Online Veiligheid en Criminaliteit 2024

4. Online oplichting en fraude

Bijna alle mensen van 15 jaar of ouder maken gebruik van het internet. Het merendeel doet online aankopen, bankiert online en maakt gebruik van social media (zie hoofdstuk 2). Dit maakt ze aantrekkelijk én kwetsbaar voor oplichting door cybercriminelen. Hierover gaat dit hoofdstuk. Hoeveel mensen werden in 2024 slachtoffer van fraude bij online handel, zowel bij het kopen als verkopen van producten en diensten, van fraude in het betalingsverkeer, van identiteitsfraude en van phishing? Hoe gebeurde dit? Wat waren de gevolgen voor het slachtoffer? En hebben ze ergens gemeld of bij de politie aangegeven wat hen overkomen is?

In de Tabellenset 2024 die bij deze publicatie hoort, zijn alle resultaten van dit hoofdstuk opgenomen bij ‘4 Oplichting en fraude’, ‘4 Gevolgen, melding, aangifte’ en ‘4 Overige details’.

4.1   Slachtoffers online oplichting en fraude

In 2024 werd ruim 9 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder (1,4 miljoen personen) slachtoffer van één of meerdere vormen van online oplichting en fraude. Dat is meer dan in 2022, toen bijna 8 procent slachtoffer werd. Het verschil is vrijwel helemaal toe te schrijven aan het verhoogde slachtofferschap van aankoopfraude.

Aankoopfraude kwam met 7 procent het vaakst voor. Van verkoopfraude werd 1 procent slachtoffer, fraude in het betalingsverkeer overkwam 1 procent en van phishing en identiteitsfraude werd krap 1 procent slachtoffer.

4.1.1 Slachtoffers online oplichting en fraude
 2022 (% van 15 jaar of ouder)2024 (% van 15 jaar of ouder)
Online oplichting en fraude totaal7,69,4
Aankoopfraude5,67,2
Verkoopfraude1,31,5
Fraude betalingsverkeer11,2
Phishing0,70,7
Identiteitsfraude0,50,6

Slachtoffer online oplichting en fraude naar persoonskenmerken

Van de 65-plussers werd 6 procent slachtoffer van oplichting, tegenover 9 tot 11 procent van de  leeftijdsgroepen tussen 15 en 65 jaar. Dit patroon, dat mensen ouder dan 65 jaar minder vaak slachtoffer worden dan jongere leeftijdsgroepen, is met name te zien bij aankoopfraude, verkoopfraude en identiteitsfraude. Ook mensen in huishoudens met de laagste welvaart werden vaker slachtoffer dan mensen in meer welvarende huishoudens.

4.1.2 Slachtoffers online oplichting en fraude naar persoonskenmerken, 2024 (%)
TotaalAankoopfraudeVerkoopfraudeFraude betalingsverkeerIdentiteitsfraudePhishing
Totaal9,47,21,51,20,60,7
Geslacht: Mannen9,26,91,51,30,70,7
Geslacht: Vrouwen9,57,51,41,10,50,6
Leeftijd: 15 tot 25 jaar9,27,22,10,80,80,5
Leeftijd: 25 tot 45 jaar10,88,21,91,30,90,6
Leeftijd: 45 tot 65 jaar10,28,11,31,30,60,8
Leeftijd: 65 jaar of ouder6,54,90,71,10,30,7
Onderwijsniveau: Basisonderwijs, vmbo, mbo19,06,91,81,00,70,6
Onderwijsniveau: Havo, vwo, mbo2-49,47,51,31,10,50,7
Onderwijsniveau: Hbo, wo9,36,90,91,40,60,7
Welvaart huishouden: 1e 20%-groep (laagst)10,68,02,90,90,70,8
Welvaart huishouden: 2e 20%-groep9,97,81,61,20,80,7
Welvaart huishouden: 3e 20%-groep9,57,31,41,20,70,7
Welvaart huishouden: 4e 20%-groep8,76,81,11,30,40,5
Welvaart huishouden: 5e 20%-groep (hoogst)8,86,81,01,20,50,7

Slachtofferschap aan- en verkoopfraude

In 2024 werd 7 procent slachtoffer van aankoopfraude: online bestellingen werden betaald, maar nooit geleverd. De meeste slachtoffers (74 procent) werden één keer slachtoffer van deze vorm van fraude, 26 procent vaker.

Bij 48 procent van de slachtoffers van aankoopfraude ging het om kleding, sportartikelen, schoenen of (kleding)accessoires. Daarnaast ging het bij 16 procent van de slachtoffers om elektronica of huishoudelijke apparatuur. Ook computers, tablets, mobiele telefoons of bijbehorende accessoires werden relatief vaak besteld maar niet ontvangen (8 procent).

4.1.3 Aankoopfraude: producten en diensten1), 2024
.2024 (% van slachtoffers)
Kleding, sportartikelen48,3
Elektronica, huishoudelijke apparatuur 15,7
Computers, mobiele telefoons8,2
Meubels, woonaccessoires7,2
Cosmetica, parfum, verzorging6,5
Vakanties, reizen, vervoer5,1
Toegangskaartjes4,7
Boeken, muziek, games4,3
Digitale betaalmiddelen2,5
Boodschappen2,4
Apps of in-app aankopen2
Maaltijden1,6
Anders16,7
1)Meerdere antwoorden mogelijk.

In 2024 werd 1 procent slachtoffer van verkoopfraude: producten werden online verkocht maar nooit betaald. De meeste slachtoffers (69 procent) werden één keer slachtoffer van deze vorm van fraude, 31 procent vaker.

Slachtofferschap fraude in betalingsverkeer

Bij 1 procent van de 15-plussers kreeg een crimineel toegang tot de creditcard of bankrekening van het slachtoffer en boekte daar geld vanaf, ook wel fraude in het betalingsverkeer genoemd. Daarbij kunnen de toegangsgegevens via internet verkregen zijn, maar ook op een andere manier, bijvoorbeeld door het stelen van een bankpas of creditcard.

De meest voorkomende manier waarop toegang tot de rekening werd verkregen, was doordat het slachtoffer zijn of haar betaalgegevens had ingevoerd op een nepwebsite of -app (21 procent). Verder zei 16 procent dat de bankpas, creditcard of creditcardgegevens waren gestolen en noemde 8 procent het hacken van het betaalaccount. De andere manieren van fraude in het betalingsverkeer werden minder vaak genoemd. Voor de grootste groep slachtoffers, namelijk 29 procent, was het niet duidelijk hoe de fraude tot stand was gekomen.

4.1.4 Fraude betalingsverkeer: methode delict, 2024
 2024 (% van slachtoffers)
Betaalgegevens ingevoerd op
een nepwebsite of -app
21,1
Bankpas, creditcard of
creditcardgegevens gestolen
16,4
Betaalaccount gehackt7,9
Bankpas of creditcard gekopieerd
bij een geld- of betaalautomaat
3,7
Bankpas opgestuurd en/of
pincode doorgegeven
2,9
Geïnfecteerd programma
geïnstalleerd
2,6
Bankpas of creditcard
uitgeleend
1,4
Anders15,5
Onbekend28,6

Slachtofferschap identiteitsfraude

Krap 1 procent van de 15-plussers gaf aan in 2024 slachtoffer te zijn geweest van identiteitsfraude. Dat wil zeggen dat iemand anders illegaal gebruik heeft gemaakt van de persoonsgegevens van het slachtoffer.

Bij ruim de helft van de slachtoffers van identiteitsfraude kwam de dader via internet aan de gegevens. Een hack van een bedrijf dat gegevens had opgeslagen of via social media waren de meest genoemde manieren waarop de gegevens van het slachtoffer werden gestolen. Respectievelijk 14 en 13 procent van de slachtoffers zei dat dit was hoe de dader aan de gegevens kwam. Bijna een kwart van de slachtoffers wist niet hoe de dader aan de gegevens is gekomen.

4.1.5 Identiteitsfraude: methode delict, 2024
 2024 (% van slachtoffers)
Hacken bedrijf dat
gegevens had
14,4
Via sociale media12,8
Persoonsgegevens ingevuld
op een nepwebsite of -app
9,9
Hacken eigen apparaat
of account
7,4
Kopie identiteitsbewijs
opgestuurd
5,1
Met DigiD ingelogd op
nepwebsite of -app
4,7
Diefstal identiteitsbewijs2,6
Kopie identiteitsbewijs
gemaakt
2,4
Doorzoeken post
of oud papier
1,8
Anders via internet4,7
Anders niet via internet9,8
Onbekend24,3

Slachtofferschap phishing

Krap 1 procent van de mensen werd in 2024 slachtoffer van phishing. Bij phishing gaat het om het kwijtraken van geld aan een oplichter die zich voordoet als iemand anders of een vertrouwde instantie.

Bij 17 procent van de slachtoffers ging het om wangirifraude: de dader probeert het slachtoffer te laten terugbellen naar dure betaalnummers. Verder kreeg 12 procent te maken met beleggingsfraude en eenzelfde deel werd slachtoffer van bankspoofing, waarbij de oplichter zich voordoet als een bankmedewerker. Nepboetes of nepfacturen werden door 11 procent van de slachtoffers genoemd. Vriend-in-nood-fraude, waarbij iemand geld betaalde aan een zogenaamde bekende (via een nepbericht of voice cloning), en nepacties troffen respectievelijk 9 en 6 procent van de slachtoffers. De andere vormen van phishing werden door 4 procent of minder genoemd.

4.1.6 Phishing: methode delict, 2024
 2024 (% van slachtoffers)
Wangirifraude16,9
Beleggingsfraude12,3
Bankspoofing11,7
Voorschotfraude
nepboete/nepfactuur
10,6
Vriend-in-noodfraude9,3
Nepactie6,4
Voorschotfraude
dating
4,4
Helpdeskfraude3,5
Voorschotfraude
erfenis/loterij
1,4
Chantagescam0,7
Anders22,7

4.2 Gevolgen online oplichting en fraude

Problemen voor slachtoffers

Ruim een vijfde van de slachtoffers gaf aan problemen te hebben (gehad) door de online oplichting en fraude. Bij 15 procent ging het om emotionele of psychische problemen en bij 11 procent om financiële problemen.

Slachtoffers van phishing gaven het vaakst aan dat zij problemen hadden ondervonden: bij 30 procent ging het om emotionele of psychische problemen en bij 24 procent om financiële problemen. Emotionele en psychische problemen werden ook relatief vaak door slachtoffers van identiteitsfraude genoemd, financiële problemen juist relatief vaak door slachtoffers van verkoopfraude.

4.2.1 Problemen door online oplichting en fraude1), 2024
 Online oplichting en fraude totaal (% van slachtoffers)Aankoopfraude (% van slachtoffers)Verkoopfraude (% van slachtoffers)Fraude betalingsverkeer (% van slachtoffers)Identiteitsfraude (% van slachtoffers)Phishing (% van slachtoffers)
Emotionele/psychische
of financiële problemen
21,618,730,323,630,242,4
waarvan:
Emotionele of
psychische problemen
1512,716,716,220,129,7
Financiële problemen11,18,920,112,912,224,3
1) Meerdere antwoorden mogelijk.

Emotionele of psychische gevolgen

Ruim 40 procent van de slachtoffers van online oplichting en fraude gaf aan minder vertrouwen in mensen te hebben door wat hen was overkomen en bijna 25 procent voelde zich er minder veilig door. Ongeveer 5 procent zei het voorval telkens opnieuw te beleven of had slaapproblemen. Angstklachten en depressieve klachten werden elk door minder dan 4 procent van de slachtoffers genoemd.

Vooral slachtoffers van identiteitsfraude en phishing ervoeren na het voorval psychische en emotionele klachten, zoals het voorval telkens opnieuw beleven, slaapproblemen, angst en depressieve klachten. Bij aan- en verkoopfraude en fraude in het betalingsverkeer was dit minder vaak het geval.

4.2.2 Emotionele of psychische gevolgen online oplichting en fraude1), 2024
 Online oplichting en fraude totaal (% van slachtoffers)Aankoopfraude (% van slachtoffers)Verkoopfraude (% van slachtoffers)Fraude betalingsverkeer (% van slachtoffers)Identiteitsfraude (% van slachtoffers)Phishing (% van slachtoffers)
Minder vertrouwen in mensen41,541,441,231,23947,4
Minder veilig voelen24,620,318,136,940,142,5
Slaapproblemen5,13,75,65,310,512,2
Voorval telkens opnieuw beleven4,72,97,65,611,112,3
Depressieve klachten3,62,85,23,67,25,6
Angstklachten2,51,22,34,38,37
1) Meerdere antwoorden mogelijk.

4.3 Melding en aangifte online oplichting en fraude

Ruim de helft van de slachtoffers van online oplichting en fraude maakte melding van hetgeen hen overkomen was. Bij de politie meldde 22 procent het voorval en bij een andere instantie 47 procent. Een vijfde van de slachtoffers (21 procent) deed aangifte.

De meldings- en aangiftebereidheid wisselt sterk tussen de verschillende soorten delicten. Zo werd aankoopfraude door bijna 40 procent van de slachtoffers ergens gemeld en deed 18 procent aangifte bij de politie. Fraude in het betalingsverkeer werd door 80 procent van de slachtoffers gemeld bij een instantie (bijvoorbeeld de politie of de bank) en 23 procent deed aangifte bij de politie.

4.3.1 Melding en aangifte online oplichting en fraude1), 2024
 Online oplichting en fraude totaal (% van slachtoffers)Aankoopfraude (% van slachtoffers)Verkoopfraude (% van slachtoffers)Fraude betalingsverkeer (% van slachtoffers)Identiteitsfraude (% van slachtoffers)Phishing (% van slachtoffers)
Melding totaal54,139,147,680,461,559,6
Melding bij politie2218,625,924,539,241,3
Melding bij andere instantie46,541,73874,64238,1
Aangifte bij politie20,817,62523,537,139,7
1) Meerdere antwoorden mogelijk.

Ruim de helft (55 procent) van de slachtoffers die aangifte deden, deed dit via internet. Een kwart van de slachtoffers deed aangifte op het politiebureau en 16 procent telefonisch.

Redenen geen melding of aangifte bij politie

De meest genoemde redenen om geen melding of aangifte bij de politie te doen waren dat ‘het toch niets helpt’ (37 procent) en dat ‘er niet aan gedacht was/het niet zo belangrijk was’ (34 procent). Bij fraude in het betalingsverkeer werd verder vaak als reden gegeven dat de financiële schade al vergoed was of dat het al was opgelost. Ook bij identiteitsfraude werd relatief vaak aangegeven dat het al was opgelost.