Online Veiligheid en Criminaliteit 2024

3. Internetveiligheid en online veiligheidsbeleving

Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van internet. Hiermee stijgt het risico om slachtoffer te worden van criminele activiteiten. Het veilig gebruik van internet en de beleving van internetveiligheid zijn dan ook belangrijke thema’s, zeker in relatie tot online criminaliteit. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal aspecten van deze (beleving van) internetveiligheid, waaronder de bereidheid om persoonsgegevens online door te geven, de bescherming van privacy1) en de kennis van en de bezorgdheid over internetveiligheid. Ook wordt beschreven welke beveiligingsmaatregelen mensen treffen. Vervolgens komt de veiligheidsbeleving en de inschatting van mensen om slachtoffer te worden van online criminaliteit aan bod. Dit hoofdstuk sluit af met de online vaardigheden die men heeft om online criminaliteit te voorkomen, de hulpbronnen die men hierbij kan aanspreken en welke informatiebehoefte men daarbij heeft.

In de Tabellenset 2024 die bij deze publicatie hoort, zijn alle resultaten van dit hoofdstuk opgenomen bij ‘3 Internetveiligheid’ en ‘3 Details’. Voor de resultaten van 2022, zie Tabellenset 2022.

3.1 Privacy en bescherming persoonsgegevens

Bereidheid doorgeven persoonlijke informatie op internet

Mensen zijn relatief terughoudend met het online delen van privacygevoelige persoonlijke informatie, zoals een kopie van hun bankpas, paspoort, ID-kaart of rijbewijs, of Burgerservicenummer (BSN). Driekwart gaf aan dat ze een kopie van de bankpas niet online doorgeven; 19 procent deed het alleen als het moest. Ruim de helft deelde geen kopie van het paspoort, de ID-kaart of het rijbewijs via internet. Ruim een derde deed dit alleen als het moest.

Iets meer dan 40 procent gaf aan informatie over hun gezondheid of een (pas)foto niet via internet te delen en 35 procent deed dit alleen als het moest. Ook betalingsgegevens, zoals een bank- of creditcardnummer, werden door ruim 40 procent niet online gedeeld. Een vergelijkbaar deel deed dit alleen als het moest.

Met het online doorgeven van persoonsgegevens, zoals geboortedatum, naam, adres en contactgegevens als telefoonnummer en e-mailadres, zijn mensen minder terughoudend: ongeveer 1 op de 10 zei dit niet te doen, ruim 4 op de 10 deden dit alleen als het moest. In 2024 waren meer mensen terughoudend om hun naam en adresgegevens online door te geven dan in 2022. Dat geldt ook voor het online doorgeven van contactgegevens, zoals telefoonnummer of e-mailadres.

3.1.1 Bereidheid om persoonlijke informatie online door te geven, 2024
OnderwerpNiet (% van 15 jaar of ouder)Alleen als het moet (% van 15 jaar of ouder)Alleen als het vertrouwd is (% van 15 jaar of ouder)Geen problemen mee (% van 15 jaar of ouder)Internet afgelopen 12 mnd. niet gebruikt (% van 15 jaar of ouder)
Kopie van bankpas75,919,13,80,40,8
Kopie van paspoort
ID kaart of rijbewijs
55,737,35,90,40,8
BSN-nummer49,539,98,80,90,8
Informatie over
gezondheid
42,434,915,46,50,8
Betalingsgegevens
bank- of creditcardnummer
41,544,712,30,70,8
Een (pas)foto41,035,417,05,80,8
Geboortedatum10,242,328,917,80,8
Naam en adres9,842,338,09,00,8
Telefoonnummer
of e-mailadres
8,447,335,87,70,8

Voor het online doorsturen van een kopie van paspoort, identiteitskaart of rijbewijs is de zogeheten KopieID app van de Rijksoverheid beschikbaar. Van de mensen die een kopie van hun paspoort, identiteitskaart of rijbewijs online doorgaven, zei 60 procent geen gebruik te maken van deze KopieID app. Dit is lager dan in 2022; toen was dat 66 procent. Verder maakte in 2024 naar eigen zeggen 20 procent altijd gebruik van deze app; eveneens 20 procent deed dat soms. Dat is hoger dan in 2022, toen respectievelijk 18 en 16 procent dit deed.

Beschermingsmaatregelen persoonlijke informatie op internet

In OVeC 2024 is niet alleen onderzocht of mensen persoonlijke informatie online doorgeven, maar ook welke maatregelen ze treffen om privacygevoelige gegevens te beschermen. In de enquête werden negen beschermingsmaatregelen voorgelegd. Bijna iedereen nam één of meer van deze maatregelen om persoonlijke gegevens op internet te beschermen: 95 procent gaf aan dit te hebben gedaan in 2024, evenveel als in 2022. Van de negen beschermingsmaatregelen had 66 procent vijf of meer maatregelen genomen, 20 procent drie of vier maatregelen, en 9 procent één of twee.

Bij de afzonderlijke beschermingsmaatregelen gaf 83 procent aan de toegang tot (online) locatiegegevens te beperken of te weigeren. Ongeveer 75 procent zei de toegang tot hun profiel en geplaatste berichten op social media te beperken, en alleen strikt noodzakelijke cookies bij gebruik van websites te accepteren. Het aanpassen van privacy-instellingen van accounts en het controleren van de veiligheid van de URL (dat is het adres) van de website werden elk door ongeveer 60 procent gedaan.

Minder vaak genomen maatregelen waren het lezen van de privacyregels, het afschermen van de camera van de computer, tablet of mobiele telefoon door bijv. het gebruik van een webcamcover of schuifje voor de camera, het veranderen van browserinstellingen (alle drie 48 procent) en het invullen van verzonnen persoonsgegevens (31 procent).

In 2024 was er in vergelijking met 2022 een toename in verschillende maatregelen die mensen treffen. Meer mensen zeiden dat zij alleen strikt noodzakelijke cookies accepteren, de instellingen van de browser veranderen om cookies te blokkeren, en verzonnen gegevens invullen. Het lezen van de privacyregels en het controleren van de veiligheid van websites werd iets minder vaak gedaan.

3.1.2 Beschermingsmaatregelen persoonlijke gegevens op internet1), 2024
Beschermen2024 (% van 15 jaar of ouder)
Minstens één maatregel95,3
Toegang tot locatiegegevens
beperken
83,2
Toegang tot profielgegevens
beperken
75,6
Alleen strikt noodzakelijke
cookies accepteren
74,5
Privacy-instellingen accounts
aanpassen
63,6
Veiligheid website
controleren
60,4
Instellingen browser veranderen
om cookies te blokkeren
47,9
Afschermen camera47,8
Privacyregels lezen47,7
Verzonnen gegevens invullen30,7
1)Meerdere antwoorden mogelijk.

3.2 Bekendheid met begrippen internetveiligheid

Wanneer mensen een lijstje met begrippen over internetveiligheid werd voorgelegd, bleek dat zij het meest bekend waren met de begrippen spam, hacken, identiteitsfraude en back-ups maken. Van elk van deze begrippen zei in 2024 ongeveer 90 procent van de 15-plussers te weten wat het betekent. Verder wist 80 procent wat phishing is en 77 procent wat met WhatsApp-fraude wordt bedoeld. De begrippen tweetrapsverificatie en firewall waren bekend bij ongeveer 70 procent en VPN-verbinding bij bijna 60 procent. Ongeveer de helft wist wat bedoeld wordt met de begrippen Dos- of DDos-aanval, ransomware, en voice cloning. Het minst bekend waren de relatief nieuwe begrippen doxing, social engineering, en passkey: 20 à 30 procent wist wat deze inhouden.

In 2024 wisten meer mensen wat de begrippen tweetrapsverificatie, VPN-verbinding en social engineering betekenen dan in 2022.

3.2.1 Bekendheid met internetveiligheid, 2024
OnderwerpIk weet wat het is (% van 15 jaar of ouder)Wel van gehoord, maar weet niet precies wat het is (% van 15 jaar of ouder)Nooit van gehoord (% van 15 jaar of ouder)
Spam92,65,22,3
Hacken88,18,53,4
Identiteisfraude86,210,03,8
Back-ups maken85,710,53,8
Phishing80,411,68,0
WhatsApp-fraude76,716,37,0
Tweetrapsverificatie69,410,719,9
Firewall66,722,510,8
VPN verbinding57,421,521,1
Dos of DDos aanval50,926,922,2
Ransomware48,327,624,1
Voice cloning47,722,529,8
Passkey34,227,838,0
Social engineering24,037,838,2
Doxing19,629,351,1

Bekendheid met begrippen internetveiligheid naar persoonskenmerken

Op basis van de antwoorden op de vijftien afzonderlijke items over bekendheid met internetveiligheid is een schaalscore berekend. Deze loopt van 0 (laag) tot 10 (hoog). De schaalscore is berekend door de antwoorden op de vijftien items op te tellen, waarbij ‘nooit van gehoord’ de score 0 heeft, ‘wel van gehoord, maar weet niet precies wat het is’ de score 1, en ’ik weet wat het is’ de score 2. Het minimum van deze som is 0 en het maximum 30. Om tot een score op een schaal van 0 tot 10 te komen is de som vermenigvuldigd met de factor 10/30. De gemiddelde score was 7,1 in 2024.

In 2022 is bekendheid met internetveiligheid met twaalf items gemeten. De gemiddelde schaalscore was toen 7,7. De begrippen doxing, passkey en voice cloning zijn in 2024 toegevoegd. Als de schaalscore van 2024 op basis van de antwoorden van de twaalf items over bekendheid met internetveiligheid van 2022 berekend wordt, dan is de gemiddelde schaalscore 7,8. Dit gemiddelde is vergelijkbaar met 2022. De nieuwe begrippen doxing en passkey waren in 2024 nog niet zo bekend (zie figuur 3.2.1). Door het toevoegen van deze items is de gemiddelde schaalscore in 2024 lager dan in 2022.

De bekendheid met internetveiligheid (schaalscore) verschilt tussen bevolkingsgroepen. Mannen gaven vaker dan vrouwen aan bekend te zijn met veiligheidsbegrippen. Verder waren 25- tot 45-jarigen het meest op de hoogte en 75-plussers het minst. Ook 15- tot 18-jarigen scoorden relatief laag. Personen met een afgeronde hbo- of wo-opleiding waren meer bekend met veiligheidsbegrippen dan personen met een havo, vwo of mbo2-4 diploma en vooral meer dan personen met basisonderwijs, vmbo of mbo1.

3.2.2 Bekendheid met internetveiligheid naar persoonskenmerken, 2024
 2024 (Schaalscore (0 laag - 10 hoog))
Totaal7,1
Geslacht
Mannen7,7
Vrouwen6,6
Leeftijd
15 tot 18 jaar6,1
18 tot 25 jaar7,2
25 tot 35 jaar7,8
35 tot 45 jaar7,8
45 tot 55 jaar7,6
55 tot 65 jaar7,3
65 tot 75 jaar6,7
75 jaar of ouder5,4
Onderwijsniveau
Basisonderwijs, vmbo, mbo16,0
Havo, vwo, mbo2-47,4
Hbo, wo7,9

3.3 Bezorgdheid over internetveiligheid

De veiligheidsaspecten waarover mensen zich het meest zorgen maakten, waren diefstal van persoonsgegevens bij een organisatie na een hack of door een datalek, misbruik van bankgegevens, en misbruik van persoonsgegevens. Ruim een kwart maakte zich hier veel zorgen over. Over het misbruik van accounts, het hacken van een apparaat of account, en het verspreiden van foto’s of video’s zonder toestemming maakte ongeveer 20 procent zich veel zorgen. Het minst bezorgd waren mensen om online gediscrimineerd te worden: 7 procent maakte zich hierover veel zorgen en meer dan 70 procent niet.

3.3.1 Bezorgdheid over internetveiligheid, 2024
OnderwerpVeel zorgen (% van 15 jaar of ouder)Een beetje zorgen (% van 15 jaar of ouder)Geen zorgen (% van 15 jaar of ouder)
Diefstal persoonsgegevens
na hack of datalek
26,556,017,5
Misbruik van bankgegevens25,950,223,9
Misbruik van persoonsgegevens25,854,219,9
Misbruik van accounts20,655,324,0
Hacken van apparaat of account20,361,917,7
Verspreiden foto/video
zonder toestemming
19,444,536,1
Ransomware15,353,631,0
Computervirus of-infectie14,263,122,7
Online bedreiging of intimidatie10,730,159,2
Online discriminatie7,020,672,3

3.4 Beveiligingsmaatregelen apparaten en accounts

De meest gebruikte maatregelen om apparatuur en accounts met persoonlijke informatie te beveiligen tegen misbruik door anderen waren het vergrendelen van apparaten met een toegangscode, wachtwoord, vingerafdruk of Face ID, en het controleren van bijlages in e-mails vóór het openen ervan. Ruim 4 op de 5 mensen gebruikten toegangsbeveiliging voor alle apparaten, en bijna 4 op de 5 controleerden e-mailbijlages. Bijna 3 op de 5 zeiden updates van apparatuur of apps direct of zo snel mogelijk uit te voeren. Maatregelen die het minst vaak werden genomen, waren het gebruik van tweetrapsverificatie en vooral het gebruik van een VPN-verbinding en wachtwoorden van minimaal zestien tekens. Wel gaven relatief veel mensen aan voor sommige (maar niet voor alle) accounts een ander wachtwoord te gebruiken (55 procent).

In vergelijking met 2022 gebruikten in 2024 meer mensen een toegangscode, wachtwoord, vingerafdruk of Face ID voor alle apparaten of accounts. Ook gaven relatief meer mensen aan wachtwoorden van minimaal zestien tekens voor al hun accounts te gebruiken en werd tweetrapsverificatie vaker toegepast waar dat mogelijk was. Wel gebruikten minder mensen antivirussoftware of een virusscanner voor alle apparaten en controleerde men minder vaak de afzender van de e-mail en/of het bestandstype vóór het openen van een bijlage in een e-mail.

3.4.1 Beveiligingsmaatregelen apparaten en accounts, 2024
OnderwerpJa, voor alle apparaten of accounts / Ja, vaak* (% van 15 jaar of ouder)Ja, voor sommige apparaten of accounts / Ja, soms* (% van 15 jaar of ouder)Nee (% van 15 jaar of ouder)Internet afgelopen 12 mnd. niet gebruikt (% van 15 jaar of ouder)
Toegangscode/wachtwoord/vingerafdruk/
Face ID gebruiken
80,615,92,60,8
Bijlage in e-mails controleren vóór openen73,818,56,80,8
Updates direct uitvoeren58,030,310,90,8
Wachtwoorden veilig bewaren53,427,318,50,8
Links controleren vóór openen46,537,415,30,8
Antivirus of virusscanner gebruiken43,337,917,90,8
Back-ups maken op een andere computer42,841,115,30,8
Verschillende wachtwoorden voor accounts38,054,76,40,8
Tweetrapsverificatie gebruiken26,548,923,80,8
VPN-verbinding gebruiken17,421,260,50,8
Wachtwoorden van minimaal 16 tekens
gebruiken
16,443,539,20,8
* De antwoorden 'Ja, vaak' en 'Ja, soms' hebben betrekking op de beveiligsmaatregelen 'back-ups maken op een andere computer', 'links controleren vóór openen', 'bijlage in e-mails controleren vóór openen' en 'VPN-verbinding gebruiken'.

Beveiligingsmaatregelen apparaten en accounts naar persoonskenmerken

Op basis van de antwoorden op de elf beveiligingsitems is een schaalscore voor beveiligingsmaatregelen berekend die loopt van 0 (laag) tot 10 (hoog). De schaalscore is bepaald door de antwoorden op de elf items op te tellen, waarbij ‘Nee, geen maatregel’ de score 0 heeft, ‘Ja, soms/voor sommige apparaten of accounts’ score 1 en ’Ja, vaak/voor alle apparaten of accounts’ score 2. Het minimum van deze som is 0 en het maximum is 22. Om tot een score op een schaal van 0 tot 10 te komen is de som vermenigvuldigd met de factor 10/22. Voor mensen van 15 jaar of ouder was de gemiddelde score een 6,3.

Het gebruik van beveiligingsmaatregelen voor apparaten en accounts is in 2022 met tien items gemeten. De gemiddelde schaalscore was toen 6,6. De beveiligingsmaatregel VPN-verbinding gebruiken is in 2024 toegevoegd. Als de schaalscore van 2024 eveneens op basis van de antwoorden van tien items berekend wordt (zonder VPN-verbinding gebruiken), dan is de gemiddelde schaalscore van beveiligingsmatregelen 6,6. Dit is hetzelfde als in 2022.

De schaalscore voor beveiligingsmaatregelen (elf items) verschilt tussen bevolkingsgroepen. Mannen gaven vaker dan vrouwen aan beveiligingsmaatregelen te nemen. Verder scoorden 25- tot 75-jarigen relatief hoog en 15- tot 25-jarigen en 75-plussers relatief laag. Mensen met basisonderwijs, vmbo of mbo1 scoorden ook relatief laag ten opzichte van de andere groepen.

3.4.2 Beveiligingsmaatregelen apparaten en accounts naar persoonskenmerken, 2024
 2024 (Schaalscore (0 laag - 10 hoog))
Totaal6,3
Geslacht
Mannen6,4
Vrouwen6,1
Leeftijd
15 tot 18 jaar5,8
18 tot 25 jaar6,0
25 tot 35 jaar6,3
35 tot 45 jaar6,5
45 tot 55 jaar6,5
55 tot 65 jaar6,5
65 tot 75 jaar6,4
75 jaar of ouder5,7
Onderwijsniveau
Basisonderwijs, vmbo, mbo15,9
Havo, vwo, mbo2-46,4
Hbo, wo6,5

Redenen om beveiligingsmaatregelen niet te treffen

De redenen die mensen hebben om bepaalde beveiligingsmaatregelen niet te treffen lopen voor de verschillende maatregelen sterk uiteen. Zo gaven degenen die geen back-ups op een andere computer maken hiervoor het vaakst als reden dat ze niet wisten hoe het moest (35 procent) en dat ze het niet nodig vonden (31 procent). Het veilig bewaren van wachtwoorden werd vaak nagelaten, omdat men de wachtwoorden onthoudt (58 procent). Het achterwege laten van updates gebeurde het vaakst omdat men niet wist hoe het moest (26 procent), het te veel tijd kostte (26 procent) of men het niet nodig vond (23 procent). Voor de minst getroffen maatregel, het gebruiken van wachtwoorden van minimaal zestien tekens, speelde vooral de complexiteit een rol: 63 procent van degenen die niet zo’n wachtwoord gebruikten, gaf aan dat ze dit te moeilijk vinden of niet weten hoe het moet.

3.5 Online veiligheidsbeleving

In 2024 gaf de helft van de bevolking van 15 jaar of ouder aan zich (heel) veilig te voelen als ze internet gebruiken. 4 procent voelde zich (heel) onveilig. De rest (45 procent) voelde zich niet veilig en niet onveilig. De online veiligheidsbeleving verschilt niet met die van 2022.

Vooral 15- tot 18-jarigen en mannen voelden zich (heel) veilig op internet. Vrouwen en 65-plussers voelden zich online het vaakst (heel) onveilig. De veiligheidsbeleving op internet verschilt tussen mensen met een afgeronde hbo- of wo-studie en mensen met basisonderwijs, vmbo of mbo1.

3.5.1 Veiligheidsgevoelens op internet naar persoonskenmerken, 2024
 (Heel) veilig (% van 15 jaar of ouder)Niet veilig, niet onveilig (% van 15 jaar of ouder)(Heel) onveilig (% van 15 jaar of ouder)Internet afgelopen 12 mnd. niet gebruikt (% van 15 jaar of ouder)
Totaal50,144,84,30,8
Geslacht
Mannen56,938,73,80,5
Vrouwen43,450,84,81,1
Leeftijd
15 tot 18 jaar62,935,41,60,2
18 tot 25 jaar55,740,43,70,2
25 tot 35 jaar54,641,53,70,2
35 tot 45 jaar52,643,24,10,1
45 tot 55 jaar48,546,94,30,2
55 tot 65 jaar46,348,74,70,3
65 tot 75 jaar43,950,05,40,7
75 jaar of ouder44,644,75,15,6
Onderwijsniveau
Basisonderwijs, vmbo, mbo149,044,04,92,1
Havo, vwo, mbo2-450,345,83,70,2
Hbo, wo51,544,53,90,1

Inschatting betrouwbaarheid webshops en overheidswebsites

Bijna 80 procent van de 15-plussers gaf aan in de afgelopen twaalf maanden getwijfeld te hebben aan de betrouwbaarheid van een webshop. Bij twijfel zochten de meesten van hen reviews over de webshop (76 procent) en/of verlieten de website of braken de online bestelling af (68 procent). Ruim de helft zei te controleren of ze met een echte webshop te maken hebben, bijvoorbeeld door te letten op een keurmerk. Ongeveer 20 procent trok de website na, bijvoorbeeld op politie.nl of op checkjelinkje.nl, en een vergelijkbaar deel betaalde met creditcard, PayPal of achteraf betalen.

Aan de betrouwbaarheid van een overheidswebsite had 17 procent in de voorafgaande twaalf maanden weleens getwijfeld.

Inschatting kans op slachtofferschap online criminaliteit

Vooral als het gaat om online bedreiging en intimidatie schatten mensen de kans om hiervan zelf slachtoffer te worden relatief laag in. Bijna 10 procent achtte de kans aanwezig (dat wil zeggen ‘(heel) groot’ of ‘niet groot, niet klein’) om zelf slachtoffer te worden van shamesexting en ongeveer 15 procent van online pesten, bedreiging of discriminatie. Bij online stalken was dit bijna 20 procent. Ruim 40 procent van de bevolking achtte de kans aanwezig om zelf slachtoffer te worden van aan- of verkoopfraude en ongeveer de helft van hacken.

In 2024 werd de kans om slachtoffer te worden van identiteitsfraude en fraude betalingsverkeer vaker (heel) groot ingeschat dan in 2022. Dat gold ook voor online pesten en online discriminatie.

3.5.2 Inschatting kans op slachtofferschap online criminaliteit, 2024
Onderwerp(Heel) groot (% van 15 jaar of ouder)Niet groot, niet klein (% van 15 jaar of ouder)(Heel) klein (% van 15 jaar of ouder)Weet niet (% van 15 jaar of ouder)Internet afgelopen 12 mnd. niet gebruikt (% van 15 jaar of ouder)
Hacken apparaat of account9,541,340,87,60,8
Identiteitsfraude6,931,752,18,50,8
Fraude betalingsverkeer6,526,560,36,00,8
Aankoop- of verkoopfraude6,236,249,96,80,8
Phishing5,319,070,44,40,8
Online stalken4,214,674,85,60,8
Online pesten3,613,576,45,70,8
Online discriminatie3,211,379,55,20,8
Online bedreiging of intimidatie3,111,579,45,10,8
Shamesexting2,16,985,74,50,8

3.6 Online vaardigheden, hulp en informatiebehoefte

Inschatting eigen online vaardigheden

De meeste 15-plussers vonden zichzelf (heel) handig in het online opzoeken en regelen van dingen: 45 procent vond zichzelf handig en 42 procent heel handig. Slechts 2 procent gaf aan helemaal niet handig te zijn en 11 procent vond zichzelf niet zo handig. Vooral 25- tot 35-jarigen (66 procent), mannen (45 procent) en mensen met een afgeronde hbo- of universitaire opleiding (52 procent) vonden zichzelf heel handig in het online opzoeken en regelen van dingen. Vrouwen, 75-plussers, en mensen met een afgerond basisonderwijs, vmbo of mbo1 vonden zichzelf het vaakst helemaal niet handig.

3.6.1 Inschatting eigen online vaardigheden naar persoonskenmerken, 2024
 Heel handig (% van 15 jaar of ouder)Handig (% van 15 jaar of ouder)Niet zo handig (% van 15 jaar of ouder)Helemaal niet handig (% van 15 jaar of ouder)Internet afgelopen 12 mnd. niet gebruikt (% van 15 jaar of ouder)
Totaal41,645,110,62,00,8
Geslacht
Mannen44,943,59,31,70,5
Vrouwen38,446,611,82,11,1
Leeftijd
15 tot 18 jaar43,153,82,50,50,2
18 tot 25 jaar57,539,72,10,30,2
25 tot 35 jaar65,931,81,90,30,2
35 tot 45 jaar58,837,23,40,50,1
45 tot 55 jaar42,149,87,30,60,2
55 tot 65 jaar30,454,213,11,90,3
65 tot 75 jaar19,453,922,63,30,7
75 jaar of ouder11,243,530,69,15,6
Onderwijsniveau
Basisonderwijs, vmbo, mbo128,647,517,64,12,1
Havo, vwo, mbo2-440,748,49,51,20,2
Hbo, wo52,440,96,10,60,1

Op de vraag wat mensen doen als ze een probleem hebben met het online regelen van dingen of met een computerprogramma of app, antwoordde 57 procent dat ze dit meestal alleen oplossen. 40  procent vroeg meestal of altijd iemand om hulp. Slechts 3 procent gaf aan nooit problemen te ervaren bij het online regelen van dingen.

Diensten waar men terecht kan als men hulp nodig heeft

Het Informatiepunt Digitale Overheid (in de bibliotheek) was de meest bekende dienst waar iemand terecht kan voor hulp bij het online regelen van dingen of bij het gebruik van een computerprogramma of app. Deze dienst kende 34 procent van naam en 2 procent heeft weleens om hulp gevraagd bij het Informatiepunt Digitale Overheid. DigiHulplijn en Veiliginternetten.nl waren minder bekende diensten: 15 procent kende de naam van DigiHulplijn en 18 procent de naam van Veiliginternetten.nl. Bij beide diensten heeft 1 procent weleens om hulp gevraagd.

Behoefte aan voorlichting over online criminaliteit

Ruim 40 procent van de 15-plussers gaf aan behoefte te hebben aan informatie of voorlichting om zichzelf beter te beschermen tegen online criminaliteit. Vrouwen gaven dit vaker aan dan mannen (45 tegen 41 procent). De minste behoefte hebben 15- tot 25-jarigen, 65-plussers hebben de meeste behoefte aan voorlichting. Hbo- of universitair geschoolden hebben meer behoefte aan informatie dan personen met een ander onderwijsniveau.

3.6.2 Behoefte aan voorlichting naar persoonskenmerken, 2024
 2024 (% van 15 jaar of ouder)
Totaal43,2
Geslacht
Mannen41,2
Vrouwen45,1
Leeftijd
15 tot 25 jaar34,8
25 tot 45 jaar41,0
45 tot 65 jaar43,8
65 jaar of ouder50,3
Onderwijsniveau
Basisonderwijs, vmbo, mbo138,5
Havo, vwo, mbo2-442,2
Hbo, wo49,6

Op de vraag waaraan mensen behoefte hebben om zich beter te kunnen beschermen tegen online criminaliteit, antwoordde 31 procent meer informatie te willen over beschermende maatregelen die zij zelf kunnen nemen. Iets meer dan 20 procent had behoefte aan meer informatie over hoe oplichters te werk gaan en waar men op moet letten. Eenzelfde deel (21 procent) gaf aan duidelijkheid te willen over waar men meer informatie over online criminaliteit kan vinden. Meer informatie over de verschillende vormen van online criminaliteit en hulp bij het nemen van beschermende maatregelen werden minder vaak genoemd.

1) Privacy gaat om de controle over persoonlijke informatie.