Geslaagd! Profielen, vakken en cijfers van geslaagden

2. Examenresultaten

In het schooljaar 2016/’17 deden ruim 143 duizend leerlingen vwo-, havo- of vmbo-t eindexamen. Ruim 129 duizend examenkandidaten haalden een diploma.Examenkandidaten vmbo-t haalden het vaakst een diploma: 93 procent slaagde voor het examen. Van de vwo-examenkandidaten haalde 91 procent hun diploma en van de havo-kandidaten 87 procent. Ook in de voorgaande jaren was het slagingspercentage op het vmbo-t het hoogst en op de havo het laagst (zie figuur 2.1). Op het vwo halen jongens(92 procent) iets vaker een diploma dan meisjes (90 procent). Op de havo en het vmbo-t halen jongens en meisjes ongeveer even vaak een diploma.

2.1 Geslaagden naar onderwijssoort
SchooljaarVmbo-t (%)Havo (%)Vwo (%)
2010/'11938589
2011/'12918787
2012/'13928892
2013/'14948890
2014/'15958792
2015/'16948991
2016/'17*938791


Geslaagden op het vwo haalden met gemiddeld een 6,9 het hoogste gemiddelde eindcijfer. Dit is het gemiddelde eindcijfer (schoolexamen én centraal schriftelijk examen)van alle vakken waar examen in is gedaan. Het gemiddelde eindcijfer van havo- en vmbo-t-geslaagden lag rond 6,6. Meisjes haalden bij alle niveaus een iets hoger gemiddelde indcijfer dan jongens, maar de verschillen zijn klein. Voor een aantal vakken ontvangen leerlingen geen cijfer, maar een beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ (zie het overzicht in de Bijlage).

2.2 Gemiddeld eindcijfer geslaagden, 2016/’17*
OnderwijsniveauTotaalJongensMeisjes
Vmbo-t6,636,596,68
Havo6,586,556,61
Vwo6,856,816,88


De examenresultaten verschillen per profiel. Op het vwo haalden geslaagden met een combinatieprofiel van Natuur en techniek/Natuur en gezondheid gemiddeld een 7,0 op de eindlijst. Geslaagden met alleen het profiel Natuur en gezondheid haalden met een 6,7 het laagste gemiddelde. Examenkandidaten met het combinatieprofiel van Natuur en techniek/Natuur en gezondheid slagen ook vaker dan examenkandidaten met een ander profiel. Het slagingspercentage was met 93 procent het hoogst en bij profiel Natuur en gezondheid met 87 procent het laagste.

Op de havo waren de verschillen in examencijfers tussen profielen kleiner. Net als de vwo’ers haalden de havisten met het combinatieprofiel van Natuur en techniek/Natuur en gezondheid gemiddeld het hoogste cijfer en degenen met alleen Natuur en gezondheid het laagste gemiddelde eindcijfer. Examenkandidaten met het profiel Natuur en techniek of een combinatieprofiel van Natuur en techniek/Natuur en gezondheid haalden met 90 procent het vaakst een diploma. Net als op het vwo slaagden examenkandidaten met het profiel Natuur en gezondheid met 85 procent het minst vaak.

2.3 Gemiddeld eindcijfer geslaagden naar profiel, 2016/’17*
ProfielVwoHavo
Natuur en techniek6,936,65
Natuur en gezondheid6,666,54
Natuur en techniek/
Natuur en gezondheid
76,69
Economie en maatschappij6,696,54
Cultuur en maatschappij6,746,58
Economie en maatschappij/
Cultuur en maatschappij
6,856,61


Vanaf het schooljaar 2015/’16 is het mogelijk om een diploma te behalen met de aantekening cum laude (College voor Toetsen en Examens, z.d.-a). Een leerling is cum laude geslaagd wanneer het gemiddelde eindcijfer minimaal een 8,0 is. Op het vwo mag geen eindcijfer lager zijn dan een 7, op de havo en het vmbo geen eindcijfer lager dan een 6. Per onderwijsniveau zijn er regels welke vakken meetellen voor het gemiddelde eindcijfer. In het schooljaar 2016/’17 slaagde op het vwo ruim 6 procent van de geslaagden met het predicaat cum laude tegen ongeveer 1 procent op de havo en het vmbo-t. Jongens en meisjes slaagden ongeveer even vaak cum laude.
Examenkandidaten met het profiel Natuur en techniek of combinatieprofiel Natuur en techniek/Natuur en gezondheid zijn relatief vaak cum laude geslaagd.