Haalbaarheidsstudie toeslagenaffaire-onderzoek

Bijlage 6. Operationalisering uitkomstmaten

Domein: Financiën en werk

1. Huishoudinkomen  
Procentuele verandering tussen het inkomen in het jaar voorafgaand aan dupering/selectie en het gemiddelde inkomen de drie jaar na dupering/selectie72) van het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen van het huishouden. Het besteedbaar inkomen van een huishouden bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e), premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden, premies ziektekostenverzekeringen, en belastingen op inkomen en vermogen. Om een zinvolle vergelijking te maken tussen verschillende soorten huishoudens wordt gekeken naar het gestandaardiseerde huishoudinkomen. Dit betekent dat inkomens van huishoudens van verschillende grootte en samenstelling vergelijkbaar gemaakt worden. Hiervoor worden equivalentiefactoren gebruikt die rekening houden met het aantal volwassenen en kinderen (naar leeftijd) in een huishouden. De procentuele verandering van dit inkomen is vervolgens ingedeeld in drie categorieën:

  • Vooruitgang (10 procent of meer)
  • Achteruitgang (10 procent minder of nog minder)
  • Stabiel (tussen -10 en +10 procent)

Voor de groep met een inkomen van 0 in het jaar voorafgaand aan dupering/selectie is het niet mogelijk om de procentuele verandering van het inkomen te berekenen. Voor deze groep is het inkomen in het jaar voorafgaand aan dupering/selectie omgezet naar een inkomen van 0,001 om de berekening van de procentuele verandering van het inkomen mogelijk te maken73). Derhalve komt deze groep bij elke verandering van het inkomen altijd in de 10% stijging of 10% daling categorie terecht. Dit geldt ook voor de hele lage inkomens. 

Een andere kanttekening is dat het inkomen gemeten wordt op huishoudniveau. Hierdoor kan het inkomen veranderen door veranderingen in de huishoudsamenstellingen die ontstaan na dupering/selectie. Een aanvrager kan bijvoorbeeld alleenstaand zijn in het jaar vóór dupering/selectie, maar na dupering/selectie een partner krijgen waardoor het inkomen automatisch zal stijgen. Om dit effect zo klein mogelijk te houden is gekeken naar het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden.

2. Werkuren
Procentuele verandering tussen het totaal aantal reguliere werkuren van alle banen die voorkomen in de Polis74) in het jaar voorafgaand aan dupering/selectie van de aanvrager (en in het geval van een stabiele partner: diens partner) en het gemiddelde aantal reguliere werkuren over de drie jaar na dupering/selectie. Reguliere uren zijn verloonde uren minus overwerkuren en minus verlofuren. Deze procentuele verandering is ingedeeld in drie categorieën:

  • Vooruitgang (10 procent of meer)
  • Achteruitgang (10 procent minder of nog minder)
  • Stabiel (tussen -10 en +10 procent)

Gevallen die niet voorkomen in het Polis hebben geen baan die in de Polis is opgenomen. Deze gevallen zijn gecodeerd als 0 werkuren, aangezien deze volgens de Polis geen baan hebben. 

3. Vermogen van het huishouden
Procentuele verandering tussen het vermogen in het jaar voorafgaand aan dupering/selectie en het gemiddelde vermogen over de drie jaar na dupering/selectie voor de waarde van het totale vermogen van een huishouden. Het vermogen is gelijk aan het verschil tussen de bezittingen en de schulden. Bezittingen zijn gelijk aan de waarde aan bank- en spaartegoeden, effecten, obligaties, aandelen, de eigen woning, ondernemingsvermogen en de overige bezittingen van een huishouden. Schulden zijn gelijk aan de hypotheekschuld van de eigen woning, studieschulden en overige schulden zoals voor consumptieve doeleinden, de financieringen van aandelen, obligaties of rechten op periodieke uitkeringen, schulden voor de financiering van de tweede woning of ander onroerend goed. Dit is vervolgens ingedeeld in drie categorieën:

  • Vooruitgang (10 procent of meer)
  • Achteruitgang (10 procent minder of nog minder)
  • Stabiel (tussen -10 en +10 procent)

4. Wanbetaler zorgverzekering
Is de aanvrager en (indien aanwezig) diens stabiele partner op enig moment in de periode drie jaar na dupering/selectie een wanbetaler (ja/nee)?75). Wanbetalers van de zorgverzekeringswet zijn personen die minimaal 6 maanden geen premie voor hun basisverzekering betaald hebben, op peildatum in de Basisregistratie personen (BRP) staan ingeschreven, aangemeld zijn bij het CAK, in het bestuursrechtelijke premieregime zitten en 18 jaar of ouder zijn. Per 1 september 2009 is de Wet structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering in werking getreden. In het kader van deze wet worden wanbetalers opgespoord. Hiervoor doen zorgverzekeraars opgave aan het CAK (tot 2016 was dit aan het Zorginstituut Nederland) van hun verzekerden met een premieachterstand van ten minste zes maanden. Het CAK int vervolgens een bestuursrechtelijke premie (dat wil zeggen een verhoogde premie) door middel van inhouding op loon of uitkering (bronheffing). Als bronheffing niet (geheel) mogelijk is, wordt de premie met behulp van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) geïncasseerd. 

5. Verandering van woonsituatie
Verandering van woonsituatie van het jaar voor dupering/selectie en drie jaar na dupering/selectie. Hierbij zijn de volgende categorieën onderscheiden: 

  • Van koopwoning naar koopwoning
  • Van koopwoning naar huurwoning
  • Van huurwoning naar koopwoning
  • Van huurwoning naar huurwoning 
  • Onbekend. Tot deze categorie behoren ook de institutionele huishoudens. Indien één of beide peilmomenten de woonsituatie onbekend of institutioneel huishouden is dan is deze categorie van toepassing. 

Deze uitkomstmaat wordt gecreëerd door de woonsituatie op twee peilmomenten (het derde jaar na dupering/selectie t.o.v. het jaar voor dupering/selectie) met elkaar te vergelijken. Er wordt dus niet gekeken naar tussenliggende jaren, dit heeft te maken met de timing van het verwachte mechanisme. Indien iemand een koopwoning heeft in het jaar voor dupering/selectie, een huurwoning heeft in de twee jaar daarna, maar weer een koopwoning in het derde jaar na dupering/selectie dan is deze persoon in de categorie van een koopwoning naar een koopwoning ingedeeld. 

6. Baanbeëindiging 
Heeft de aanvrager en (indien aanwezig) diens stabiele partner met een baan in het jaar voor dupering/selectie, een baan verloren in de drie jaar na dupering/selectie, waarbij diegene niet met pensioen is gegaan (ja/nee)? Enkel personen die in het jaar voor dupering/selectie een baan hebben, kunnen hun baan verliezen voor deze uitkomstmaat. Iemand heeft een baan in een betreffend jaar als deze op het peilmoment (1 december) in dat jaar, volgens de SECM76) geclassificeerd is als werknemer, directeur-grootaandeelhouder, zelfstandig ondernemer, overige zelfstandige of meewerkend gezinslid77)

Domein: Emotionele- en gedragsproblemen en zorg:

7. In de ziektewet raken:
Is de aanvrager en (indien aanwezig) diens stabiele partner met een baan en zonder ziektewet in het jaar voor dupering/selectie, in de ziektewet geraakt in de drie jaar na dupering/selectie (ja/nee)? De ziektewet biedt zieke werknemers een uitkering als zij geen werkgever meer hebben die hun loon moet doorbetalen. Ziek is iemand die door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat is om zijn arbeid te verrichten. Enkel personen die een baan hadden en niet in de ziektewet zaten in het jaar voor dupering/selectie kunnen in de ziektewet terechtkomen voor deze uitkomstmaat. Om te bepalen of iemand een baan heeft is dezelfde classificatie gebruikt als beschreven onder baanbeëindiging. Om te bepalen of iemand in de ziektewet zit is ook de SECM78) classificatie op het peilmoment (1-december) gebruikt.

8. Medicijngebruik
Psychofarmaca: Om meer zicht te krijgen op het geestelijk welbevinden van personen (en de aanwezigheid van eventuele problemen op dit gebied in het huishouden) wordt gekeken naar gebruik van psychofarmaca. Psychofarmaca zijn medicijnen die ingezet worden bij de behandeling van psychiatrische aandoeningen en psychologische problemen. Meer specifiek wordt gekeken heeft de aanvrager en (indien aanwezig) diens stabiele partner de volgende medicijnen gebruikt (of in ieder geval voorgeschreven en vergoed hebben gekregen): Antipsychotica, anxiolytica, hypnotica en sedativa, antidepressiva en psychostimulantia (middelen voor adhd en nootropica). Er wordt gekeken of deze medicijnen in de 3 jaar na dupering/selectie zijn verstrekt aan de aanvrager en (indien aanwezig) diens stabiele partner. Medicatie bij verslavingen: hierbij wordt gekeken of personen al dan niet gebruik maken van medicijnen die samenhangen met verslavingen (middelen bij alcoholverslaving en opioïdenverslaving). Ook hier wordt gekeken of de aanvrager en (indien aanwezig) diens stabiele partner deze medicijnen verstrekt hebben gekregen in de drie jaar nar dupering/selectie (ja of nee).

9. Gemaakte GGZ-kosten
Zijn voor de aanvrager en (indien aanwezig) diens stabiele partner kosten gedeclareerd binnen de basisverzekering voor basis en/of specialistische GGZ in de drie jaar na dupering/selectie (ja/nee)? Krijgt de verzekerde een voorschrift mee voor bijvoorbeeld een geneesmiddel, dan valt deze zorg buiten de GGZ maar onder de farmaceutische zorg.

Domein: Justitie en veiligheid:

10. Geregistreerd als verdachte van een misdrijf
Stond de aanvrager en (indien aanwezig) diens stabiele partner geregistreerd als verdachte(n) ergens in de drie jaar na dupering/selectie (ja/nee)? Het betreft personen die geregistreerd zijn in het registratiesysteem Basis Voorziening Handhaving van de politie. Een persoon wordt door de politie geregistreerd als verdachte als een redelijk vermoeden van schuld aan een misdrijf bestaat. Bij deze uitkomstmaat wordt zowel gekeken naar verdachte in het algemeen als een uitsplitsing gemaakt naar type delict. De volgende type delicten worden daarbij onderscheiden:

  1. Vermogensmisdrijven
  2. Vernieling en openbare orde
  3. Gewelds- en seksuele misdrijven
  4. Verkeersmisdrijven
  5. Overig (= Misdrijven Wetboek van Strafrecht; Drugsmisdrijven; (Vuur)wapenmisdrijven; Misdrijven overige wetten)
72) Het gemiddelde over de drie jaar na dupering/selectie is berekend voor alle jaren met een bekende waarde. Als bijvoorbeeld het inkomen na dupering voor één jaar onbekend was, dan is het gemiddelde berekend over de twee jaren waarin het inkomen wel bekend was. Dit is ook toegepast bij de uitkomstmaat voor de reguliere werkuren en de schulden/vermogen van het huishouden, die een soortgelijke operationalisering kennen.
73) Dit is ook toegepast bij de uitkomstmaat reguliere werkuren en het vermogen van het huishouden, die een soortgelijke operationalisering kennen.
74) De Polisadministratie bevat gegevens over banen en is gebaseerd op data uit de loonaangiften van de Belastingdienst. De loonaangiften bevatten gegevens over inkomstenverhoudingen (uit de loonadministratie) van werkgevers en andere inhoudingsplichtigen. Het doel van de Polisadministratie is inzicht te krijgen in arbeidscontracten en loon van werknemers.
75) Wanbetalerinformatie is beschikbaar vanaf 2010. Voor het dupering/selectiejaar 2008 is de wanbetaler uitkomstmaat dus enkel gebaseerd op de jaren 2010 en 2011 (twee jaar na dupering/selectie en drie jaar na dupering/selectie, respectievelijk). Voor de andere dupering/selectiejaren kan er wel naar alle drie jaren na dupering/selectie gekeken worden.
76) SECM is de sociaaleconomische categorie van personen in een bepaalde maand. Van de afzonderlijke inkomensbronnen, die aan de afbakening van SECM ten grondslag liggen, wordt aangegeven of een persoon deze in de betreffende periode heeft. Ook wordt in de component aangegeven of een persoon als scholier/student in de betreffende maand stond ingeschreven.
77) Het peilmoment is een vast moment per jaar. Het is mogelijk dat iemand van januari tot en met november geen baan heeft, maar op 1 december wel een baan heeft, deze persoon wordt dan geclassificeerd als iemand die een baan heeft. 
78) SECM is de sociaaleconomische categorie van personen in een bepaalde maand. Van de afzonderlijke inkomensbronnen, die aan de afbakening van SECM ten grondslag liggen, wordt aangegeven of een persoon deze in de betreffende periode heeft. Ook wordt in de component aangegeven of een persoon als scholier/student in de betreffende maand stond ingeschreven.