De prognose voor Caribisch Nederland beschrijft de verwachte ontwikkeling van het aantal inwoners van de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De cijfers na 2030 hebben een andere status dan die voor eerdere jaren, omdat na 2030 het migratiesaldo in 20 jaar tijd tot nul wordt teruggeschroefd. Daardoor zijn de immigratie en emigratie volgens de prognose na 2030 steeds minder gebaseerd op de waargenomen niveaus in de afgelopen jaren. Mede door het onvoorspelbare karakter van de immigratie naar de eilanden zijn de prognosecijfers met grote onzekerheden omgeven, zeker die voor de langere termijn.
4.1 Inwonertal
Het aantal inwoners van Caribisch Nederland steeg in de periode van 1 januari 2011 tot 1 januari 2019 van 21 naar 25 duizend: een groei van ruim 2 procent per jaar. Tot en met 2024 voorziet de prognose ook een bevolkingsgroei met zo’n 2 procent per jaar met daarna een geleidelijke vertraging. Naar verwachting komt rond 2045 de groei tot stilstand. Caribisch Nederland zou tegen die tijd 33 duizend inwoners tellen (figuur 4.1.1).
Van de drie eilanden is sinds 2011 het inwonertal van Bonaire het sterkst gegroeid. Ook de prognose voorziet voor Bonaire de sterkste groei: van 20 duizend inwoners in 2019 naar 27 duizend rond 2045. Sint Eustatius groeit naar verwachting van 3,1 duizend inwoners nu naar 3,8 duizend in 2045. Voor Saba wordt een groei verwacht van 1,9 naar 2,4 duizend inwoners rond 2045.
4.1 Inwonertal Caribisch Nederland
Jaar
Bonaire (x 1 000)
Sint Eustatius (x 1 000)
Saba (x 1 000)
2011
15,68
3,61
1,80
2014
18,41
4,01
1,85
2017
19,18
3,24
2,01
2020
20,61
3,06
1,97
2023
22,03
3,14
2,09
2026
23,38
3,29
2,17
2029
24,44
3,39
2,24
2032
25,31
3,48
2,31
2035
26,04
3,56
2,37
2038
26,62
3,63
2,40
2041
27,01
3,69
2,42
2044
27,21
3,73
2,43
2047
27,23
3,74
2,42
2050
27,06
3,73
2,40
4.2 Bevolking per leeftijdsgroep
Voor de drie eilanden van Caribisch Nederland gezamenlijk voorziet de prognose dat het aantal kinderen jonger dan 4 jaar ongeveer op het huidige aantal van 1,0 duizend blijft.Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd (4–12 jaar) is sinds 2011 van 2,3 duizend naar 2,7 duizend toegenomen. Volgens de prognose zet die stijging nog tot 2030 door, maar ineen trager tempo. Na 2030 wordt een daling voorzien. Ook het aantal jongeren in de middelbare schoolleeftijd (13–17 jaar) en het aantal jongvolwassenen (18–39 jaar) stijgt naar verwachting nog iets verder om na 2030 te gaan dalen.
4.2.1 Minderjarige bevolking Caribisch Nederland
Jaar
0 tot 4 jaar (x 1 000)
4 tot 13 jaar (x 1 000)
13 tot 18 jaar (x 1 000)
2011
1,01
2,35
1,37
2012
1,02
2,45
1,37
2013
1,04
2,48
1,39
2014
1,05
2,60
1,40
2015
1,05
2,62
1,43
2016
1,07
2,58
1,47
2017
1,03
2,63
1,48
2018
1,04
2,68
1,44
2019
1,03
2,70
1,43
2020
1,05
2,70
1,41
2021
1,06
2,71
1,40
2022
1,05
2,75
1,42
2023
1,05
2,75
1,50
2024
1,05
2,74
1,54
2025
1,06
2,77
1,56
2026
1,06
2,78
1,58
2027
1,06
2,79
1,59
2028
1,06
2,78
1,59
2029
1,06
2,80
1,55
2030
1,06
2,80
1,57
2031
1,06
2,79
1,58
2032
1,05
2,78
1,60
2033
1,05
2,77
1,58
2034
1,04
2,76
1,60
2035
1,04
2,74
1,59
2036
1,03
2,73
1,58
2037
1,03
2,71
1,57
2038
1,02
2,69
1,56
2039
1,01
2,67
1,55
2040
1,01
2,65
1,54
2041
1,00
2,63
1,53
2042
0,99
2,61
1,52
2043
0,98
2,59
1,50
2044
0,98
2,56
1,49
2045
0,97
2,54
1,47
2046
0,96
2,52
1,46
2047
0,95
2,49
1,44
2048
0,94
2,47
1,42
2049
0,93
2,44
1,41
2050
0,92
2,42
1,39
Vooral de oudere beroepsbevolking en het aantal inwoners van 65 jaar en ouder neemt volgens de prognose toe. Het aantal 65-plussers in Caribisch Nederland stijgt naar verwachting van 3,2 duizend begin 2019 naar 9,6 duizend in 2050. In 2050 zou dan 29 procent van de inwoners 65-plusser zijn, tegen 13 procent nu en 9 procent in 2011. Bij de kleine eilanden zet deze stijging volgens de prognose in ongeveer het zelfde tempo door en zal het aandeel ouderen halverwege de eeuw rond de 25 procent liggen. Bonaire gaat naar verwachting sneller vergrijzen en zal volgens de prognose in 2050 een aandeelouderen van 32 procent hebben.
4.2.2 Meerderjarige bevolking Caribisch Nederland
Jaar
18 tot 40 jaar (x 1 000)
40 tot 65 jaar (x 1 000)
65 jaar of ouder (x 1 000)
2011
6,29
8,08
2,00
2012
6,76
8,48
2,23
2013
7,13
8,86
2,40
2014
7,42
9,25
2,55
2015
7,40
9,39
2,69
2016
7,42
9,23
2,76
2017
7,10
9,28
2,92
2018
7,38
9,43
3,08
2019
7,25
9,51
3,24
2020
7,41
9,66
3,41
2021
7,58
9,81
3,61
2022
7,67
9,99
3,82
2023
7,75
10,15
4,05
2024
7,84
10,33
4,31
2025
7,90
10,49
4,58
2026
7,96
10,61
4,85
2027
7,98
10,72
5,14
2028
8,04
10,77
5,45
2029
8,05
10,84
5,77
2030
8,02
10,89
6,09
2031
8,00
10,98
6,36
2032
7,97
11,08
6,62
2033
7,98
11,15
6,88
2034
7,95
11,22
7,13
2035
7,95
11,24
7,40
2036
7,93
11,34
7,61
2037
7,90
11,40
7,84
2038
7,86
11,48
8,04
2039
7,82
11,55
8,22
2040
7,77
11,59
8,43
2041
7,69
11,68
8,59
2042
7,60
11,74
8,78
2043
7,49
11,82
8,92
2044
7,40
11,87
9,06
2045
7,34
11,85
9,23
2046
7,23
11,85
9,39
2047
7,15
11,79
9,57
2048
7,04
11,75
9,73
2049
6,93
11,65
9,92
2050
6,80
11,57
10,09
4.2.3 65-plussers Caribisch Nederland
Jaar
Bonaire (%)
Sint Eustatius (%)
Saba (%)
2011
9,6
8,6
10,2
2012
10,2
9,1
10,1
2013
10,5
9,2
10,1
2014
10,6
9,7
11,2
2015
11,0
10,4
11,7
2016
11,3
10,6
11,9
2017
12,0
11,4
12,3
2018
12,4
11,8
12,4
2019
12,9
12,0
14,3
2020
13,3
12,8
14,3
2021
13,8
13,2
14,5
2022
14,4
13,5
15,0
2023
14,9
14,0
15,3
2024
15,6
14,4
15,7
2025
16,4
14,6
16,0
2026
17,1
15,1
16,3
2027
17,9
15,4
16,6
2028
18,8
16,2
17,2
2029
19,7
16,7
17,6
2030
20,6
17,2
17,9
2031
21,3
17,7
18,1
2032
21,9
18,6
18,7
2033
22,5
19,2
19,2
2034
23,2
19,3
19,6
2035
23,9
19,7
20,1
2036
24,4
20,2
20,5
2037
24,9
20,6
20,9
2038
25,4
20,9
21,6
2039
25,8
21,3
21,7
2040
26,3
21,9
22,5
2041
26,7
22,0
22,9
2042
27,3
22,3
23,0
2043
27,7
22,5
23,3
2044
28,1
22,6
23,5
2045
28,6
22,9
24,1
2046
29,1
23,1
24,6
2047
29,7
23,4
25,0
2048
30,2
23,9
25,4
2049
30,9
24,3
25,9
2050
31,6
24,7
26,1
Omdat buitenlandse migratie de grootste bijdrage aan de bevolkingsgroei geeft, zal volgens de prognose vooral het aantal buiten Caribisch Nederland geboren inwoners toenemen. Het aandeel in Europees Nederland geboren inwoners is de laatste jaren gestegen van 9 procent in 2011 naar 13 procent in 2019. Volgens de prognose stijgt het verder tot 16 procent in 2040.