7. Online criminaliteit totaal
In de hoofdstukken 4, 5 en 6 stonden de verschillende soorten online criminaliteit centraal: oplichting en fraude, hacken, en bedreiging en intimidatie. In dit hoofdstuk worden deze in onderlinge samenhang besproken en wordt een totaalbeeld van online criminaliteit geschetst. Net als in de vorige hoofdstukken komen achtereenvolgens slachtofferschap, gevolgen, melding en aangifte aan de orde.
In de Tabellenset 2024 die bij deze publicatie hoort, zijn alle resultaten van dit hoofdstuk opgenomen bij ‘7 Online criminaliteit’ en ‘7 Gevolgen, melding, aangifte’.
7.1 Slachtoffers online criminaliteit
In 2024 gaf 16 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder aan in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer te zijn geweest van online criminaliteit. Dit zijn bijna 2,4 miljoen mensen. De meesten werden slachtoffer van oplichting en fraude (9 procent) en dan met name van aankoopfraude. Met hacken kreeg 4 procent te maken en eveneens 4 procent met online bedreiging en intimidatie. Krap 1 procent werd slachtoffer van andere online delicten (zie kader hieronder).
In 2024 gaven meer mensen aan slachtoffer te zijn geweest van online criminaliteit dan in 2022. Deze toename was met name zichtbaar bij slachtoffers van online oplichting en fraude. Het aandeel slachtoffers van hacken was in 2024 juist lager dan in 2022. Van online bedreiging en intimidatie en van andere online delicten werden in beide jaren ongeveer evenveel mensen slachtoffer.
2024 (% van 15 jaar of ouder) | 2022 (% van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
Online criminaliteit totaal | 15,7 | 14,8 |
Online oplichting en fraude | 9,4 | 7,6 |
Aankoopfraude | 7,2 | 5,6 |
Verkoopfraude | 1,5 | 1,3 |
Fraude betalingsverkeer | 1,2 | 1 |
Phishing | 0,7 | 0,7 |
Identiteitsfraude | 0,6 | 0,5 |
Hacken | 3,9 | 4,6 |
Hacken account | 3,2 | 3,6 |
Hacken apparaat | 1,4 | 1,9 |
Online bedreiging en intimidatie | 4,1 | 4,1 |
Online bedreiging | 1,9 | 1,9 |
Online pesten | 1,4 | 1,3 |
Online stalken | 1,2 | 1,2 |
Shamesexting | 0,7 | 0,7 |
Overige online delicten | 0,6 | 0,6 |
Slachtoffers online criminaliteit naar persoonskenmerken
Slachtofferschap van online criminaliteit verschilde nauwelijks naar geslacht en onderwijsniveau. Wel werden jongeren vaker getroffen dan ouderen: 20 procent van de 15- tot 25-jarigen, tegenover 10 procent van de 65-plussers. Vooral bij het slachtofferschap van online bedreiging en intimidatie was het verschil tussen jongere en oudere leeftijdsgroepen groot. Ook mensen uit huishoudens met de laagste welvaart werden relatief vaak met online criminaliteit geconfronteerd (18 procent). Dit heeft er mee te maken dat zij vaker slachtoffer waren van online oplichting en fraude dan mensen in meer welvarende huishoudens.
Online criminaliteit totaal | Online oplichting en fraude | Hacken | Online bedreiging en intimidatie | Overige online delicten | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 15,7 | 9,4 | 3,9 | 4,1 | 0,6 |
Geslacht: Mannen | 15,7 | 9,2 | 3,9 | 4,4 | 0,6 |
Geslacht: Vrouwen | 15,8 | 9,5 | 3,8 | 3,9 | 0,7 |
Leeftijd: 15 tot 25 jaar | 20,3 | 9,2 | 5,3 | 8,8 | 0,7 |
Leeftijd: 25 tot 45 jaar | 17,9 | 10,8 | 4,5 | 4,7 | 0,7 |
Leeftijd: 45 tot 65 jaar | 15,6 | 10,2 | 3,5 | 3,1 | 0,6 |
Leeftijd: 65 jaar of ouder | 10,4 | 6,5 | 2,7 | 2,0 | 0,5 |
Onderwijsniveau: Basisonderwijs, vmbo, mbo1 | 15,2 | 9,0 | 3,9 | 4,3 | 0,6 |
Onderwijsniveau: Havo, vwo, mbo2-4 | 16,1 | 9,4 | 4,0 | 4,4 | 0,6 |
Onderwijsniveau: Hbo, wo | 15,9 | 9,3 | 3,8 | 3,8 | 0,7 |
Welvaart huishouden: 1e 20%-groep (laagst) | 18,0 | 10,6 | 4,7 | 4,9 | 0,6 |
Welvaart huishouden: 2e 20%-groep | 16,7 | 9,9 | 4,1 | 4,8 | 0,7 |
Welvaart huishouden: 3e 20%-groep | 15,6 | 9,5 | 3,6 | 4,0 | 0,5 |
Welvaart huishouden: 4e 20%-groep | 14,6 | 8,7 | 3,4 | 3,8 | 0,5 |
Welvaart huishouden: 5e 20%-groep (hoogst) | 15,1 | 8,8 | 3,9 | 3,8 | 0,8 |
7.2. Gevolgen online criminaliteit
Problemen voor slachtoffers
Bijna een kwart van de slachtoffers van online criminaliteit zei emotionele of psychische problemen dan wel financiële problemen te hebben of te hebben gehad als gevolg van het voorval. Het vaakst ervoeren slachtoffers van online bedreiging en intimidatie problemen (32 procent). Slachtoffers van hacken met 16 procent het minst vaak.
Slachtofferschap van online criminaliteit leidde vaker tot emotionele of psychische problemen dan tot financiële problemen: 19 tegenover 8 procent. Vooral bij online bedreiging en intimidatie is dit verschil relatief groot (30 tegen 5 procent).
Online criminaliteit totaal (% van slachtoffers) | Online oplichting en fraude (% van slachtoffers) | Hacken (% van slachtoffers) | Online bedreiging en intimidatie (% van slachtoffers) | Overige online delicten (% van slachtoffers) | |
---|---|---|---|---|---|
Emotionele/psychische of financiële problemen | 22,6 | 21,6 | 15,9 | 32,4 | 33,2 |
waarvan: | |||||
Emotionele of psychische problemen | 18,5 | 15 | 13,3 | 30,2 | 26,9 |
Financiële problemen | 8,3 | 11,1 | 5,5 | 4,6 | 13,1 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
Emotionele of psychische gevolgen
Voor de meeste slachtoffers van online criminaliteit leidde het voorval ertoe dat zij minder vertrouwen hadden in mensen (37 procent) en zich minder veilig voelden (30 procent). Slaapproblemen, depressieve klachten, angstklachten en het voorval steeds opnieuw beleven werden elk door 5 à 7 procent van de slachtoffers genoemd.
Minder vertrouwen in mensen werd het vaakst als gevolg genoemd door slachtoffers van online oplichting en fraude. Zich minder veilig voelen, slaapproblemen, depressieve klachten, het voorval telkens opnieuw beleven en angstklachten werden het vaakst gerapporteerd door slachtoffers van online bedreiging en intimidatie.
Online criminaliteit totaal (% van slachtoffers) | Online oplichting en fraude (% van slachtoffers) | Hacken (% van slachtoffers) | Online bedreiging en intimidatie (% van slachtoffers) | Overige online delicten (% van slachtoffers) | |
---|---|---|---|---|---|
Minder vertrouwen in mensen | 36,5 | 41,5 | 22,6 | 40,4 | 39,9 |
Minder veilig voelen | 30,4 | 24,6 | 39,9 | 37,5 | 35,5 |
Slaapproblemen | 7,0 | 5,1 | 4,3 | 14,5 | 8,5 |
Depressieve klachten | 6,0 | 3,6 | 2,7 | 14,3 | 9,2 |
Voorval telkens opnieuw beleven | 5,7 | 4,7 | 3,9 | 9,9 | 8,6 |
Angstklachten | 5,4 | 2,5 | 3,1 | 14,0 | 8,4 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
7.3 Melding en aangifte online criminaliteit
Van de slachtoffers van online criminaliteit heeft 18 procent bij de politie gemeld wat hen overkomen was en heeft 45 procent dit bij een andere instantie of persoon gedaan. Het gaat dan om instanties als meld- of adviespunten voor online criminaliteit. Bij personen kan het gaan om professionele hulpverleners zoals huisartsen, psychologen of maatschappelijk werkers, om andere professionals zoals leerkrachten of leidinggevenden, of om mensen uit het eigen, informele circuit zoals andere gezinsleden, familie of vrienden.
In totaal heeft 48 procent van de slachtoffers van online criminaliteit in 2024 bij de politie en/of een andere instantie of persoon melding gemaakt. Het grootste deel van de meldingen bij de politie resulteerde in een aangifte (18 procent maakte melding; 16 procent deed aangifte). Hacken werd het minst vaak bij de politie gemeld en aangegeven (respectievelijk door 12 en 10 procent van de slachtoffers).
Online criminaliteit totaal (% van slachtoffers) | Online oplichting en fraude (% van slachtoffers) | Hacken (% van slachtoffers) | Online bedreiging en intimidatie (% van slachtoffers) | Overige online delicten (% van slachtoffers) | |
---|---|---|---|---|---|
Melding totaal | 48,2 | 54,1 | 40,1 | 55,1 | 40,5 |
Melding politie | 17,9 | 22,0 | 11,9 | 17,1 | 20,8 |
Melding bij andere instantie of persoon | 45,3 | 46,5 | 35,3 | 49,6 | 27,7 |
Aangifte bij politie | 16,3 | 20,8 | 9,8 | 13,3 | 17,7 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
De meeste slachtoffers van online criminaliteit die aangifte deden van het voorval, deden dit via internet (47 procent). Verder deed 27 procent aangifte op het politiebureau, 17 procent telefonisch en 15 procent op een andere manier.
Redenen geen melding of aangifte bij politie
De meest genoemde reden om het voorval niet bij de politie te melden of om geen aangifte te doen, was dat er niet aan wordt gedacht of dat men het niet zo belangrijk vond (40 procent), gevolgd door ‘het helpt toch niets’ (32 procent). Verder gaf 17 procent aan dat het geen zaak voor de politie was, zei 15 procent dat het al was opgelost en eveneens 15 procent heeft geen zin of tijd gehad, of vond het te veel moeite. Andere redenen, zoals ‘door schuld- of schaamtegevoel’ en ‘op advies van de politie’, werden door 5 procent of minder van de slachtoffers van online criminaliteit genoemd.
Slachtoffers van hacken die geen aangifte hebben gedaan, noemden relatief vaak ‘het is al opgelost’ als reden om het voorval niet bij de politie te melden of aangifte te doen. Slachtoffers van overige online delicten zeiden vaak dat het geen zaak voor de politie is, en slachtoffers van online bedreiging deden relatief vaak uit angst voor een vervelende reactie of wraak geen melding of aangifte.