Auteur: Jan-Willem Bruggink
Gezondheid, zorggebruik en verzekeringsvorm

2. Bron en methode

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van gegevens uit de Gezondheidsenquêtes van 2020 en 2021. De Gezondheidsenquête is een jaarlijks onderzoek dat een beeld probeert te geven van de gezondheid, het zorggebruik en de leefstijl van de Nederlandse bevolking en de ontwikkelingen daarin. In het onderzoek wordt onder andere gevraagd naar de manier waarop mensen voor zorg verzekerd zijn, naar hun zorggebruik en naar hun gezondheidstoestand. De uitkomsten van de Gezondheidsenquête zijn omgeven door onzekerheidsmarges. Als in de resultaten wordt gesproken van een verschil tussen groepen, betreft dat een statistisch significant verschil (p < 0,05).

2.1 Zorgverzekering

De enquêtevraag over de manier waarop mensen voor zorg verzekerd zijn, is alleen voorgelegd aan personen van 18 jaar of ouder. De vraagstelling luidde:
Welke zorgverzekering heeft u op dit moment? 
Met daarbij de volgende antwoordmogelijkheden:

  1. Alleen een basisverzekering
  2. Een basisverzekering en een aanvullende verzekering met aanvullende tandartsverzekering
  3. Een basisverzekering en een aanvullende verzekering zonder aanvullende tandartsverzekering
  4. Een basisverzekering en alleen een aanvullende tandartsverzekering
  5. Ik heb geen zorgverzekering
  6. Weet niet

Deze vraag is in totaal gesteld aan 13.890 personen. Van deze groep wisten 13.514 personen (97,3 procent van de ondervraagden) hoe ze verzekerd waren. De mensen die aangaven geen zorgverzekering te hebben (0,1 procent) en degenen die niet wisten hoe ze verzekerd zijn (2,6 procent), zijn buiten beschouwing gelaten in de analyses. De resultaten uit paragraaf 3 hebben dus steeds betrekking op de bevolking van 18 jaar of ouder waarvan bekend is dat en hoe ze zijn verzekerd voor zorg. Cijfers over de gezondheid en het zorggebruik van de gehele bevolking van 18 jaar of ouder, dus inclusief de personen zonder of met onbekende verzekering, zijn te vinden in de bijlagetabel. 
Er is niet gevraagd of iemand een aanvullende verzekering heeft voor een specifieke type (verwacht) zorggebruik. Ook zijn geen details uitgevraagd over het soort aanvullende verzekering, behalve dat er specifiek naar aanvullende tandartsverzekeringen is gevraagd.  

2.2. Zorggebruik

Bij het zorggebruik (tandarts, fysiotherapeut, alternatief genezer) gaat het om het bezoeken van, gebruik maken van of onder behandeling zijn van een zorgverlener in de afgelopen 12 maanden. Bij tandarts en fysiotherapeut is ook het aantal bezoeken/behandelingen in de afgelopen 12 maanden uitgevraagd. Er is niet gevraagd naar de reden van het bezoek of de behandeling. Bij tandartsbezoek kan het dus ook om een periodieke controle gaan.
Het is niet zeker dat het zorggebruik plaatsvond in hetzelfde jaar als het jaar waarover de manier van verzekerd zijn is gerapporteerd. Een voorbeeld: een respondent deed in april 2021 mee aan de Gezondheidsenquête en gaf aan een aanvullende verzekering te hebben. Ook gaf hij/zij aan in de afgelopen 12 maanden gebruik te hebben gemaakt van fysio-/oefentherapie. Het is dan mogelijk dat die fysio-/oefentherapie in 2020 plaatsvond en mogelijk was de respondent in dat jaar op een andere manier verzekerd.  
Bij de hulpmiddelen voor zien gaat het om het dragen van brillen, contactlenzen of andere hulpmiddelen om te zien of lezen.

2.3 Gezondheidstoestand

In de Gezondheidsenquête wordt de gezondheidstoestand op verschillende manieren gemeten. De gezondheidstoestand wordt in dit onderzoek gerelateerd aan zorggebruik. Per type zorggebruik is gekeken naar een gezondheidsaspect dat daarmee samenhangt. 
Voor de relatie met tandartsbezoek is gekeken naar de mondgezondheid van mensen. Dat is vastgesteld aan de hand van de enquêtevraag: Hoe zou u in het algemeen de gezondheid van uw tanden en tandvlees omschrijven?

Voor de relatie met fysio-/oefentherapie is gekeken naar het hebben van een langdurige beperking in activiteiten die mensen gewoonlijk doen, door middel van de Global Activity Limitations Indicator (GALI), een internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking. Het is niet aan mensen gevraagd of fysio-/oefentherapie een oplossing of hulpmiddel kan zijn voor het beperkingen veroorzakende gezondheidsprobleem. 
Voor de relatie met het dragen van een bril, contactlenzen of een ander hulpmiddel voor zien of lezen, is gekeken naar het hebben van een visuele beperking. Dit is gemeten aan de hand van twee enquêtevragen:

  1. Zijn uw ogen goed genoeg om de kleine letters in de krant te kunnen lezen, zo nodig met bril of contactlenzen?
  2. Kunt u op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen, zo nodig met bril of contactlenzen?

Voor de relatie met het ondergaan van behandelingen bij alternatieve genezers is gekeken naar het hebben van pijn. Voor deze relatie is gekozen omdat sommige vormen van alternatieve geneeswijzen, bijvoorbeeld acupunctuur, soms specifiek worden ingezet voor het bestrijden van chronische pijn. Pijn is op de volgende manier uitgevraagd in de enquête: Hoeveel pijn heeft u in de afgelopen vier weken gehad? Door deze vraagstelling is dus niet bekend of de pijn langere tijd heeft gespeeld.  

2.4 Inkomen

Aan de Gezondheidsenquête zijn gegevens over inkomen gekoppeld. In dit onderzoek gaat het om het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen van het huishouden waar de persoon deel van uitmaakt. Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen geeft uitdrukking aan de koopkracht van een huishouden en daarmee aan de koopkracht van de persoon uit het betreffende huishouden. Respondenten zijn verdeeld in twee inkomensgroepen: 

  1. Personen met een lager inkomen: personen die deel uitmaken van de 40 procent huishoudens met de laagste inkomens 
  2. Personen met een hoger inkomen: personen die deel uitmaken van de 60 procent huishoudens met de hoogste inkomens.