Mbo-schoolverlaters vanuit de bbl op de arbeidsmarkt

2. Bbl’ers in beeld

Techniek meest populair

Technische opleidingen zijn het meest populair onder bbl’ers. Van de 71 duizend bbl’ers die in het schooljaar 2012/’13 het onderwijs vanuit het mbo verlieten, hadden er 20 duizend een opleiding gevolgd in de richting techniek, industrie en bouwkunde. Ook in de eerdere schooljaren – gemeten vanaf schooljaar 2007/’08 – was dit de meest voorkomende richting onder bbl-schoolverlaters. Na de richting techniek zijn zorg- en welzijnsopleidingen (18 duizend bbl-schoolverlaters) en opleidingen in de richting dienstverlening (15 duizend bbl-schoolverlaters) het populairst.

2.1 Afstudeerrichting1) mbo-schoolverlaters, 2012/'13
 Bbl (x 1 000)Bol-voltijd (x 1 000)
Techniek, industrie en bouwkunde208
Gezondheidszorg en welzijn1819
Dienstverlening1515
Recht, administratie, handel en zakelijke
dienstverlening
1014
Landbouw, diergeneeskunde en -verzorging43
Studierichting onbekend23
Onderwijs11
Informatica04
Vormgeving, kunst, talen en geschiedenis05
1)Journalistiek, gedrag en maatschappij en Wiskunde, natuurwetenschappen niet getoond vanwege te kleine aantallen.

Wat de richting techniek betreft verschillen bbl’ers van de bol’ers. Door bol’ers wordt veel minder vaak een opleiding in de richting techniek gedaan. Bij de opleidingen in zorg en welzijn en opleidingen in de dienstverlening zijn de verschillen tussen de bbl en bol miniem. Hier tegenover staat dat opleidingen recht en administratie vaker in de bol dan in de bbl wordt gevolgd. Hetzelfde geldt voor informatica en vormgeving, kunst, talen en geschiedenis. Deze richtingen worden vooral door bol’ers gevolgd en nauwelijks door bbl’ers. Mogelijk lenen deze richtingen zich beter voor onderwijs op school dan op de werkplek of worden er minder leerwerkplekken in deze richtingen aangeboden.

Overigens verlaat een deel van de bbl-schoolverlaters de opleiding vanuit schooljaar 2012/’13 zonder diploma. Het gaat om 27 duizend van de 71 duizend bbl-schoolverlaters (38 procent). Onder bol’ers kwam dit iets vaker voor. Dit betekent echter niet dat al deze bbl’ers ongediplomeerd het onderwijs verlaten. Een deel van hen heeft al eerder een diploma in het mbo behaald (zie ook Pleijers en Hartgers, 2019). Bij de bbl’ers verlaten jongeren onder de 20 jaar het vaakst de opleiding zonder diploma (48 procent) en degenen van 27 jaar en ouder het minst vaak (35 procent).

Van de 44 duizend bbl-schoolverlaters die een diploma behaalden in schooljaar 2012/’13 hadden er 30 duizend niveau 2 or 3 gedaan. Dat zijn de meest voorkomende niveaus in de bbl. Daarna volgt niveau 4 met 10 duizend schoolverlaters in schooljaar 2012/’13. Hierin verschilt de bbl duidelijk van de bol. In de bol wordt niveau 4 veruit het meest gevolgd.

2.2 Niveau afgeronde opleiding mbo-schoolverlaters, 2012/'13
NiveauBbl (x 1 000)Bol-voltijd (x 1 000)
Entreeopleiding52
Niveau 2158
Niveau 31510
Niveau 41022
Geen diploma2729

Bbl’ers doorgaans ouder dan bol’ers

Kenmerkend voor de bbl is dat de gemiddelde leeftijd van de studenten relatief hoog is. Zoals eerder aangegeven vindt de bbl-opleiding grotendeels plaats op de werkplek. Dat biedt mensen met betaald werk de mogelijkheid een opleiding te volgen met behoud van werk, waarbij ze één of twee dagen per week naar een ROC of AOC gaan. Het gaat dan meestal niet om jongeren die vanuit het vmbo of havo doorstomen naar een mbo-opleiding, maar om degenen die al betaald werk hebben. Deze bbl’ers zijn doorgaans wat ouder. Dit hangt samen met de arbeidsmarktperspectieven van de schoolverlaters per leeftijdsgroep. De arbeidsmarktpositie van de schoolverlaters komt later in dit artikel aan bod.

Van de bbl-schoolverlaters in 2012/’13 was ruim de helft ouder dan 27 jaar. Bij bolschoolverlaters komt dit met 4 procent weinig voor. De bbl heeft naar verhouding dus veel minder studenten jonger dan 27 jaar dan de bol; de bol heeft vooral veel meer studenten jonger dan 23 jaar dan de bbl. Jongeren die vanuit het vmbo naar niveau 4 gaan en deze zonder vertraging doorlopen zijn 19 of 20 jaar op het moment dat ze de opleiding verlaten. Dit geeft aan dat de groep bbl’ers uit relatief veel mensen bestaat die op latere leeftijd weer zijn gaan leren en bijvoorbeeld vanuit betaald werk zijn ingestroomd in de opleiding. Het aandeel dat direct na schoolverlaten jonger is dan 20 jaar was het hoogst voor de bbl bij niveau 2 met 18 procent. Ter vergelijking, ruim de helft van de bol’ers van niveau 2 was 20 jaar of jonger. Verder is ruim driekwart van de schoolverlaters van entreeopleidingen in de bbl 27 jaar of ouder.

Verder nemen er meer mannen dan vrouwen deel aan de bbl. Bij de bol is dit andersom.Van de bbl-schoolverlaters uit 2012/’13 was 58 procent man, tegen 48 procent bij de bol.Over het algemeen wordt de bbl naar verhouding vaker gevolgd door mannen en de bol vaker door vrouwen (Pleijers en Hartgers, 2019).

2.3 Leeftijd mbo-schoolverlaters, 2012/'13
   Jonger dan 20 jaar (%)20 tot 23 jaar (%)23 tot 27 jaar (%)27 jaar of ouder (%)
BblEntreeopleiding 671176
BblNiveau 2 18171153
BblNiveau 36311945
BblNiveau 41172656
BblGeen diploma14201748
Bbl
Bol-voltijdEntreeopleiding 53231114
Bol-voltijdNiveau 2 523685
Bol-voltijdNiveau 32357164
Bol-voltijdNiveau 41366183
Bol-voltijdGeen diploma4439144


Daling aantal studenten

Binnen het mbo kwam het aantal schoolverlaters van de bol en de bbl vanuit het schooljaar 2012/’13 voor beide uit op 71 duizend. Sindsdien is het aantal bbl-schoolverlaters aanzienlijk afgenomen tot 41 duizend in het schooljaar 2015/’16. Deze daling was relatief groot onder schoolverlaters van bbl niveau 2 en schoolverlaters die de bbl zonder diploma verlieten. Met de economische crisis van 2008 en de nasleep hiervan daalde het aantal vacatures. Pas in 2018 was het aantal vacatures weer op het niveau van voor de crisis (CBS, 2018). Vanwege deze ongunstige situatie op de arbeidsmarkt daalde ook het aantal leerwerkplekken bij bedrijven. Een deel van de personen die een bbl-opleiding wilden starten, kon hierdoor geen leerwerkplek bemachtigen (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2019). Eén van de opties is dan om uit te wijken naar de bol wat veeljongeren dan ook leken te doen. Een indicatie hiervoor is de groei van het aantal bol-schoolverlaters jonger dan 27 jaar in 2014 en 2015. Deze groei van schoolverlaters uit de bol was echter minder groot dan de afname van het totaal aantal bbl-schoolverlaters.Hier speelt mee dat de bbl-schoolverlaters doorgaans ouder zijn dan die van de bol. Voor hen is uitwijken naar de bol een minder logisch alternatief. Naast leeftijdsopbouw en toename van de instroom in hbo en wo van jongeren is er dus nog een derde factor die van invloed is op het aantal bbl’ers: de beschikbaarheid van leerwerkplekken. Daarnaast was er een relatief sterke daling van het aantal schoolverlaters onder bbl’ers van entreeopleidingen. Deze daalde van 4,6 duizend in 2013 naar 1,6 duizend in 2016.Verandering in de toelatingseisen van deze opleidingen spelen hierbij een rol (zie kader bbl-entreeopleiding).

2.4 Mbo-schoolverlaters
 Bol-voltijd (x 1 000)Bbl (jonger dan 27 jaar) (x 1 000)Bbl (27 jaar of ouder) (x 1 000)
2007/'08703630
2008/'09633832
2009/'10673936
2010/'11713641
2011/'12723739
2012/'13713436
2013/'14743131
2014/'15822721
2015/'16792417
2016/'17822517