Laatste levensjaren tachtigplussers

4. Ziekenhuisopnamen

In laatste levensjaar de hoogste ziekenhuiskosten

Uit onderzoek blijkt dat de ziekenhuiskosten in het laatste levensjaar van mensen aanzienlijk hoger zijn dan die van niet-overleden leeftijdsgenoten (Wong, Kommer en Polder, 2008). Hoe dichter bij het overlijden, hoe sterker de kosten toenemen. Het verschil in ziekenhuiskosten tussen het laatste levensjaar en het tweede jaar voor overlijden is dus groter dan tussen jaar 3 en jaar 4 voor overlijden.

In deze paragraaf is het aantal klinische ziekenhuisopnamen en de totale opnameduur in het laatste jaar en voorlaatste jaar voor overlijden bij verschillende subgroepen van het sterftecohort tachtigplussers in kaart gebracht. Daarbij is gekeken of de verschillen tussen de subgroepen significant waren.

 

Relatief weinig verpleeghuisbewoners opgenomen in ziekenhuis

Bijna 20 procent van de tachtigplussers in de verpleeghuisgroep werd in het laatste levensjaar ten minste één keer opgenomen in het ziekenhuis. Bij de andere subgroepen was dit percentage aanzienlijk hoger: 58 bij de thuis-naar-verpleeghuis groep en 67 bij de thuiswonenden. Het aandeel met een ziekenhuisopname was voor alle groepen beduidend groter in het laatste jaar voor overlijden dan in het voorlaatste jaar; bij de thuiswonenden was het zelfs tweeëneenhalf keer zo hoog. Mannen werden iets vaker in het ziekenhuis opgenomen dan vrouwen, dit gold voor alle subgroepen en perioden.
 

4.1 Personen met minstens één ziekenhuisopname, sterftecohort tachtigplussers 2017
WonenVoorlaatste levensjaar (% )Laatste levensjaar (% )
Thuiswonenden2767
Thuis-naar-verpleeghuis3058
Verpleeghuisbewoners1019

 


Verpleeghuisbewoners ook minder vaak meerdere keren opgenomen

Niet alleen werden relatief weinig verpleeghuisbewoners opgenomen in het ziekenhuis, het aantal opnamen per persoon in het laatste levensjaar was bij deze groep ook lager dan bij de andere twee groepen. Zo vond er bij bijna driekwart van de verpleeghuisbewoners die werden opgenomen in hun laatste levensjaar maar één ziekenhuisopname plaats. Bij de thuis-naar-verpleeghuisgroep was dat 60 procent en bij de thuiswonenden 56 procent. Dat naar verhouding minder mensen vanuit het verpleeghuis in het ziekenhuis werden opgenomen en dat dat per persoon ook minder vaak gebeurde, zal te maken hebben met de 24-uurs (specialistische) zorg en medische behandelingen die verpleeghuizen hun bewoners bieden. Voor een deel van die zorg konden de thuiswonenden waarschijnlijk alleen in het ziekenhuis terecht.

4.2 Aantal ziekenhuisopnamen per persoon in laatste levensjaar, sterftecohort tachtigplussers 2017
Opnamen1 opname (% van personen met minstens één ziekenhuisopname)2 tot 5 opnamen (% van personen met minstens één ziekenhuisopname) 5 opnamen of meer (% van personen met minstens één ziekenhuisopname)
Thuiswonenden55,7404,2
Thuis-naar-verpleeghuis59,637,62,9
Verpleeghuisbewoners74,224,71,1

In het laatste levensjaar het langst in het ziekenhuis

Behalve dat een groter deel van de overleden ouderen in het laatste levensjaar in het ziekenhuis werd opgenomen dan in het tweede jaar voor overlijden, was ook de totale opnameduur (over alle opnamen) van de opgenomen personen hoger in het laatste levensjaar dan in het voorlaatste levensjaar: 14,2 dagen tegen 11,3 dagen. Mensen in het verpleeghuis hadden niet alleen de minste ziekenhuisopnamen, ook was hun totale opnameduur het kortst in vergelijking met de andere twee groepen. Vooral in het laatste jaar voor overlijden was het verschil groot.

Tachtigplussers die in het jaar voor overlijden naar het verpleeghuis gingen, brachten in hun laatste levensjaar gemiddeld meer tijd (17,2 dagen) in het ziekenhuis door dan degenen die thuis bleven wonen (14,4 dagen). Aangezien ze per persoon vrijwel even dikwijls opgenomen werden als de thuiswonenden, lagen ze per opname dus gemiddeld langer in het ziekenhuis. Verder verbleven mannen in alle subgroepen tijdens hun laatste levensjaar gemiddeld meer dagen in het ziekenhuis dan vrouwen.

Tachtigplussers die nog thuis woonden, stierven van alle groepen het vaakst tijdens een ziekenhuisopname. Van hen overleed 28 procent in het ziekenhuis, tegen 6 procent van de thuis-naar-verpleeghuisgroep en 5 procent van de verpleeghuisbewoners.  

4.3 Totale opnameduur van in ziekenhuis opgenomen personen, sterftecohort tachtigplussers 2017
WonenVoorlaatste levensjaar (klinische verpleegdagen)Laatste levensjaar (klinische verpleegdagen)
Thuiswonenden10,814,4
Thuis-naar-verpleeghuis12,217,2
Verpleeghuisbewoners8,38,9