Neveninkomens naar sociaaleconomische categorie

3. Neveninkomen en brutoinkomen

In deze paragraaf staat de hoogte van het neveninkomen centraal. Hoe verhoudt het neveninkomen zich tot het bruto jaarinkomen bij de verschillende sociaaleconomische groepen? En wat is de bijdrage van de verschillende soorten neveninkomen aan het totale inkomen?

Neveninkomen goed voor 16 procent van bruto-inkomen

In 2018 was het bruto-inkomen voor alle personen met inkomen gemiddeld 36,9 duizend euro (CBS StatLine, 2020). Met 27,5 duizend euro is het inkomen van personen met neveninkomen ruim 30 procent lager dan de 39,2 duizend euro voor personen met alleen een hoofdinkomen. Dit komt doordat er veel scholieren en studenten in de groep met neveninkomen zitten. Het bruto-inkomen van scholieren en studenten met bijverdiensten bedraagt gemiddeld 5 duizend euro en is daarmee veruit het laagst van alle sociaaleconomische groepen met neveninkomen (figuur 3.1). Wel is het beduidend hoger dan het inkomen van scholieren/studenten zonder bijverdiensten, die het met gemiddeld 3,6 duizend euro moeten doen (tabel B.1).

Bij bijverdienende scholieren en studenten is het gemiddelde neveninkomen met 3,3 duizend euro goed voor bijna twee derde van hun bruto-inkomen. Voor de overige sociaaleconomische categorieën is dat aandeel veel lager; het varieert van 10 procent bijwerknemers tot 19 procent bij zelfstandigen. In totaal draagt het neveninkomen voor 16 procent bij aan het bruto-inkomen van personen met een tweede inkomen. Gemiddeld gaat het om een bedrag van 4,5 duizend euro. Bij zelfstandigen is dat met 9,4 duizend euro het hoogst. Daarnaast ligt ook bij de pensioenontvangers het neveninkomen met 5,5 duizend euro boven het gemiddelde.

3.1 Bruto-inkomen van personen met neveninkomen naar sociaaleconomische categorie, 1 januari 2018*
CategorieHoofdinkomen (1 000 euro)Neveninkomen (1 000 euro)Rest (1 000 euro)
Totaal20,74,52,4
Scholier of student0,83,31,0
Werknemer39,84,52,5
Zelfstandige36,09,44,6
Uitkeringsontvanger19,04,33,0
Pensioenontvanger 30,85,54,5

Met neveninkomen doorgaans een hoger inkomen

Bij bijna alle sociaaleconomische categorieën is het bruto-inkomen van mensen met een neveninkomen gemiddeld hoger dan bij degenen met alleen een hoofdinkomen. Alleen onder werknemers is dat omgekeerd: in 2018 was het bruto-inkomen van werknemers met alleen een hoofdinkomen gemiddeld 5,0 duizend euro hoger dan dat van hun collega’s die daarnaast ook nog een ander inkomen hadden (tabel B.1). 


Bij pensioenontvangers en uitkeringsontvangers valt op dat het hoofdinkomen van de groep met neveninkomen gemiddeld boven dat van de groep zonder neveninkomen ligt.Dit kan er op wijzen dat het dikwijls mensen met een hogere (pensioen)uitkering zijn die daarnaast nog een tweede inkomen hebben.

Neveninkomen uit pensioen het hoogst

Het bruto-inkomen van personen die bijverdienden als werknemer kwam in 2018 op 12,7 duizend euro (figuur 3.2). De bijverdiensten zijn met 4,1 duizend euro goed voor bijna een derde van het totale inkomen. Het relatief lage bruto-inkomen kan worden verklaard doordat ruim driekwart van de mensen met neveninkomen uit een werknemersbaan scholieren en studenten zijn.

Bezien vanuit het soort neveninkomen hebben personen die bijverdienen als zelfstandige gemiddeld het hoogste inkomen, namelijk 51,5 duizend euro bruto. Met 3,9 duizend euro maakt het neveninkomen hier maar een relatief klein deel van uit (8 procent). De groep dieop deze manier bijverdient, bestaat voor bijna 60 procent uit werknemers.

Personen die naast hun hoofdinkomen ook pensioen ontvangen, hebben gemiddeld het hoogste neveninkomen: 8,4 duizend euro. Dit komt neer op 17 procent van het gemiddelde bruto-inkomen van 48,4 duizend euro van degenen met dit neveninkomen. Het betreft een gemêleerde groep: 44 procent is werknemer, 31 procent uitkeringsontvanger en 25 procent zelfstandige.

Het gemiddelde bruto-inkomen van personen met een uitkering als neveninkomen bedraagt 34,8 duizend euro. Hiervan komt 4,0 duizend euro oftewel 11 procent voor rekening van het neveninkomen. Deze groep bestaat voor 68 procent uit werknemers.

3.2 Bruto-inkomen van personen met neveninkomen naar soort neveninkomen, 1 januari 2018*
CategorieHoofdinkomen (1 000 euro)Neveninkomen (1 000 euro)Rest (1 000 euro)
Loon als werknemer6,94,11,7
Inkomen als zelfstandige43,93,93,7
Pensioen38,08,42,0
Uitkering27,74,03,1