Geslaagd! Profielen, vakken en cijfers van geslaagden

Samenvatting en conclusie

In het schooljaar 2016/’17 haalden ruim 129 duizend leerlingen een diploma van het vwo(34 duizend), havo (47 duizend) of vmbo-t (48 duizend). Het slagingspercentage onder de havo-examenkandidaten was duidelijk lager dan onder de leerlingen die examen deden voor vwo of vmbo-t. De vwo-geslaagden haalden gemiddeld het hoogste eindexamencijfer.

Op het vwo is een combinatie van de profielen Natuur en techniek en Natuur en Gezondheid met 36 procent van de geslaagden het meest gekozen profiel; het werd iets vaker door meisjes dan door jongens gevolgd. Op de havo kozen de geslaagden het vaakst voor het profiel Economie en maatschappij (42 procent); jongens vaker dan meisjes. In vergelijking met het vwo wordt het combinatieprofiel Natuur en techniek/Natuur en gezondheid door de havo geslaagden minder vaak gekozen.

Naast de voor iedereen verplichte vakken Nederlands, Engels en Maatschappijleer kent het vwo nog een verplichting voor Wiskunde (A, B of C). Welke vakken de geslaagde leerlingen nog meer volgden, hangt voor een groot deel samen met het profiel waarin zij examen deden. Voor de vwo-geslaagden was Scheikunde het meest gekozen (niet direct verplichte)vak. Dat vak is verplicht binnen de vwo-profielen Natuur en techniek én Natuur en gezondheid; samen en in combinatie gekozen door 60 procent van de vwo geslaagden. Inde top tien van de havo-geslaagden stond Wiskunde A bovenaan en ook in die van de vmbo-t-geslaagden was Wiskunde favoriet. Binnen de havo is Wiskunde voor drie van devier profielen verplicht, alleen niet binnen Cultuur en maatschappij. Maar ook daar wordt Wiskunde nog wel met regelmaat gekozen. Voor bepaalde vervolgopleidingen in het hbo is Wiskunde verplicht. Een vakkenpakket zonder Wiskunde verkleint de mogelijkheden voor een vervolgopleiding binnen het hbo.

Op zowel vwo, havo als vmbo-t geldt dat meisjes gemiddeld een hoger eindcijfer voor Nederlands haalden dan jongens. Voor de vakken Engels en Wiskunde zijn de verschillen tussen jongens en meisjes klein.

Op het vwo en op de havo haalden geslaagden met een natuurprofiel ongeveer even hoge cijfers voor Nederlands en Engels als geslaagden met een maatschappijprofiel.

Vwo-geslaagden die Wiskunde C volgden, haalden voor dit vak gemiddeld een lager eindcijfer dan degenen die Wiskunde A en Wiskunde B volgden. Op het vwo is Wiskunde verplicht, alle leerlingen moeten dus voor Wiskunde kiezen. Wiskunde C wordt alleen gevolgd door leerlingen met het profiel Cultuur en maatschappij waarin geen andere exacte vakken zijn opgenomen.
Een klein deel van de geslaagden op het vwo en de havo die Wiskunde B volgden koos voor Wiskunde D. Op het vwo werd Wiskunde D vaker gekozen dan op de havo.

Duits was de meest gekozen vreemde taal onder vwo-, havo- en vmbo-t-geslaagden. Er zijn regionale verschillen in het aandeel geslaagden dat voor Duits kiest. Voor zowel vwo-,havo- als vmbo-t-geslaagden geldt dat in Noord-Holland het minst vaak Duits wordt gevolgd. Op de havo en op het vmbo-t volgden geslaagden in de grensstreek met Duitsland vaker Duits. Op het vwo is dit patroon minder zichtbaar. Op de havo en het vmbo-t is een tweede vreemde taal niet voor alle geslaagden verplicht. Alle vwo’ers moeten een tweede vreemde taal kiezen; vrijwel alle geslaagden kozen voor Duits of Frans.