Laatste levensjaren tachtigplussers

2. Woonsituatie

Ouderen wonen langer thuis

Het aantal ouderen neemt steeds meer toe en daarmee ook het aantal mensen dat zorg nodig heeft. Om ervoor te zorgen dat de zorgkosten in de toekomst betaalbaar blijven, heeft de overheid in 2015 hervormingen in de langdurige zorg doorgevoerd. Doel van deze hervormingen is ouderen langer zelfstandig thuis te laten wonen en verhuizing naar het verpleeghuis te zo lang mogelijk uit te stellen. Ter ondersteuning van hun zelfredzaamheid werd de zorg aan huis verder uitgebreid met wijkverpleging, gezinsverzorging en aanleunwoningen. Men komt de laatste jaren alleen in aanmerking voor een verpleeg- of verzorgingshuis wanneer men ernstige gezondheidsproblemen heeft waarvoor blijvend dag- en nachtzorg nodig is (SCP, 2017a) Ondanks de toename in het aantal ouderen, neemt het aantal mensen in verpleeg- en verzorgingshuizen daardoor de laatste jaren verder af.


Bijna helft overleden tachtigplussers verbleef in verpleeghuis

Van het sterftecohort tachtigplussers in 2017 woonde 46 procent op het moment van overlijden in een verpleeghuis. Een jaar voor overlijden was dat 28 procent en twee jaar voor overlijden 20 procent. De helft van de mensen die in het verpleeghuis woonden bij overlijden, was daar pas in het laatste levensjaar komen wonen.

In het verpleeghuis verblijven doorgaans meer vrouwen dan mannen. Dit komt doordat vrouwen doorgaans ouder worden dan mannen en meestal een oudere partner hebben. Hierdoor blijven ze vaker alleen achter. Op latere leeftijd is het lastiger om zelfstandig te blijven wonen zonder partner. Onder de overleden negentigplussers verbleef dan ook een groter deel in een verpleeghuis dan onder de tachtigers.

Mannen kunnen in het algemeen langer thuis blijven wonen, omdat ze vaak juist wel nog een (meestal jongere) partner hebben. De mannen die in het verpleeghuis overleden, kwamen daar vaker dan vrouwen pas kort voor hun overlijden in terecht. Op het moment van overlijden woonde 53 procent van de vrouwen en 35 procent van de mannen van de overleden tachtigplussers in een verpleeghuis.

 

2.1 Mannen in verpleeghuis, sterftecohort tachtigplussers 2017
LeeftijdTwee jaar voor overlijden (%)Een jaar voor overlijden (%)Op moment van overlijden (%)
807,611,922,8
817,311,424,5
829,414,028,5
838,313,529,3
8410,015,931,2
859,815,332,4
8611,818,436,7
8711,418,937,0
8812,018,437,5
8913,721,440,1
9013,720,538,9
9113,620,840,9
9215,322,844,3
9317,325,347,0
9417,225,848,1
9517,325,444,5
9623,831,151,6
9722,131,853,6
9826,738,659,4
99 e.o.29,838,558,9

2.2 Vrouwen in verpleeghuis, sterftecohort tachtigplussers 2017
LeeftijdTwee jaar voor overlijden (%)Een jaar voor overlijden (%)Op moment van overlijden (%)
8013,420,334,6
8113,720,136,6
8214,622,638,2
8317,524,541,0
8420,227,644,6
8520,428,146,4
8623,031,149,9
8723,832,651,4
8824,134,154,9
8925,735,354,9
9025,835,856,1
9129,339,260,1
9230,239,560,2
9330,940,861,8
9433,243,463,7
9533,745,265,3
9637,247,567,4
9737,148,668,1
9841,750,269,3
99 e.o.43,253,670,6