Auteur: Koos Arts, Noortje Pouwels-Urlings

Pensioenvermogen en vermogensongelijkheid

Over deze publicatie

Dit artikel geeft een beschrijving van de berekening en verdeling van het arbeidsgerelateerde pensioenvermogen oftewel het collectief pensioenvermogen, en het effect van het meetellen van deze post in het vermogen op de vermogensongelijkheid. Het CBS telt dit pensioenvermogen normaliter niet mee als vermogen, omdat het niet vrijelijk beschikbaar en overdraagbaar is. De hoogte van iemands pensioenvermogen is geschat op basis van onder meer de levensverwachting en het verwachte rendement op de ingelegde pensioenpremie. Wordt het pensioenvermogen van de huishoudensleden meegeteld, dan blijkt het bijna de helft van het totale vermogen uit te maken. De vermogensongelijkheid tussen huishoudens wordt kleiner als het pensioenvermogen meetelt. Dat blijkt ook uit een kleiner vermogensaandeel van de meest vermogende huishoudens. In plaats van het op een na grootste aandeel, neemt Nederland met het meerekenen van pensioenvermogen een middenpositie in op de ranglijst van OECD-landen.