2. Regionale verschillen in welzijn
2.1 Welzijn naar provincie
Verschillen in geluk
Het aandeel van de 18-plussers dat zei gelukkig te zijn, varieerde van 86 procent in Groningen tot 90 procent in Friesland, Drenthe en Zeeland. In Groningen wonen significant minder gelukkigen dan in Friesland. De overige provincies verschillen niet van elkaar als zij elk met elkaar worden vergeleken.Als elke provincie wordt vergeleken met de overige elf provincies bij elkaar, blijkt dat het percentage gelukkigen in Groningen ook lager was dan in de rest van Nederland. In Friesland en Drenthe lag dat percentage hoger. Ook in Zeeland wonen relatief veel gelukkigen, maar toch wijkt Zeeland niet significant af van de rest van Nederland. Dat heeft te maken met het feit dat in Zeeland relatief weinig mensen wonen. Daardoor zijn er ook weinig respondenten die deelnamen aan het onderzoek, wat relatief grotere onzekerheidsmarges rondom de cijfers met zich meebrengt. Dit geldt voor alle kleinere provincies. In 2019 telde Zeeland de minste inwoners, gevolgd door Flevoland en Drenthe (CBS StatLine, 2019a).
Provincie | Gelukkigen (% personen van 18 jaar of ouder) | Tevredenen (% personen van 18 jaar of ouder) |
---|---|---|
Groningen | 86 | 83,2 |
Friesland | 89,8 | 87,5 |
Drenthe | 89,6 | 87,9 |
Overijssel | 88,5 | 86,2 |
Flevoland | 86,7 | 82,8 |
Gelderland | 88,8 | 85,4 |
Utrecht | 88,9 | 85,8 |
Noord-Holland | 87,7 | 84,6 |
Zuid-Holland | 86,9 | 84,2 |
Zeeland | 89,7 | 86,9 |
Noord-Brabant | 88 | 85,7 |
Limburg | 87,2 | 84,5 |
Mensen met een hoger inkomen zijn over het algemeen iets vaker gelukkig dan mensen met een lager inkomen (CBS StatLine, 2020a). Het lagere aandeel gelukkigen in Groningen houdt verband met het gemiddeld lagere inkomen in deze provincie. De eventuele samenhang tussen aan aardbevingen gerelateerde problematiek en het welzijn van mensen in Groningen is in dit onderzoek niet bekeken, omdat relevante gegevens hiervoor ontbreken. Andere onderzoeken onder de inwoners van Groningen met (met name meervoudige) aardbevingsschade aan hun woning schetsen wel een beeld dat het welbevinden van deze inwoners waarschijnlijk verminderd is in deze periode, aangezien zij zich minder vaak veilig voelen in de woning, een slechtere gezondheid ervaren en vaker negatieve emoties zoals boosheid ervaren dan de groep die geen of een enkele keer aardbevingsschade had (Boelhouwer et al., 2016; Stroebe et al., 2019).
Het verschil tussen Friesland en Drenthe versus de rest van Nederland is gerelateerd aan verschillen in de migratieachtergrond van de bevolking. In Friesland en Drenthe wonen gemiddeld minder mensen met een migratieachtergrond dan in de rest van Nederland. Mensen met een migratieachtergrond zijn gemiddeld genomen minder vaak gelukkig dan mensen met een Nederlandse achtergrond (CBS StatLine, 2020b).
Verschillen in tevredenheid met het leven
Het aandeel inwoners dat tevreden was met het leven varieerde van 83 procent in Groningen en Flevoland tot 88 procent in Drenthe. Het verschil tussen respectievelijk Groningen en Flevoland enerzijds en Friesland (87 procent) en Drenthe anderzijds is significant. De andere provincies verschilden niet wezenlijk van elkaar.Als elke provincie met de overige elf provincies samen wordt vergeleken, dan lagen in Drenthe en Friesland de percentages die tevreden waren met het leven hoger dan in de rest van Nederland. Net als bij geluk geldt ook hier dat migratieachtergrond bij dit verschil een doorslaggevende rol speelt. In Drenthe en Friesland wonen relatief meer mensen met een Nederlandse achtergrond van wie een hoger percentage tevreden is met het leven dan bij mensen met een migratieachtergrond. Flevoland telde minder tevredenen dan de rest van Nederland. In Flevoland wonen relatief meer mensen met een (met name niet-westerse) migratieachtergrond dan in de rest van Nederland. Ook in Groningen was het percentage tevredenen relatief laag. Net als bij geluk hangt dit samen met het gemiddeld lagere huishoudensinkomen in deze provincie.
2.2 Welzijn naar COROP-gebied
Verschillen in geluk
Het aandeel gelukkigen loopt van 84 procent in Oost-Groningen/Delfzijl en omgeving tot 91 procent in Noord-Friesland, Zuidwest-Drenthe en de Gooi en Vechtstreek.Corop | (% gelukkigen) |
---|---|
Oost-Groningen (CR) | 84,3 |
Delfzijl en omgeving (CR) | 84,3 |
Overig Groningen (CR) | 86,7 |
Noord-Friesland (CR) | 90,6 |
Zuidwest-Friesland (CR) | 88,0 |
Zuidoost-Friesland (CR) | 89,8 |
Noord-Drenthe (CR) | 89,6 |
Zuidoost-Drenthe (CR) | 88,7 |
Zuidwest-Drenthe (CR) | 90,9 |
Noord-Overijssel (CR) | 88,9 |
Zuidwest-Overijssel (CR) | 89,6 |
Twente (CR) | 88,1 |
Veluwe (CR) | 89,3 |
Achterhoek (CR) | 89,4 |
Arnhem/Nijmegen (CR) | 88,2 |
Zuidwest-Gelderland (CR) | 88,0 |
Utrecht (CR) | 88,9 |
Kop van Noord-Holland (CR) | 89,5 |
Alkmaar en omgeving (CR) | 90,3 |
IJmond (CR) | 89,7 |
Agglomeratie Haarlem (CR) | 88,0 |
Zaanstreek (CR) | 85,4 |
Groot-Amsterdam (CR) | 86,0 |
Het Gooi en Vechtstreek (CR) | 90,8 |
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) | 89,0 |
Agglomeratie s-Gravenhage (CR) | 84,5 |
Delft en Westland (CR) | 88,9 |
Oost-Zuid-Holland (CR) | 88,8 |
Groot-Rijnmond (CR) | 86,3 |
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) | 88,9 |
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) | 89,7 |
Overig Zeeland (CR) | 89,6 |
West-Noord-Brabant (CR) | 88,4 |
Midden-Noord-Brabant (CR) | 86,3 |
Noordoost-Noord-Brabant (CR) | 88,2 |
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) | 88,5 |
Noord-Limburg (CR) | 89,5 |
Midden-Limburg (CR) | 87,9 |
Zuid-Limburg (CR) | 86,0 |
Flevoland (CR) | 86,7 |
1) I.v.m. te weinig waarnemingen in Delfzijl en omgeving is dit gebied samengevoegd met Oost-Groningen en hebben de betreffende cijfers betrekking op beide gebieden samen. |
De lagere gelukscore van Oost-Groningen/Delfzijl en omgeving hangt samen met een andere bevolkingssamenstelling voor wat betreft ervaren gezondheid, onderwijsniveau en huishoudensinkomen. Deze zijn in dit gebied gemiddeld slechter dan in de rest van Nederland.
Ook in Groot-Amsterdam, Groot-Rijnmond, de agglomeratie ’s-Gravenhage, en Zuid-Limburg zeiden minder mensen gelukkig te zijn dan in de rest van Nederland. In Groot-Amsterdam en Groot-Rijnmond hangt dit samen met het feit dat in deze gebieden meer mensen met een (met name niet-westerse) migratieachtergrond wonen en deze groep gemiddeld minder vaak gelukkig is. In de agglomeratie ’s-Gravenhage is het een combinatie van meer mensen met een migratieachtergrond en een slechtere ervaren gezondheid. In Zuid-Limburg hangt het lagere aandeel gelukkigen vooral samen met het gemiddeld lagere onderwijsniveau en de slechtere ervaren gezondheid.
In Noord-Friesland was het aandeel gelukkigen significant hoger dan in de rest van Nederland. Net als op het niveau van de hele provincie heeft dit vooral te maken met het feit dat in dit gebied meer mensen met een Nederlandse achtergrond wonen dan in de rest van Nederland. Ook in de Gooi en Vechtstreek was het percentage gelukkigen hoger dan in de rest van het land; hier is er vooral een verband met de gemiddeld hogere huishoudensinkomens. Ook in Zuidwest-Drenthe wonen relatief veel gelukkigen, maar dit aandeel wijkt niet significant af van de rest van Nederland.
Verschillen in tevredenheid met het leven
Het aandeel inwoners dat tevreden was met het leven varieert van 81 procent in de Zaanstreek tot 89 procent in Zuidoost-Friesland en in Delft en Westland.Corop | (% tevredenen) |
---|---|
Oost-Groningen (CR) | 83,4 |
Delfzijl en omgeving (CR) | 83,4 |
Overig Groningen (CR) | 83,1 |
Noord-Friesland (CR) | 87,6 |
Zuidwest-Friesland (CR) | 85,3 |
Zuidoost-Friesland (CR) | 89,0 |
Noord-Drenthe (CR) | 88,2 |
Zuidoost-Drenthe (CR) | 87,6 |
Zuidwest-Drenthe (CR) | 87,9 |
Noord-Overijssel (CR) | 87,5 |
Zuidwest-Overijssel (CR) | 87,1 |
Twente (CR) | 85,2 |
Veluwe (CR) | 86,5 |
Achterhoek (CR) | 85,7 |
Arnhem/Nijmegen (CR) | 84,6 |
Zuidwest-Gelderland (CR) | 84,0 |
Utrecht (CR) | 85,8 |
Kop van Noord-Holland (CR) | 86,3 |
Alkmaar en omgeving (CR) | 87,0 |
IJmond (CR) | 87,9 |
Agglomeratie Haarlem (CR) | 84,3 |
Zaanstreek (CR) | 81,1 |
Groot-Amsterdam (CR) | 83,0 |
Het Gooi en Vechtstreek (CR) | 88,3 |
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) | 86,2 |
Agglomeratie s-Gravenhage (CR) | 82,1 |
Delft en Westland (CR) | 88,8 |
Oost-Zuid-Holland (CR) | 86,2 |
Groot-Rijnmond (CR) | 83,3 |
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) | 85,3 |
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) | 86,4 |
Overig Zeeland (CR) | 87,1 |
West-Noord-Brabant (CR) | 86,5 |
Midden-Noord-Brabant (CR) | 84,6 |
Noordoost-Noord-Brabant (CR) | 85,5 |
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) | 85,8 |
Noord-Limburg (CR) | 87,8 |
Midden-Limburg (CR) | 84,1 |
Zuid-Limburg (CR) | 83,1 |
Flevoland (CR) | 82,8 |
1) I.v.m. te weinig waarnemingen in Delfzijl en omgeving is dit gebied samengevoegd met Oost-Groningen en hebben de betreffende cijfers betrekking op beide gebieden samen. |
De inwoners van Zuidoost-Friesland, Noord-Drenthe, Noord-Overijssel, de Gooi en Vechtstreek, Delft en Westland en Noord-Limburg waren vaker tevreden met het leven dan de inwoners van de rest van Nederland. In Noord-Drenthe hangt dit samen met het feit dat hier minder mensen met een migratieachtergrond wonen en dat het huishoudensinkomen gemiddeld hoger is. In Noord-Overijssel en Noord-Limburg is dit gerelateerd aan het feit dat er minder mensen met een migratieachtergrond wonen, en in de Gooi en Vechtstreek heeft dit te maken met het gemiddeld hogere huishoudensinkomen. De onderzochte bevolkingskenmerken spelen geen doorslaggevende rol bij de verschillen voor Zuidoost-Friesland en Delft en Westland.
De inwoners van de Zaanstreek, Groot-Amsterdam, de agglomeratie ‘s-Gravenhage en Groot-Rijnmond waren minder vaak tevreden met het leven dan de rest van Nederland. In de Zaanstreek heeft dit te maken met de gemiddeld genomen minder goede ervaren gezondheid in dit gebied. In Groot-Amsterdam, de agglomeratie ’s-Gravenhage en Groot-Rijnmond speelt vooral het hogere percentage inwoners met een migratieachtergrond een rol.
2.3 Welzijn naar stedelijkheid
Verschillen in geluk
Het aandeel gelukkigen varieerde van 85 procent in zeer sterk stedelijke gemeenten (de grote steden) tot ruim 90 procent in niet-stedelijke gemeenten. Het percentage gelukkigen in de grote steden was lager dan in kleinere gemeenten. Dit hangt samen met de combinatie van relatief meer inwoners met een migratieachtergrond en meer alleenstaanden. Deze groepen zijn gemiddeld minder vaak gelukkig dan mensen met een Nederlandse achtergrond of paren. Inwoners van weinig en niet-stedelijke gemeenten waren met 90 procent het vaakst gelukkig. Inwoners van sterk en matig stedelijke gemeenten zitten hier met respectievelijk 87 en 89 procent tussenin.Categorie | Stedelijkheid | 2013/2019 (% personen van 18 jaar of ouder) |
---|---|---|
Gelukkigen | zeer sterk stedelijk | 85,1 |
Gelukkigen | sterk stedelijk | 87,4 |
Gelukkigen | matig stedelijk | 88,8 |
Gelukkigen | weinig stedelijk | 89,8 |
Gelukkigen | niet stedelijk | 90,4 |
Tevredenen | zeer sterk stedelijk | 81,7 |
Tevredenen | sterk stedelijk | 84,4 |
Tevredenen | matig stedelijk | 86,3 |
Tevredenen | weinig stedelijk | 87,5 |
Tevredenen | niet stedelijk | 88,1 |