2. Naar een brede werkdefinitie van bestaanszekerheid
Brede of smalle kijk op bestaanszekerheid
Bij het opstellen van een werkdefinitie van bestaanszekerheid is het van belang eerst te bepalen of bestaanszekerheid in brede of smalle context gezien moet worden. Bestaanszekerheid in smalle context heeft grote raakvlakken met het begrip armoede; hoeveel inkomen een persoon of huishouden ontvangt en of hiervan rondgekomen kan worden.5) De smalle definitie van bestaanszekerheid heeft dus voornamelijk een financieel aspect. Ook in de smalle zin is bestaanszekerheid echter al breder dan armoede, omdat bijvoorbeeld ook het type contract in de basis iets zegt over de zekerheid op financieel vlak. Bestaanszekerheid kan echter ook breder worden gezien, het heeft dan naast de financiële dimensie bijvoorbeeld ook een sociale, culturele en persoonlijke dimensie. Bestaanszekerheid heeft daarmee raakvlakken met het concept brede welvaart, zoals getoond wordt in de Monitor Brede Welvaart.6) Waar de Monitor Brede Welvaart zich voornamelijk richt op macro-indicatoren die betrekking hebben op personen in een samenleving en ook inzicht zoekt in toekomstige generaties en mensen in andere landen, richt bestaanszekerheid zich echter meer op het individu / de persoon zelf.
In dit vooronderzoek wordt bestaanszekerheid gezien als een breder begrip dat uit meerdere schillen bestaat. De kern is: kan iemand voorzien in zijn/haar bestaan met de huidige middelen? Het gaat dan om het kunnen voorzien in alle primaire levensbehoeften zoals voeding en persoonlijke verzorging, kleding, huisvesting en energie. Daarnaast staan de secundaire levensbehoeften: een goede gezondheid, adequate opleiding, gezonde sociale relaties en een zinvol leven.
Primaire levensbehoeften
Als het gaat om bestaanszekerheid is er overeenstemming dat het kunnen voorzien in primaire levensbehoefte in ieder geval inhoudt dat een persoon kan voldoen in het levensonderhoud. Zo is in artikel 20 van de grondwet vastgelegd dat bestaanszekerheid door de overheid gegarandeerd moet worden.7) Hierbij wordt uitgegaan van een smalle definitie: Nederlanders moeten namelijk in hun bestaan kunnen voorzien. Het belangrijkste middel om in deze primaire behoeften (ook wel basisbehoeften) te kunnen voorzien, is voldoende inkomen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft hiervoor het basisbehoeftenbudget opgesteld gebaseerd op de gegevens van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD), wat de kosten voor basale (voedsel, kleding en huisvesting) en onvermijdbare zaken (verzekeringen en persoonlijke verzorging) omvat.8) In lijn hiermee zal in dit rapport onder primaire behoeften worden verstaan: voedsel, huisvesting, energie, kleding en persoonlijke verzorging.
Secundaire levensbehoeften
Naast de primaire behoeften onderschrijven de Commissie sociaal minimum en de VNG ook het belang van de secundaire levensbehoeften, namelijk een goede gezondheid, een adequate opleiding, gezonde sociale relaties en een zinvol leven. Dit past in een bredere trend; ook de nieuwe armoededefinitie van het CBS, Nibud en SCP is gericht op meer dan alleen primaire behoeften.9) Voor de definitie van bestaanszekerheid wordt daarom ook ruimte gemaakt voor sociale participatie en het onderhouden van sociale contacten. Deze contacten zijn belangrijk voor het ontvangen van sociale steun wanneer dit nodig is.10) Het ontvangen en geven van sociale steun kan de bestaanszekerheid van personen verhogen.11) Sociale participatie zorgt daarnaast voor een gevoel van verbondenheid wat, naast financiële of emotionele steun, helpt bij het omgaan met onzekerheden.
Ook onderwijs is een belangrijke pijler van bestaanszekerheid: het biedt mensen de vaardigheden en kennis die nodig zijn om zich aan te passen aan de arbeidsmarkt en betere carrièrekansen te verkrijgen, wat de economische stabiliteit bevordert.12) Mensen met een hoger opleidingsniveau zijn minder vaak werkloos en hebben toegang tot beter betaalde banen, wat hun bestaanszekerheid vergroot. Deelname aan culturele activiteiten kan ook bijdragen aan bestaanszekerheid: het bevordert persoonlijke ontwikkeling en sociale integratie, wat bijdraagt aan zowel economische als emotionele welvaart en daarmee aan een zekerdere toekomst.
Bestaanszekerheid en vertrouwen richting de toekomst
Bestaanszekerheid wordt niet alleen bepaald door de daadwerkelijke middelen en mogelijkheden die een persoon heeft. Ook de beleving die een persoon heeft bij deze middelen en mogelijkheden nu én in de toekomst is belangrijk om de volledige betekenis van bestaanszekerheid te dekken. Flexibele arbeidscontracten zorgen bijvoorbeeld over het algemeen voor een lage werkzekerheid. Wanneer er echter voldoende werkgelegenheid binnen een bepaalde branche is, is de kans kleiner dat een persoon zich daadwerkelijk zorgen maakt over zijn of haar werkzekerheid. De objectieve informatie over de bestaanszekerheid van een persoon, hoeft dus niet altijd overeen te komen met de eigen perceptie van deze persoon. Zekerheid of vertrouwen over de huidige situatie en richting de toekomst, kan zowel objectief als subjectief benaderd worden. Vanuit objectief oogpunt is er bijvoorbeeld aan verschillende soorten contracttypen een mate van zekerheid verbonden. Een vast contract geeft doorgaans meer zekerheid van een stabiel inkomen. Alhoewel een zelfstandige zonder personeel (ZZP’er) in objectieve zin wellicht minder zeker is van een stabiel inkomen, kan de eigen beleving van deze persoon wellicht anders zijn. Zowel de objectieve als subjectieve kant van zekerheid worden daarom ook meegenomen in de nieuwe definitie.
Op basis van bovenstaande, is in dit vooronderzoek de volgende (voorlopige) werkdefinitie van bestaanszekerheid opgesteld:
De verschillende componenten van deze definitie worden hieronder verder uitgewerkt:
- Middelen zijn zaken die gebruikt kunnen worden om een resultaat te bereiken. Denk aan inkomen en vermogen. Maar ook aan
vaardigheden, waarmee bijvoorbeeld een sociaal netwerk opgebouwd kan worden of een opleiding die gevolgd kan worden. - Mogelijkheden zijn rechten, vrijheden en kansen die mensen hebben om hun leven vorm te geven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de
situatie op de arbeidsmarkt. Veel beschikbare banen betekent ook een grotere kans op een baan. - Primaire levensbehoeften zijn alle zaken die nodig zijn om te voorzien in iemands bestaan, zoals voedsel, huisvesting, energie en
kleding. - Secundaire levensbehoeften zijn zaken in het leven die pas aan de orde komen zodra de basisbehoeften zijn vervuld. Dit zijn behoeften
die niet noodzakelijk zijn, maar het leven een stuk leuker en aangenamer maken. Bijvoorbeeld sociale participatie, werkplezier en
zelfontplooiing.
Er is geen uitputtende lijst van middelen en mogelijkheden die relevant zijn voor het definiëren van het begrip bestaanszekerheid. Ook is er geen eenduidige en sluitende definitie voor primaire en secundaire levensbehoeften. In ieder geval is duidelijk dat het CBS bij het monitoren van bestaanszekerheid verder wil kijken dan alleen de fysieke basisbehoeften zoals voedsel, kleding en onderdak.
Bestaanszekerheid wordt niet alleen bepaald door de daadwerkelijke middelen en mogelijkheden die een persoon heeft voor de primaire en secundaire levensbehoeften. Ook de perceptie van een persoon over de zekerheid van deze middelen en mogelijkheden nu en in de toekomst is belangrijk om de betekenis van bestaanszekerheid te dekken. Deze zekerheid kan dus zowel op een objectieve manier als op een subjectieve manier gemeten worden. Op een objectieve manier kan in de registerdata onderzocht worden welke kenmerken een persoon heeft die de toekomst stabiel maken. Denk bijvoorbeeld aan het hebben van een vast dienstverband of een spaarbuffer. De subjectieve kant kan via enquêtes uitgevraagd worden en gaat over het vertrouwen dat een persoon heeft in de toekomst. Er is bijvoorbeeld geen sprake van bestaanszekerheid wanneer iemand vandaag wel in de levensbehoeften kan voorzien, maar in de toekomst diezelfde middelen en mogelijkheden niet verwacht. De objectieve data (middelen en mogelijkheden) en enquête data over belevingen (gevoel van zekerheid) kunnen van elkaar afwijken.
Verschillende dimensies van bestaanszekerheid
Uit bovenstaande blijkt dat bestaanszekerheid een complex en multidimensionaal concept is. Om dit concept gestructureerd weer te geven, kan de kapitaaltheorie van Bourdieu als basis gebruikt worden.13) Deze theorie onderscheidt drie dimensies waarin mensen middelen en mogelijkheden kunnen bezitten: economisch, sociaal en cultureel kapitaal. Het SCP voegt hier een vierde soort kapitaal aan toe, namelijk persoonskapitaal.12) Deze vier dimensies bieden een gestructureerd en diepgaand inzicht in de diverse aspecten die bijdragen aan bestaanszekerheid en worden door het SCP als volgt gedefinieerd:
Economisch kapitaal
“Economisch kapitaal heeft betrekking op hulpbronnen die materieel van aard zijn (zoals inkomen en financieel vermogen) of die in belangrijke mate bepalend zijn voor de materiële welvaartspositie (zoals de opleiding, die mensen voorbereidt en selecteert voor de arbeidsmarkt). Ook de positie op de arbeidsmarkt zelf maakt deel uit van het economisch kapitaal“.14)
De gevolgde opleiding is in belangrijke mate bepalend voor de positie op de arbeidsmarkt later. Werkloosheid is lager onder hoogopgeleiden, mensen met een hoge opleiding ervaren meer positieve emoties en leven langer in goed ervaren gezondheid.15) 16) 17) De positie op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld type werk, sector en functie, heeft invloed op de hoogte van het inkomen, wat weer de basis vormt voor het financiële vermogen van een persoon.18) 19) De vraag in hoeverre deze financiële middelen toereikend zijn om te voldoen in de primaire en secundaire levensbehoeften, gaat over bestaanszekerheid. Ook het gevoel van zekerheid over deze financiële middelen en mogelijkheden nu en in de toekomst hebben betrekking op de bestaanszekerheid. Hoe denkt een persoon over de ontwikkeling van zijn/haar werkveld? Zal de werkgelegenheid toenemen of dalen? Indien iemand verwacht dat de situatie in diens werkveld in de toekomst zal verslechteren zal dat hoogstwaarschijnlijk negatieve gevolgen hebben voor de zekerheid dat die persoon in de toekomst aan de primaire en secundaire levensbehoeften kan voldoen. Als de arbeidsmarkt in een bepaalde sector vrij ruim is, wordt het lastiger om in die sector te solliciteren. Of als iemand in een sector werkt waar mensen niet snel een vast contract krijgen, heeft die persoon in de nabije toekomst minder garantie op de benodigde middelen dan iemand in een sector waar het gebruikelijk is een vast contract te krijgen.
Sociaal kapitaal
“Sociaal kapitaal betreft de sociale netwerken waar mensen op kunnen terugvallen voor sociale of professionele steun. Sociale steun wordt gevormd door de alledaagse hulp via contacten met familie en vrienden en de kwaliteit van die relaties (bv. mantelzorg of hulp bij geldzorgen). Bij professionele steun gaat het erom in hoeverre anderen je in het leven vooruit kunnen brengen, bijvoorbeeld door te helpen bij het vinden van een (betere) baan“.20)
Sociale netwerken hebben een belangrijke functie in de vorm van een sociaal vangnet. In gevallen van nood kunnen sociale relaties ervoor zorgen dat er emotionele of materiële steun is, waardoor men zekerder kan zijn dat, ondanks tegenslag, men zal kunnen voldoen in primaire levensbehoeften. Er is dan ook een relatie tussen het sociale netwerk en (fysieke en mentale) gezondheid.21) 22) Buiten noodsituaties kan het sociaal netwerk ook helpen bij het vinden van een (nieuwe) baan of kan het sociaal netwerk bijdragen aan een gevoel van zingeving. Het hebben van een sociaal netwerk kan dus zorgen voor meer middelen en mogelijkheden voor primaire en secundaire levensbehoeften en draagt daarmee bij aan een hogere bestaanszekerheid. Daarnaast kan het hebben van een sociaal netwerk invloed hebben op het gevoel van bestaanszekerheid. Personen die bijvoorbeeld denken dat vrienden en familie zullen helpen bij emotionele of financiële tegenslagen, voelen waarschijnlijk meer bestaanszekerheid dan mensen die denken dat vrienden en familie niet zullen helpen. Mensen in een kwetsbare positie hebben vaak een beperkt sociaal netwerk om op terug te vallen. Jongeren in een jeugdzorgtraject kunnen bijvoorbeeld niet altijd terugvallen op hun ouders. Ook op de arbeidsmarkt speelt het sociale netwerk een rol, bijvoorbeeld als beide partners een tijdelijk contract hebben, waardoor hun kwetsbaarheid vergroot wordt.23) 24)
Cultureel kapitaal
‘’Cultureel kapitaal heeft meerdere uitingsvormen: taal en communicatie, maar ook smaken, voorkeuren en leefstijlen die al dan niet passend zijn bij een bepaald milieu of sociale context".25)
Een voorbeeld van cultuur is dat het in bepaalde werkkringen gebruikelijk is om in “nette” kleding naar kantoor te komen, of dat er bepaald jargon wordt gebruikt. Als iemand zich niet aan deze gedragingen aan weet te passen, zal diegene minder mogelijkheden krijgen in die werkkringen. De mate waarin het voor een persoon mogelijk is om zich aan te passen in een bepaalde sociale en culturele context, draagt bij aan de mogelijkheden om te voorzien in primaire en secundaire levensbehoeften. Deze vaardigheden versterken de opbouw van het sociaal en economisch kapitaal. Zo is taalbeheersing van belang om te kunnen communiceren. Daarmee is het een middel om de bestaanszekerheid te vergroten. Een voorbeeld hiervan is dat de arbeidsparticipatie hoger is onder migranten die de Nederlandse taal goed beheersen.26) Maar ook in het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij het communiceren rondom gezondheid met een arts of het lezen van brieven van de overheid speelt taalbeheersing een grote rol. Ook de persoonlijke leefstijl en levensstandaard van een persoon kan invloed hebben op bestaanszekerheid: iemand die meerdere keren per jaar op vakantie gaat zou bang kunnen zijn dat dat straks niet meer mogelijk is en zich daarom onzekerder kunnen voelen.
Persoonskapitaal
‘’Persoonskapitaal heeft betrekking op persoonseigen kenmerken: de fysieke en mentale gezondheid en de aanwezigheid van uiterlijke kenmerken waardoor iemand aantrekkelijk wordt gevonden".27)
Persoonskapitaal wordt in deze definitie opgedeeld in drie vormen: fysiek, mentaal en esthetisch kapitaal.28) Fysiek kapitaal verwijst naar lichamelijke gezondheid. Mentaal kapitaal verwijst naar psychologische eigenschappen, zoals intelligentie, empathie of psychische klachten. Esthetisch kapitaal tot slot verwijst naar hoe aantrekkelijk een persoon gevonden wordt. Aantrekkelijkheid kan een voordeel geven op de arbeidsmarkt of breder, voordelen en privileges geven in sociale relaties en in bredere maatschappelijke context. Er zijn verschillende mechanismen aan te wijzen die selectie van aantrekkelijke mensen waarschijnlijker maakt bij een baan. Ook de keuze van partner, vriendschappen en het sociale vangnet worden beïnvloed door aantrekkelijkheid.29)
Persoonskapitaal beïnvloedt de mate waarin een persoon sociale relaties kan onderhouden en economische kansen kan benutten. Deze vorm van kapitaal gaat met name om de mate waarin een persoon zich kan ontplooien en daarmee meer economische en sociaal kapitaal voor zichzelf kan verwerven. Een voorbeeld van persoonskapitaal is IQ; personen met een hoger IQ hebben een grotere kans op een goede baan met voldoende inkomen dan personen met een lager IQ.30) Een ander voorbeeld van persoonskapitaal is zelfbeeld. Wanneer iemand zijn baan dreigt te verliezen, dan zal een persoon met een positief zelfbeeld meer bestaanszekerheid ervaren dan een persoon met een negatief zelfbeeld. Ook de fysieke en mentale gezondheid van een persoon zijn voorbeelden van persoonskenmerken die van invloed zijn op bestaanszekerheid.
6) https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/monitor-brede-welvaart-en-de-sustainable-development-goals.
7) https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/via0icz1n5zl/artikel_20_bestaanszekerheid_welvaart.
8) Zie: https://digitaal.scp.nl/armoedeinkaart2019/waar-ligt-de-armoedegrens/.
9) https://www.scp.nl/binaries/scp/documenten/publicaties/2023/06/30/op-weg-naar-een-nieuwe-armoedegrens/Op+weg+naar+een+nieuwe+armoedegrens++CBS+Nibud+SCP.pdf.
10) https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/rapportages/2021/welzijn-en-stress-bij-jongeren-in-coronatijd/4-risico-en-beschermende-factoren.
11) https://www.socialevraagstukken.nl/handreikingen-voor-beleid-drie-actielijnen-voor-meer-bestaanszekerheid/.
12) https://www.cbs.nl/-/media/_pdf/2019/10/2019st09-inkomen-van-werkenden_web.pdf.
13) https://home.iitk.ac.in/~amman/soc748/bourdieu_forms_of_capital.pdf.
14) https://www.scp.nl/binaries/scp/documenten/publicaties/2021/10/07/verschil-in-nederland-2014-2020/Achtergronddocument+Verschil+in+Nederland+2014-2020.pdf.
15) https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-Publicatie-de-relatie-tussen-de-arbeidsmarkt-en-studie-inschrijvingen.pdf.
16) https://cris.maastrichtuniversity.nl/ws/portalfiles/portal/48077908/ROA_R_2019_7_ANOB2024.pdf.
17) https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/50/hogeropgeleiden-leven-langer-in-goede-gezondheid.
18) https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/dashboard-arbeidsmarkt/ontwikkeling-cao-lonen/jaarloon-werknemers-per-bedrijfstak#:~:text=In%20de%20horeca%20was%20het,was%205%2C8%20duizend%20euro.
19) https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/20/aantal-flexibele-contracten-met-zekerheid-in-eerste-kwartaal-toegenomen.
20) https://www.scp.nl/binaries/scp/documenten/publicaties/2021/10/07/verschil-in-nederland-2014-2020/Achtergronddocument+Verschil+in+Nederland+2014-2020.pdf.
21) https://www.eentegeneenzaamheid.nl/wp-content/uploads/2021/10/Inzicht-in-eenzaamheid-gesprekken-met-de-Wac-online.pdf.
22) https://www.movisie.nl/sites/default/files/publication-attachment/Wat-werkt-dossier-Sociaal-en-gezond%20%5BMOV-11388262-1.2%5D.pdf.
23) https://www.movisie.nl/artikel/structurele-dimensie-bestaanszekerheid.
24) https://www.wrr.nl/publicaties/verkenningen/2017/02/07/voor-de-zekerheid.
25) https://www.scp.nl/binaries/scp/documenten/publicaties/2021/10/07/verschil-in-nederland-2014-2020/Achtergronddocument+Verschil+in+Nederland+2014-2020.pdf.
26) https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2023/44/arbeidsparticipatie-hoger-bij-goede-beheersing-nederlands.
27) https://www.scp.nl/binaries/scp/documenten/publicaties/2021/10/07/verschil-in-nederland-2014-2020/Achtergronddocument+Verschil+in+Nederland+2014-2020.pdf.
28) https://www.scp.nl/binaries/scp/documenten/publicaties/2014/12/12/verschil-in-nederland-2014/Verschil+in+Nederland.pdf.
29) https://www.scp.nl/binaries/scp/documenten/publicaties/2021/10/07/verschil-in-nederland-2014-2020/Achtergronddocument+Verschil+in+Nederland+2014-2020.pdf.
30) https://repub.eur.nl/pub/22131/IQ_ROB_Byington_Felps_2010.pdf.