafgaande jaren, dan blijkt dat het aantal werknemers dat de baan heeft behouden een fractie hoger was. Hier staat tegenover dat de uitstroom meer dan een fractie hoger was. Meest opvallende ontwikkeling geldt echter de doorstroom; deze lag op een fors lager niveau.

Niet alleen was de doorstroom laag, zij was ook kwalitatief anders dan in voorafgaande jaren. Bij de diverse onderdelen van de horeca stroomde werknemers in mindere mate door naar andere horeca-onderdelen en in hogere mate naar de detailhandel. Het zou hierbij om banen in fysieke winkels of bij webshops kunnen gaan. Ook stroomden er meer werknemers door naar de bedrijfsklasse waar onder meer uitzendkrachten onder vallen. Ook bij de sport- en recreatiebranche was er in 2020 minder doorstroom binnen de branche en meer naar de detailhandel. Vanuit zowel horeca als sport en recreatie was er ook meer doorstroom naar onderdelen van de gezondheids- en welzijnszorg.

Technische toelichting

De in dit artikel gepresenteerde gegevens zijn gebaseerd op de Polisadministratie. Vanuit deze bron wordt maandelijks in de Statistiek werkgelegenheid en lonen gepubliceerd over het aantal werknemersbanen. Speciaal voor de onderhavige studie zijn cijfers over het aantal werknemers gemaakt. Deze cijfers zijn handiger voor het bestuderen van de dynamiek. De cijfers zijn niet gecorrigeerd voor seizoeneffecten. Andere gegevens over de werkgelegenheid worden maandelijks gemaakt vanuit de Enquête beroepsbevolking en elk kwartaal vanuit de Arbeidsrekeningen. Zowel de cijfers afkomstig uit de Enquête Beroepsbevolking als die uit de Arbeidsrekeningen zijn gebaseerd op andere definities en wijken daarom af van de in dit artikel gepubliceerde cijfers. Voor een breed overzicht van wat er speelt op de arbeidsmarkt, zie het Dashboard arbeidsmarkt en de publicatie Arbeidsmarkt in cijfers 2020 (CBS, 2020).

De voor dit artikel gebruikte Polisadministratie is een register gebaseerd op informatie die bedrijven en instellingen leveren aan de Belastingdienst. Het bevat gegevens over de soort baan (baan als directeur groot aandeelhouder, baan met contract voor bepaalde tijd, baan met contract voor onbepaalde tijd, uitzendbaan, oproepbaan, stagebaan) en de begin- en einddatum van de baan. Aan de registergegevens uit de Polisadministratie is informatie gekoppeld over de economische activiteit. In dit onderzoek wordt steeds gekeken naar de hoofdbaan op de laatste vrijdag van de maand. De hoofdbaan is de baan met het hoogste basisloon. De gebruikte gegevens omvatten de periode januari 2018 tot en met mei 2021. Voor 2018 en 2019 wordt gebruik gemaakt van versie 4 (definitief), voor januari 2020 tot en met april 2021 van versie 3 (nader nader voorlopig) en voor mei 2021 van versie 2 (nader voorlopig) van de Polis. Er zijn zogeheten longitudinale cijfers gebruikt, dat wil zeggen cijfers die zijn geschoond voor administratieve correcties die een vals beeld kunnen opleveren van de dynamiek.

Referenties

CBS (2020), Arbeidsmarkt in cijfers 2020.

CBS (2021), Werknemersbanen namen in 2020 vooral af door achterblijven nieuwe banen.

Statistiek werkgelegenheid en lonen.

Arbeidsrekeningen.

Enquête beroepsbevolking.

Bijlagen

B.1 Werknemers op de laatste vrijdag in de verslagmaand naar arbeidsmarktpositie één maand later, januari 2018 - april 2021*, (x 1 000)
Blijft in dezelfde
werknemersbaan
Doorstroom naar
andere
werknemersbaan
Uitstroom
naar geen
werknemersbaan
Totaal
werknemers
2018Januari 7.396,7 162,9 166,6 7.726,2
2018Februari 7.448,0 158,5 160,4 7.766,8
2018Maart 7.515,5 153,6 150,1 7.819,2
2018April 7.571,3 150,1 147,7 7.869,1
2018Mei 7.559,8 170,7 178,3 7.908,9
2018Juni 7.538,7 181,4 231,4 7.951,6
2018Juli 7.526,1 173,5 248,5 7.948,1
2018Augustus 7.508,7 213,0 214,6 7.936,4
2018September 7.622,5 177,8 200,8 8.001,0
2018Oktober 7.659,1 160,6 181,7 8.001,4
2018November 7.699,1 135,4 175,5 8.010,0
2018December 7.547,1 198,4 239,7 7.985,1
2019Januari 7.597,4 169,6 170,3 7.937,3
2019Februari 7.644,8 160,9 173,8 7.979,5
2019Maart 7.710,5 154,7 152,5 8.017,8
2019April 7.746,1 158,5 165,7 8.070,2
2019Mei 7.773,7 157,9 172,5 8.104,1
2019Juni 7.718,9 179,4 234,2 8.132,5
2019Juli 7.704,2 168,6 248,9 8.121,7
2019Augustus 7.671,7 209,1 222,5 8.103,3
2019September 7.783,8 170,8 198,0 8.152,6
2019Oktober 7.807,3 157,5 190,1 8.154,9
2019November 7.838,3 130,7 181,8 8.150,8
2019December 7.618,7 227,1 273,7 8.119,5
2020Januari** 7.706,3 160,8 177,0 8.044,1
2020Februari** 7.721,1 139,5 209,9 8.070,5
2020Maart** 7.651,2 123,9 245,2 8.020,4
2020April** 7.640,9 102,2 159,8 7.902,9
2020Mei** 7.637,8 120,0 154,1 7.911,8
2020Juni** 7.639,1 148,9 195,0 7.983,0
2020Juli** 7.696,7 140,8 192,1 8.029,5
2020Augustus** 7.660,6 187,1 196,2 8.043,9
2020September** 7.722,5 160,1 209,9 8.092,5
2020Oktober** 7.736,7 136,1 200,4 8.073,2
2020November** 7.760,5 113,8 156,1 8.030,4
2020December** 7.572,1 168,5 273,3 8.013,9
2021Januari* 7.591,6 147,6 155,4 7.894,6
2021Februari* 7.681,1 128,5 126,2 7.935,8
2021Maart* 7.706,3 143,4 148,7 7.998,4
2021April* 7.791,0 139,1 124,5 8.054,6

* nader voorlopig

** nader nader voorlopig

B.1a Werknemers op de laatste vrijdag in de verslagmaand naar arbeidsmarktpositie één maand later, januari 2018 - april 2021* (%)
Blijft in dezelfde
werknemersbaan
Doorstroom naar
andere
werknemersbaan
Uitstroom
naar geen
werknemersbaan
Totaal
werknemers
2018Januari 95,7 2,1 2,2 100,0
2018Februari 95,9 2,0 2,1 100,0
2018Maart 96,1 2,0 1,9 100,0
2018April 96,2 1,9 1,9 100,0
2018Mei 95,6 2,2 2,3 100,0
2018Juni 94,8 2,3 2,9 100,0
2018Juli 94,7 2,2 3,1 100,0
2018Augustus 94,6 2,7 2,7 100,0
2018September 95,3 2,2 2,5 100,0
2018Oktober 95,7 2,0 2,3 100,0
2018November 96,1 1,7 2,2 100,0
2018December 94,5 2,5 3,0 100,0
2019Januari 95,7 2,1 2,2 100,0
2019Februari 95,8 2,0 2,2 100,0
2019Maart 96,2 1,9 1,9 100,0
2019April 96,0 2,0 2,1 100,0
2019Mei 95,9 2,0 2,1 100,0
2019Juni 94,9 2,2 2,9 100,0
2019Juli 94,9 2,1 3,1 100,0
2019Augustus 94,7 2,6 2,8 100,0
2019September 95,5 2,1 2,4 100,0
2019Oktober 95,7 1,9 2,3 100,0
2019November 96,2 1,6 2,2 100,0
2019December 93,8 2,8 3,4 100,0
2020Januari** 95,8 2,0 2,2 100,0
2020Februari** 95,7 1,7 2,6 100,0
2020Maart** 95,4 1,6 3,1 100,0
2020April** 96,7 1,3 2,0 100,0
2020Mei** 96,5 1,5 2,0 100,0
2020Juni** 95,7 1,9 2,4 100,0
2020Juli** 95,9 1,8 2,4 100,0
2020Augustus** 95,2 2,3 2,4 100,0
2020September** 95,4 2,0 2,6 100,0
2020Oktober** 95,8 1,7 2,5 100,0
2020November** 96,6 1,4 1,9 100,0
2020December** 94,5 2,1 3,4 100,0
2021Januari* 96,2 1,9 2,0 100,0
2021Februari* 96,8 1,6 1,6 100,0
2021Maart* 96,4 1,8 1,9 100,0
2021April* 96,7 1,7 1,6 100,0

* nader voorlopig

** nader nader voorlopig


B.2 Werknemers op de laatste vrijdag in de verslagmaand naar arbeidsmarktpositie één maand eerder, januari 2018 - mei 2021* (x 1 000)
Blijft in dezelfde
werknemersbaan
Doorstroom naar
andere
werknemersbaan
Instroom
vanuit geen
werknemersbaan
Totaal
werknemers
2018Januari . . . 7.726,2
2018Februari 7.396,7 162,9 207,2 7.766,8
2018Maart 7.448,0 158,5 212,7 7.819,2
2018April 7.515,5 153,6 200,0 7.869,1
2018Mei 7.571,3 150,1 187,5 7.908,9
2018Juni 7.559,8 170,7 221,0 7.951,6
2018Juli 7.538,7 181,4 227,9 7.948,1
2018Augustus 7.526,1 173,5 236,7 7.936,4
2018September 7.508,7 213,0 279,3 8.001,0
2018Oktober 7.622,5 177,8 201,2 8.001,4
2018November 7.659,1 160,6 190,3 8.010,0
2018December 7.699,1 135,4 150,6 7.985,1
2019Januari 7.547,1 198,4 191,9 7.937,3
2019Februari 7.597,4 169,6 212,5 7.979,5
2019Maart 7.644,8 160,9 212,1 8.017,8
2019April 7.710,5 154,7 205,0 8.070,2
2019Mei 7.746,1 158,5 199,5 8.104,1
2019Juni 7.773,7 157,9 201,0 8.132,5
2019Juli 7.718,9 179,4 223,4 8.121,7
2019Augustus 7.704,2 168,6 230,6 8.103,3
2019September 7.671,7 209,1 271,7 8.152,6
2019Oktober 7.783,8 170,8 200,2 8.154,9
2019November 7.807,3 157,5 186,0 8.150,8
2019December 7.838,3 130,7 150,5 8.119,5
2020Januari** 7.618,7 227,1 198,3 8.044,1
2020Februari** 7.706,3 160,8 203,4 8.070,5
2020Maart** 7.721,1 139,5 159,8 8.020,4
2020April** 7.651,2 123,9 127,7 7.902,9
2020Mei** 7.640,9 102,2 168,7 7.911,8
2020Juni** 7.637,8 120,0 225,2 7.983,0
2020Juli** 7.639,1 148,9 241,6 8.029,5
2020Augustus** 7.696,7 140,8 206,4 8.043,9
2020September** 7.660,6 187,1 244,8 8.092,5
2020Oktober** 7.722,5 160,1 190,6 8.073,2
2020November** 7.736,7 136,1 157,5 8.030,4
2020December** 7.760,5 113,8 139,7 8.013,9
2021Januari* 7.572,1 168,5 154,0 7.894,6
2021Februari* 7.591,6 147,6 196,6 7.935,8
2021Maart* 7.681,1 128,5 188,8 7.998,4
2021April* 7.706,3 143,4 204,9 8.054,6
2021Mei* 7.791,0 139,1 198,9 8.129,0

* nader voorlopig

** nader nader voorlopig

B.2a Werknemers op de laatste vrijdag in de verslagmaand naar arbeidsmarktpositie één maand eerder, januari 2018 - mei 2021* (%)
Blijft in dezelfde
werknemersbaan
Doorstroom naar
andere
werknemersbaan
Instroom
vanuit geen
werknemersbaan
Totaal
werknemers
2018Januari . . . 100,0
2018Februari 95,2 2,1 2,7 100,0
2018Maart 95,3 2,0 2,7 100,0
2018April 95,5 2,0 2,5 100,0
2018Mei 95,7 1,9 2,4 100,0
2018Juni 95,1 2,2 2,8 100,0
2018Juli 94,9 2,3 2,9 100,0
2018Augustus 94,8 2,2 3,0 100,0
2018September 93,9 2,7 3,5 100,0
2018Oktober 95,3 2,2 2,5 100,0
2018November 95,6 2,0 2,4 100,0
2018December 96,4 1,7 1,9 100,0
2019Januari 95,1 2,5 2,4 100,0
2019Februari 95,2 2,1 2,7 100,0
2019Maart 95,4 2,0 2,7 100,0
2019April 95,5 1,9 2,5 100,0
2019Mei 95,6 2,0 2,5 100,0
2019Juni 95,6 1,9 2,5 100,0
2019Juli 95,0 2,2 2,8 100,0
2019Augustus 95,1 2,1 2,9 100,0
2019September 94,1 2,6 3,3 100,0
2019Oktober 95,5 2,1 2,5 100,0
2019November 95,8 1,9 2,3 100,0
2019December 96,5 1,6 1,9 100,0
2020Januari** 94,7 2,8 2,5 100,0
2020Februari** 95,5 2,0 2,5 100,0
2020Maart** 96,3 1,7 2,0 100,0
2020April** 96,8 1,6 1,6 100,0
2020Mei** 96,6 1,3 2,1 100,0
2020Juni** 95,7 1,5 2,8 100,0
2020Juli** 95,1 1,9 3,0 100,0
2020Augustus** 95,7 1,8 2,6 100,0
2020September** 94,7 2,3 3,0 100,0
2020Oktober** 95,7 2,0 2,4 100,0
2020November** 96,3 1,7 2,0 100,0
2020December** 96,8 1,4 1,7 100,0
2021Januari* 95,9 2,1 2,0 100,0
2021Februari* 95,7 1,9 2,5 100,0
2021Maart* 96,0 1,6 2,4 100,0
2021April* 95,7 1,8 2,5 100,0
2021Mei* 95,8 1,7 2,5 100,0
* nader voorlopig

** nader nader voorlopig