Auteur: Coen van Duin (CBS), Nicole van der Gaag (NIDI) en Peter Ekamper (NIDI)

Bevolkingsprognose Caribisch Nederland 2019-2050

Over deze publicatie

Op 10 oktober 2010 werden Bonaire, Sint Eustatius en Saba bijzondere gemeenten van Nederland. Sindsdien is de geregistreerde bevolking van Bonaire met ruim een kwart gegroeid, op Saba licht toegenomen en op Sint Eustatius licht gedaald. Op alle drie de eilanden was in deze periode de buitenlandse migratie de belangrijkstecomponent van bevolkingsontwikkeling. Volgens de nieuwe bevolkingsprognose voor Caribisch Nederland zal het inwonertal voor de drie eilanden tot 2045 met 21 procent groeien om daarna tot stilstand te komen. Vooral Bonaire zal naar verwachting sterk vergrijzen.

1. Inleiding

Voor het eerst sinds 2005 en de staatkundige hervorming van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van eilandgebieden van de Nederlandse Antillen tot bijzondere gemeenten van Nederland in 2010 is door het Centraal Bureau voor de Statistiek een bevolkingsprognose gemaakt voor de eilanden van Caribisch Nederland 1). De laatste bevolkingsprognose voor deze drie eilanden beschreef de periode 2005–2030. De nieuwe prognose beschrijft de verwachte bevolkingsontwikkeling voor de periode 2019–2050. Paragraaf 2 beschrijft de ontwikkelingen voor geboorte, sterfte en migratie op de eilanden sinds 2011. In paragraaf 3 worden de veronderstellingen voor kindertal per vrouw, immigratie, emigratie en sterfte toegelicht. Daarna volgt in paragraaf 4 een overzicht van de verwachte bevolkingsontwikkeling tot 2050. In de technische toelichting wordt kort het prognosemodel besproken.

De prognose beoogt de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling te schatten, gegeven de informatie die op dit moment beschikbaar is. De werkelijke ontwikkeling zal hiervan afwijken. Vooral door het grillige verloop van de immigratie en emigratie is het niet mogelijk met grote zekerheid uitspraken te doen over de jaar-op-jaar ontwikkeling van de bevolking van de eilanden.
1) De bevolkingsprognose is gemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek met medewerking van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI-KNAW) in opdracht van de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

2. Ontwikkelingen sinds 2011

Op 10 oktober 2010 werden Bonaire, Sint Eustatius en Saba bijzondere gemeenten van Nederland. Op 1 januari 2011 hadden de eilanden gezamenlijk een geregistreerd inwonertal van 21 duizend personen. De meesten woonden op het benedenwindse eiland Bonaire (16 duizend), een kleiner aantal op de bovenwindse eilanden Sint Eustatius (4 duizend) en Saba (2 duizend).

Sinds 2011 is de geregistreerde bevolking van Bonaire gegroeid met ruim 4 duizend inwoners (28 procent). Op Saba groeide het geregistreerde inwonertal licht, en op Sint Eustatius daalde deze licht. In alle drie de gemeenten was in deze periode de buitenlandse migratie de belangrijkste component van bevolkingsontwikkeling. In de jaren 2011–2017 groeide het inwonertal van Caribisch Nederland met ruim 500 per jaar, waarvan krap 400 doordat meer immigranten zich vestigden dan er emigranten vertrokken. Jaarlijks werden er ruim 200 kinderen geboren en overleden er ruim 100 inwoners. Verhuizingen tussen de drie eilanden kwamen met gemiddeld 34 personen per jaar weinig voor.

In de meeste jaren lag het aantal immigranten hoger dan het aantal emigranten, maar in 2015 en 2016 was er door hogere emigratie een vertrekoverschot. In 2018 hielden de immigratie en emigratie elkaar vrijwel in balans. De hogere emigratie in 2015 en 2016 had deels een administratieve reden. Door extra grondige controles van de kwaliteit van de bevolkingsregistratie werd in die jaren van meer immigranten vastgesteld dat ze, zonder dat te melden, weer waren vertrokken. In de bevolkingsstatistiek worden deze mensen in het jaar dat hun vertrek vastgesteld wordt bij de emigranten meegeteld. In 2015 speelde dit op Sint Eustatius, in 2016 op Bonaire en in 2018 op Sint Eustatius en Saba. Op de laatste twee eilanden was in 2018 ook het aantal emigranten dat hun vertrek wel meldde hoog. Mogelijk kwam dat door de orkaan die in november 2017 over de bovenwindse eilanden trok.
2.1 Bevolkingsontwikkeling Caribisch Nederland
 Geboorten (x 1 000)Sterfgevallen (x 1 000)Immigranten (x 1 000)Emigranten (x 1 000)Bevolkingsgroei (x 1 000)
20110,2210,1392,2341,2851,217
20120,2270,0952,2611,3820,992
20130,2550,1092,1841,3600,983
20140,2420,1361,7371,5230,314
20150,2130,1221,7401,879-0,045
20160,2430,0991,7992,034-0,109
20170,2430,1341,9011,4060,613
20180,2560,1021,6811,7370,105

3. Ontwikkelingen en veronderstellingen

Buitenlandse migratie is de belangrijkste component van de bevolkingsontwikkeling op de drie eilanden. Aanvankelijk zal het inwonertal groeien om daarna te stagneren; deze stagnatie kan zelfs leiden tot vergrijzing.

3.1 Geboorte en sterfte

Het totale vruchtbaarheidscijfer (‘total fertility rate’ kortweg TFR) voor Caribisch Nederland heeft sinds 2011 geschommeld rond de 1,5 kinderen per vrouw. Vrouwen geboren op Caribisch Nederland of andere eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen hadden de laatste jaren een gemiddeld kindertal van rond de 1,9. Bij vrouwen geboren in Europees Nederland of elders lag dit veel lager, respectievelijk rond de 1,3 en 1,1 kinderen per vrouw. Deze vrouwen blijven vaak niet lang in Caribisch Nederland en krijgen hun kinderen meestal niet tijdens hun verblijf daar. De leeftijd waarop vrouwen op Caribisch Nederland gemiddeld hun kinderen krijgen is sinds 2011 met ongeveer een half jaar gestegen en ligt nu rond de 28 jaar.

Voor de toekomst veronderstelt de prognose dat het vruchtbaarheidscijfer van de verschillende groepen in de toekomst bij het niveau van de laatste paar jaar aansluit. Voor de in Europees Nederland geboren immigranten wordt de ontwikkeling in het vruchtbaarheidscijfer volgens de laatste CBS-prognose overgenomen: een kleine stijging en verschuiving naar hogere leeftijd. Ook voor de andere vrouwen wordt aangenomen dat de leeftijd waarop vrouwen moeder worden nog verder stijgt.

Voor Caribisch Nederland als geheel geeft deze veronderstelling voor de jaren na 2019 een vruchtbaarheidscijfer van 1,5 kinderen per vrouw. Saba heeft een groot aandeel immigranten onder de vrouwen in de leeftijden van 20 tot 40 jaar. Dit zijn veelal studenten waardoor Saba een laag vruchtbaarheidscijfer van tegen de 1 kind per vrouw heeft. Het vruchtbaarheidscijfer voor Bonaire, dat verhoudingsgewijs weinig immigranten in deze leeftijdsgroep heeft, ligt met 1,6 kinderen per vrouw juist iets boven de waarde voor geheel Caribisch Nederland.

3.1.1 Vruchtbaarheidscijfer Caribisch Nederland
 Bonaire (kinderen per vrouw)Sint Eustatius (kinderen per vrouw)Saba (kinderen per vrouw)Caribisch Nederland (kinderen per vrouw)
2011 - 20141,781,380,641,56
2015 - 20181,541,70,961,48
2019 - 20221,611,51,021,54
2023 - 20261,591,460,951,5
2027 - 20301,61,460,951,5
2031 - 20341,611,460,921,5
2035 - 20381,611,460,861,49
2039 - 20421,611,480,841,49
2043 - 20461,631,520,851,51
2047 - 20491,641,530,861,52

In de jaren 2011–2017 was het aantal sterfgevallen op Caribisch Nederland vergelijkbaar met wat men bij de in Europees Nederland geldende sterfterisico’s zou verwachten (figuur 3.1.2). Het aantal sterfgevallen onder 65-plussers was gemiddeld iets lager dan je op grond van de Europees Nederlandse sterfterisico’s zou verwachten, wat mogelijk met selectieve immigratie van gezondere en emigratie van ongezondere ouderen te maken had. In de periode 1998–2012 lagen de sterfteniveaus onder 65-plussers in Caribisch Nederland gemiddeld juist iets hoger dan in Europees Nederland, maar ook toen waren de verschillen klein (Stoeldraijer, 2014).

Voor de prognose worden de sterfterisico’s naar leeftijd en geslacht van Europees Nederland gebruikt, per eiland geschaald met een factor om het (beperkte) verschil tussen de werkelijke sterfteaantallen en die op grond van de sterfterisico’s van Europees Nederland te verrekenen. Voor de trend in de sterfterisico’s naar leeftijd wordt verondersteld dat die de ontwikkelingen in Europees Nederland volgens de CBS-prognose volgt. Omdat de eilanden Nederlandse gemeenten zijn, is de verwachting dat ontwikkelingen in de medische zorg in Nederland ook op de eilanden zullen doorwerken. Bovendien laat de CBS-prognose voor Europees Nederland een soortgelijke trend zien als de VN-prognose voor Curaçao (United Nations, 2017) en de daarop gebaseerde prognose van CBS Curaçao (Ter Bals, 2015).
3.1.2 Sterfgevallen Caribisch Nederland ten opzichte van sterfterisico's Europees Nederland
 Jonger dan 65 jaar65-plusJonger dan 65 jaar, bij sterfterisico's Eur. NL65-plus, bij sterfterisico's Eur. NL
201146933177
201230653386
201333763489
201446903490
201529953496
201626713498
2017409434103


Bonaire heeft op dit moment nog een positieve natuurlijke aanwas: er worden meer kinderen geboren dan er mensen overlijden. Volgens de prognose slaat dit rond 2038 om naar een negatieve aanwas, doordat het aantal sterfgevallen oploopt onder invloed van een vergrijzende bevolking. Op Saba overtrof in de jaren na 2011 meestal de sterfte het aantal geboorten, maar sinds 2015 heeft het eiland een positieve natuurlijke aanwas. Volgens de prognose zal de aanwas door een toenemend aantal sterfgevallen rond 2030 weer negatief worden. Voor Sint Eustatius verwacht de prognose dat de natuurlijke aanwas pas na 2048 negatief zal worden.
3.1.3 Geboorten en sterfgevallen, Bonaire
JaarGeboortenSterfgevallen
2011181109
201219170
201319479
201420798
2015160102
201619576
201719799
201821173
201920789
202021093
202121296
202221399
2023214103
2024215107
2025216111
2026216116
2027216121
2028215126
2029214131
2030213136
2031211142
2032210147
2033209153
2034207159
2035205166
2036203172
2037201179
2038199185
2039197192
2040195200
2041193207
2042191215
2043189222
2044187230
2045185238
2046183245
2047180253
2048178261
2049175268
2050172276

3.1.4 Geboorten en sterfgevallen, Sint Eustatius
JaarGeboortenSterfgevallen
20113313
20122112
20135118
20142422
20153611
20163113
20172822
20183518
20193018
20202817
20212717
20222817
20232818
20242818
20252818
20262919
20272919
20282920
20293020
20303021
20313021
20323022
20333123
20343023
20353124
20363225
20373325
20383326
20393327
20403328
20413429
20423429
20433430
20443431
20453431
20463332
20473333
20483333
20493334
20503234

3.1.5 Geboorten en sterfgevallen, Saba
JaarGeboortenSterfgevallen
2011717
20121513
20131012
20141116
20151711
2016178
20171813
20181511
20191810
20201711
20211611
20221512
20231512
20241613
20251613
20261513
20271514
20281514
20291515
20301515
20311516
20321516
20331517
20341517
20351517
20361518
20371518
20381519
20391519
20401519
20411520
20421520
20431620
20441621
20451621
20461621
20471622
20481522
20491522
20501523

3.2 Immigratie en emigratie

In de periode 2011–2017 kwamen er in totaal bijna 14 duizend immigranten naar Caribisch Nederland. Sinds 2014 was de immigratie ongeveer een vijfde lager dan in de drie jaren ervoor (figuur 3.2.1). Veruit de meeste immigranten gaan naar Bonaire. Sinds 2014 waren dit er per jaar gemiddeld ruim duizend, terwijl jaarlijks krap 200 naar Sint Eustatius en ruim 300 immigranten naar Saba gingen. Tot 2017 nam de immigratie jaarlijks toe, maar in 2018 daalde de immigratie weer. Op Saba en Sint Eustatius speelde daarbij orkaan Irma die november 2017 het Caribisch gebied teisterde mogelijk een rol.

3.2.1 Immiganten Caribisch Nederland
JaarBonaireSint EustatiusSaba
20111540290410
20121520270470
20131520350300
20141210170350
20151250170330
20161290170340
20171380230290
20181280190240

Iets minder dan de helft (49 procent) van alle immigranten is vrouw. Over de gehele periode 2011–2017 bezien was gemiddeld 15 procent van de immigranten 50 jaar of ouder, 68 procent tussen de 18 en 50 jaar en 17 procent jonger dan 18. Ongeveer 10 procent van de immigratie naar Caribisch Nederland bestond uit retourmigratie van personen geboren op één van de drie eilanden en ruim een kwart uit migranten geboren in Europees Nederland. Van de overige immigranten was krap 20 procent geboren op Aruba, Curaçao of Sint Maarten en ruim 20 procent in andere landen van Midden- en Zuid-Amerika. Ruim 10 procent was geboren in de Verenigde Staten of Canada.

Het beeld voor mannen en vrouwen is in grote lijnen vergelijkbaar en de ontwikkelingen inde tijd wat leeftijd en geslacht betreft laten slechts lichte verschuivingen zien, waaronder een lichte stijging van het percentage immigranten van 50 jaar of ouder. Sinds 2012 is het aantal immigranten dat uit de VS en Canada komt gedaald en het aantal uit Midden- of Zuid-Amerika gestegen. Het aantal immigranten geboren in Venezuela steeg van rond de 40 per jaar in de periode voor 2015 naar 125 in 2018.

Binnen Caribisch Nederland zijn er duidelijke verschillen in leeftijd en geboorteland van immigranten tussen de drie eilanden. Zo wijkt het leeftijdspatroon van immigratie voor Saba sterk af van het gemiddelde patroon. Door specifieke onderwijsmigratie is het grootste deel van de immigranten in Saba tussen de 23 en 26 jaar oud (figuur 3.2.2). Ruim 90 procent van de immigranten op Saba is niet in Caribisch of Europees Nederland geboren(figuur 3.2.3). Dit betreft voor een groot deel jonge immigranten geboren in de VS en Canada die (een deel van) hun opleiding aan de Saba University School of Medicine volgen.Op Bonaire is het aandeel immigranten dat buiten Caribisch of Europees Nederland geboren is het laagst (56 procent). Van deze groep is bovendien een aanzienlijk deel geboren op Aruba of Curaçao en heeft dus wel de Nederlandse nationaliteit. Een derde van de immigranten op Bonaire bestaat uit personen geboren in het Europese deel van Nederland. Op Sint Eustatius is 71 procent van de immigranten noch in Caribisch-, nog in Europees Nederland geboren. Deze immigranten komen vooral uit Midden- en Zuid-Amerika.
3.2.2 Leeftijdsverdeling van niet in Europees-/Caribisch Nederland geboren immigranten
LeeftijdBonaire (%)Sint Eustatius (%)Saba (%)
0 tot 45,065,642,9
5 tot 94,855,211,16
10 tot 144,14,620,71
15 tot 194,523,160,8
20 tot 2414,8310,6837,6
25 tot 2915,8316,9231,4
30 tot 3412,2211,719,46
35 tot 399,6510,264,91
40 tot 447,929,232,94
45 tot 496,216,582,5
50 tot 546,237,861,83
55 tot 593,842,741,52
60 tot 642,322,741,2
65 tot 691,621,370,49
70 tot 740,480,60,4
75 tot 790,110,510,09
80 tot 840,130,090,04
85 tot 890,020,090
90 tot 940,0400
95 of ouder0,0200,04

3.2.3 Geboorteregio immigranten
   Caribisch Nederland (%)Europees Nederland (%)Elders (%)
Bonaire2011-201811,3921092832,9292975655,67859316
Bonaire2019-2049 (prognose)8,65484258335,6753543955,66980302
Sint Eustatius2011-201813,07425716,4507197870,47502321
Sint Eustatius2019-2049 (prognose)7,08651030719,5093181873,40417151
Saba2011-20183,3443660856,46800344190,18763047
Saba2019-2049 (prognose)2,3305793278,18179141789,48762926

Vanwege de korte tijdsperiode (2011–2018) waarvoor immigratiegegevens beschikbaar zijn, is het niet mogelijk een goede samenhang te vinden tussen de immigratiecijfers voor Caribisch Nederland en economische indicatoren, zoals werkloosheid of economische groei.Daarom is ervoor gekozen om de economische conjunctuur op de eilanden niet mee te wegen bij het opstellen van de veronderstellingen voor de toekomstige immigratie. In de bevolkingsprognose voor gemeenten in Europees Nederland spelen verwachtingen voor de woningbouw een belangrijke rol (Kooiman et al., 2016). Woningbouw speelt echter vooral een rol bij verhuizingen over relatief korte afstanden — waarbij het motief vaak is om een meer passende woning te vinden — en minder bij mensen die over langere afstandenverhuizingen voor werk of studie of bij immigranten. Voor de eilanden van Caribisch Nederland is woningbouw daarom waarschijnlijk eerder volgend dan bepalend voor de bevolkingsontwikkeling. Uit de Omnibusenquête Caribisch Nederland blijkt bovendien dat het aandeel mensen dat in een alternatieve woonruimte woont, bijvoorbeeld op kamers,of in een camper of vrachtcontainers, tussen 2013 en 2017/2018 is toegenomen van bijna 6 tot 12 procent (CBS, 2019). Ook dat suggereert dat de ontwikkeling van de woning­voorraad niet direct een beperkende factor op de immigratie is. Verwachtingen over de ontwikkeling van de woningbouw zijn daarom ook niet meegewogen in de veronderstelde immigratie.

Samenvattend zien we voor de immigratie vanaf 2014 geen duidelijke trend in totale aantallen immigranten. De immigratie van buiten Caribisch Nederland geboren personen nam tussen 2014 en 2018 netto iets toe op Bonaire en Sint Eustatius en af op Saba. Er zijn geen grote verschillen tussen mannen en vrouwen. Er is een verschuiving in het aandeel van immigranten uit de VS en Canada naar die uit Midden- en Zuid-Amerika. Het aantal immigranten uit Europees Nederland is sinds 2014 geleidelijk iets toegenomen.

Op grond van deze ontwikkelingen veronderstellen we dat het niveau van de immigratie naar Bonaire van mensen geboren buiten Caribisch Nederland in 2030 vergelijkbaar is met dat in de jaren sinds 2014. Tot 2023 wordt eerst nog een beperkte stijging verondersteld om aan te sluiten bij de geleidelijke toename sinds 2014 en vanwege de onrust en slechte economische omstandigheden in Venezuela, waardoor de immigratie uit dat land naar Bonaire nog verder zou kunnen stijgen.

Ook voor Sint Eustatius wordt voor 2030 van het gemiddelde niveau sinds 2014 uitgegaan voor de immigratie van buiten Caribisch Nederland geboren personen. Omdat in 2017–2018 de immigratie hoger dan dit gemiddelde lag, wordt voor de eerste jaren van een hogerniveau uitgegaan, ook omdat in deze jaren de immigratie mogelijk juist negatief beïnvloed was door orkaan Irma.

Voor Saba veronderstellen we een constant aantal buiten Caribisch Nederland geboren immigranten per jaar voor de jaren tot 2030. Omdat de immigratie naar Saba van deze groep na 2014 nog verder daalde, is een aantal gekozen dat lager ligt dan het gemiddelde sinds 2014. Wel is een hoger aantal gekozen dan in 2018, omdat in dat jaar de studiemigranten zich mogelijk lieten afschrikken door de orkaan die november 2017 Saba passeerde.

Bij elkaar komen deze veronderstellingen neer op krap 1,7 duizend buiten Caribisch Nederland geboren immigranten per jaar voor de jaren 2019–2029. Voor de periode na 2030 veronderstellen we dat immigratie van personen geboren buiten Caribisch Nederland zich zodanig ontwikkelt dat het totale migratiesaldo voor elk eiland naar nul gaat, te bereiken in 2050. Dit wordt gedaan door de immigratie van buiten Caribisch Nederland te verlagen en de vertrekkans van de immigranten te verhogen. De veronderstelling dat het migratiesaldo op de lange termijn nul wordt, voorkomt dat schommelingen in de immigratie- en emigratieaantallen te sterk doorwerken in de langetermijnuitkomsten van de prognose. Ook is het, met name bij het kleine Saba, niet waarschijnlijk dat het inwonertal van de eilanden ongeremd kan doorgroeien. De aanname dat het migratiesaldo naar nul gaat wordt ook gehanteerd in de prognose van CBS Curaçao uit 2015 (Ter Bals,2015) en in de prognose van de Verenigde Naties voor Aruba uit 2017 (United Nations, 2017). Ook de voorgaande bevolkingsprognose voor de eilanden van Caribisch Nederland ging uit van een migratiesaldo van nul voor de lange termijn.

Sinds 2011 vertrokken jaarlijks 2 honderd in Caribisch Nederland geboren personen als emigrant naar het buitenland. Om het toekomstige aantal emigranten te schatten wordt aangenomen dat de emigratiegeneigdheid naar geslacht en leeftijd van deze groep in de toekomst hetzelfde zal zijn als in de jaren 2011–2017. Onder die aanname ligt het jaarlijkse aantal in Caribisch Nederland geboren emigranten na 2018 gemiddeld op ruim 2 honderd.

Uitgaand van het gedrag van de emigranten sinds 2011 zal naar verwachting meer dan de helft van deze emigranten weer terug keren, de meesten binnen 2 jaar (figuur 3.2.4). De prognose verwacht daarom ruim honderd in Caribisch Nederland geboren immigranten per jaar.

De meeste immigranten die naar Caribisch Nederland komen vertrekken weer. Vooral immigranten op Saba blijven kort: bijna 90 procent vertrekt weer, waarvan 60 procent binnen 2 jaar. Bij het maken van deze schattingen van de verblijfsduur van emigranten is gecorrigeerd voor vertekeningen in de emigratiecijfers doordat in sommige jaren de registers extra grondig werden opgeschoond.
3.2.4 Emigranten (2011-2017) geboren in Caribisch Nederland die weer terugkeren
 Binnen 2 jaar (%)Na 2 jaar of langer (%)
Bonaire3321
Sint Eustatius3724
Saba4026

3.2.5 Immigranten (2011-2017) geboren buiten Caribisch Nederland die weer vertrekken
 Binnen 2 jaar (%)Na 2 jaar of langer (%)
Bonaire2643
Sint Eustatius3443
Saba5634

Op grond van deze cijfers is in de prognose het aantal buiten Caribisch Nederland geboren emigranten geschat uit het aantal immigranten in de voorgaande jaren.

Figuur 3.2.6 tot en met 3.2.8 tonen de geregistreerde ontwikkeling van de immigratie en emigratie per eiland tot en met 2018 en de prognose voor de jaren daarna. Voor alle drie de eilanden veronderstelt de prognose een positief migratiesaldo dat na 2030 geleidelijk afneemt tot een saldo van nul in 2050.
3.2.6 Migratie, Bonaire
JaarImmigrantenEmigranten
20111539849
20121523819
20131524658
20141213822
20151245826
201612911649
201713811115
20181283879
20191293914
20201303946
20211313982
20221343995
202313741005
202413541019
202513341033
202613141044
202712941050
202812751049
202912561044
203012371035
203112271034
203212171032
203312061027
203411951023
203511831021
203611711020
203711601021
203811491022
203911381023
204011271024
204111171026
204211071028
204310971029
204410881031
204510791032
204610701034
204710621036
204810541038
204910471040
205010411042

3.2.7 Migratie, Sint Eustatius
JaarImmigrantenEmigranten
2011289183
2012270140
2013348271
2014170310
2015170849
2016170110
2017231141
2018194386
2019231316
2020227246
2021223175
2022222174
2023221173
2024215171
2025210170
2026204168
2027199168
2028194165
2029190162
2030184158
2031183156
2032181154
2033179151
2034176149
2035173148
2036171147
2037169146
2038167145
2039164145
2040162144
2041160143
2042158143
2043156143
2044154142
2045152142
2046149141
2047147141
2048145140
2049143140
2050141139

3.2.8 Migratie, Saba
JaarImmigrantenEmigranten
2011406253
2012468422
2013303431
2014353391
2015325204
2016338275
2017288150
2018240472
2019276222
2020276216
2021276245
2022277246
2023278246
2024278247
2025278247
2026278247
2027278247
2028277246
2029277246
2030277245
2031275246
2032273246
2033271246
2034270246
2035268246
2036267245
2037265245
2038263244
2039261244
2040259243
2041257242
2042255242
2043253241
2044251240
2045248239
2046246238
2047243237
2048240235
2049237234
2050233232

4. Ontwikkeling tot 2050

De prognose voor Caribisch Nederland beschrijft de verwachte ontwikkeling van het aantal inwoners van de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De cijfers na 2030 hebben een andere status dan die voor eerdere jaren, omdat na 2030 het migratiesaldo in 20 jaar tijd tot nul wordt teruggeschroefd. Daardoor zijn de immigratie en emigratie volgens de prognose na 2030 steeds minder gebaseerd op de waargenomen niveaus in de afgelopen jaren. Mede door het onvoorspelbare karakter van de immigratie naar de eilanden zijn de prognosecijfers met grote onzekerheden omgeven, zeker die voor de langere termijn.

4.1 Inwonertal

Het aantal inwoners van Caribisch Nederland steeg in de periode van 1 januari 2011 tot 1 januari 2019 van 21 naar 25 duizend: een groei van ruim 2 procent per jaar. Tot en met 2024 voorziet de prognose ook een bevolkingsgroei met zo’n 2 procent per jaar met daarna een geleidelijke vertraging. Naar verwachting komt rond 2045 de groei tot stilstand. Caribisch Nederland zou tegen die tijd 33 duizend inwoners tellen (figuur 4.1.1).

Van de drie eilanden is sinds 2011 het inwonertal van Bonaire het sterkst gegroeid. Ook de prognose voorziet voor Bonaire de sterkste groei: van 20 duizend inwoners in 2019 naar 27 duizend rond 2045. Sint Eustatius groeit naar verwachting van 3,1 duizend inwoners nu naar 3,8 duizend in 2045. Voor Saba wordt een groei verwacht van 1,9 naar 2,4 duizend inwoners rond 2045.
4.1 Inwonertal Caribisch Nederland
JaarBonaire (x 1 000)Sint Eustatius (x 1 000)Saba (x 1 000)
201115,683,611,80
201418,414,011,85
201719,183,242,01
202020,613,061,97
202322,033,142,09
202623,383,292,17
202924,443,392,24
203225,313,482,31
203526,043,562,37
203826,623,632,40
204127,013,692,42
204427,213,732,43
204727,233,742,42
205027,063,732,40

4.2 Bevolking per leeftijdsgroep

Voor de drie eilanden van Caribisch Nederland gezamenlijk voorziet de prognose dat het aantal kinderen jonger dan 4 jaar ongeveer op het huidige aantal van 1,0 duizend blijft.Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd (4–12 jaar) is sinds 2011 van 2,3 duizend naar 2,7 duizend toegenomen. Volgens de prognose zet die stijging nog tot 2030 door, maar ineen trager tempo. Na 2030 wordt een daling voorzien. Ook het aantal jongeren in de middelbare schoolleeftijd (13–17 jaar) en het aantal jongvolwassenen (18–39 jaar) stijgt naar verwachting nog iets verder om na 2030 te gaan dalen.
4.2.1 Minderjarige bevolking Caribisch Nederland
Jaar0 tot 4 jaar (x 1 000)4 tot 13 jaar (x 1 000)13 tot 18 jaar (x 1 000)
20111,012,351,37
20121,022,451,37
20131,042,481,39
20141,052,601,40
20151,052,621,43
20161,072,581,47
20171,032,631,48
20181,042,681,44
20191,032,701,43
20201,052,701,41
20211,062,711,40
20221,052,751,42
20231,052,751,50
20241,052,741,54
20251,062,771,56
20261,062,781,58
20271,062,791,59
20281,062,781,59
20291,062,801,55
20301,062,801,57
20311,062,791,58
20321,052,781,60
20331,052,771,58
20341,042,761,60
20351,042,741,59
20361,032,731,58
20371,032,711,57
20381,022,691,56
20391,012,671,55
20401,012,651,54
20411,002,631,53
20420,992,611,52
20430,982,591,50
20440,982,561,49
20450,972,541,47
20460,962,521,46
20470,952,491,44
20480,942,471,42
20490,932,441,41
20500,922,421,39


Vooral de oudere beroepsbevolking en het aantal inwoners van 65 jaar en ouder neemt volgens de prognose toe. Het aantal 65-plussers in Caribisch Nederland stijgt naar verwachting van 3,2 duizend begin 2019 naar 9,6 duizend in 2050. In 2050 zou dan 29 procent van de inwoners 65-plusser zijn, tegen 13 procent nu en 9 procent in 2011. Bij de kleine eilanden zet deze stijging volgens de prognose in ongeveer het zelfde tempo door en zal het aandeel ouderen halverwege de eeuw rond de 25 procent liggen. Bonaire gaat naar verwachting sneller vergrijzen en zal volgens de prognose in 2050 een aandeelouderen van 32 procent hebben.
4.2.2 Meerderjarige bevolking Caribisch Nederland
Jaar18 tot 40 jaar (x 1 000)40 tot 65 jaar (x 1 000)65 jaar of ouder (x 1 000)
20116,298,082,00
20126,768,482,23
20137,138,862,40
20147,429,252,55
20157,409,392,69
20167,429,232,76
20177,109,282,92
20187,389,433,08
20197,259,513,24
20207,419,663,41
20217,589,813,61
20227,679,993,82
20237,7510,154,05
20247,8410,334,31
20257,9010,494,58
20267,9610,614,85
20277,9810,725,14
20288,0410,775,45
20298,0510,845,77
20308,0210,896,09
20318,0010,986,36
20327,9711,086,62
20337,9811,156,88
20347,9511,227,13
20357,9511,247,40
20367,9311,347,61
20377,9011,407,84
20387,8611,488,04
20397,8211,558,22
20407,7711,598,43
20417,6911,688,59
20427,6011,748,78
20437,4911,828,92
20447,4011,879,06
20457,3411,859,23
20467,2311,859,39
20477,1511,799,57
20487,0411,759,73
20496,9311,659,92
20506,8011,5710,09

4.2.3 65-plussers Caribisch Nederland
JaarBonaire (%)Sint Eustatius (%)Saba (%)
20119,68,610,2
201210,29,110,1
201310,59,210,1
201410,69,711,2
201511,010,411,7
201611,310,611,9
201712,011,412,3
201812,411,812,4
201912,912,014,3
202013,312,814,3
202113,813,214,5
202214,413,515,0
202314,914,015,3
202415,614,415,7
202516,414,616,0
202617,115,116,3
202717,915,416,6
202818,816,217,2
202919,716,717,6
203020,617,217,9
203121,317,718,1
203221,918,618,7
203322,519,219,2
203423,219,319,6
203523,919,720,1
203624,420,220,5
203724,920,620,9
203825,420,921,6
203925,821,321,7
204026,321,922,5
204126,722,022,9
204227,322,323,0
204327,722,523,3
204428,122,623,5
204528,622,924,1
204629,123,124,6
204729,723,425,0
204830,223,925,4
204930,924,325,9
205031,624,726,1


Omdat buitenlandse migratie de grootste bijdrage aan de bevolkingsgroei geeft, zal volgens de prognose vooral het aantal buiten Caribisch Nederland geboren inwoners toenemen. Het aandeel in Europees Nederland geboren inwoners is de laatste jaren gestegen van 9 procent in 2011 naar 13 procent in 2019. Volgens de prognose stijgt het verder tot 16 procent in 2040.
4.2.4 Geboorteregio inwoners Caribisch Nederland
JaarCaribisch Nederland (x 1 000)Europees Nederland (x 1 000)Elders (x 1 000)
20118,281,8910,92
20148,732,7312,81
20179,103,0412,29
20209,433,3712,84
20239,623,7813,85
20269,784,2014,85
20299,924,5415,62
203210,024,8316,25
203510,115,0616,80
203810,165,2317,25
204110,195,3417,58
204410,205,3917,78
204710,185,3817,83
205010,135,3017,76

Technische toelichting

De bevolkingsprognose is berekend met een model dat de samenstelling van de bevolking van Caribisch Nederland naar leeftijd, geslacht en geboorteland op 1 januari 2019 als startpunt neemt en hierop, van jaar op jaar, de effecten van geboorte, sterfte, immigratie,emigratie en verhuizen verrekent. Hierbij wordt gebruik gemaakt van leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers, sterftekansen en migratieprofielen. Op deze manier wordt een schatting van de omvang en samenstelling van de toekomstige bevolking gemaakt. Het model is voor elk eiland apart gedraaid.

Het aantal geboorten wordt geschat aan de hand van vruchtbaarheidscijfers die de kans aangeven dat een vrouw van een bepaalde leeftijd in een bepaald jaar een kind krijgt. Voor het modelleren van sterfte worden jaarlijkse sterfterisico’s gebruikt, die de kans geven dat iemand van een bepaalde leeftijd en geslacht in een bepaald jaar komt te overlijden.

Immigratie van personen geboren buiten Caribisch Nederland wordt in het model meegenomen in de vorm van het aantal immigranten dat jaarlijks arriveert. Voor inwoners geboren op Caribisch Nederland wordt immigratie geschat door terugkeerkansen toe te passen op de emigratie uit de voorgaande jaren. Emigratie wordt gemodelleerd met behulp van emigratiekansen. Voor inwoners geboren op Caribisch Nederland wordt het aantal emigranten geschat door vertrekkansen toe te passen op de aanwezige bevolking die op een van de eilanden geboren is. Voor inwoners geboren buiten Caribisch Nederland wordt dit gedaan door vertrekkansen toe te passen op de immigranten uit de voorgaande jaren.

Het prognosemodel is gebaseerd op eenjaarsleeftijdsgroepen. Door het relatief geringe aantal migranten vormen de leeftijdsspecifieke migratiepatronen op basis van eenjaarsleeftijden grillige patronen die als zodanig niet geschikt zijn voor prognosedoeleinden. Dit geldt in mindere mate ook voor de geboortecijfers. Om dit probleem te ondervangen zijn op basis van de waargenomen cijfers gladde eenjaarsleeftijdsprofielen geschat.

Het aantal verhuizingen tussen de eilanden is klein waardoor het niet zinvol is om deze in detail te modelleren. Voor de toekomst wordt verondersteld dat de verhuisstromen tussen de eilanden hetzelfde zijn als gemiddeld waargenomen over de periode 2011–2017 (gemiddeld 34 personen per jaar).

Literatuur

Bals, ter, M. (2015), Population projections: results and brief analysis of five projection variants 2015−2050, Central Bureau of Statistics, Curaçao.

CBS (2019), StatLine databank, thema Caribisch Nederland.

Kooiman, N., A. de Jong, C. Huisman, C. van Duin en L. Stoeldraijer (2016), PBL/CBS Regionale prognose 2016-2040: sterke regionale verschillen, Bevolkingstrends, 8, CBS.

Stoeldraijer, L. (2014), Levensverwachting in Caribisch Nederland verschilt weinig met Nederland, Bevolkingstrends maart 2014, CBS.

United Nations (2017), World population prospects: The 2017 revision; key findings and advance tables. ESA/P/WP/248.