Auteur: Judit Arends met advies en redactie van Moniek Coumans
Vrijwilligerswerk 2022

Technische toelichting

Data

Voor dit rapport is gebruik gemaakt van gegevens uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn (S&W) 2012/2022. In dit onderzoek is onder meer gevraagd naar de sociale en maatschappelijke participatie van mensen van 15 jaar of ouder, waaronder het verrichten van vrijwilligerswerk. In totaal zijn in 2012/2022 gegevens beschikbaar van 83.667 personen (2012: 7.949, 2013: 7.384, 2014: 7.627, 2015: 7.614, 2016: 7.467, 2017: 7.654, 2018: 7.853, 2019: 7652, 2020: 7.836, 2021: 6.690 en 2022: 7.941).

Vrijwilligerswerk 2022

Er is aan respondenten gevraagd of zij in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête vrijwilligerswerk hebben gedaan voor bepaalde organisaties of verenigingen. Daarbij werden 13 soorten organisaties of verenigingen onderscheiden.
De vraag luidde als volgt: “De volgende vragen gaan over vrijwilligerswerk doen voor organisaties of verenigingen. Het kan daarbij gaan om bestuurlijk werk, collecteren of andere activiteiten.
Kunt u bij de volgende organisaties en verenigingen steeds aangeven of u daarvoor in de afgelopen 12 maanden, dus sinds << datum tonen>>, als vrijwilliger bepaald soort werk heeft gedaan?
Heeft u vrijwilligerswerk gedaan voor (1) … (13) in de afgelopen 12 maanden?

  1. jeugd- of buurthuiswerk, zoals scouting,
  2. een school, zoals oudercommissie, bestuur, leesouder of hulp op school,
  3. verzorging of gezondheidszorg, zoals ouderenzorg, kinderopvang of hulp in ziekenhuis of hospice,
  4. een sportvereniging, zoals trainer, kantinedienst, zaalbeheer of bestuur,
  5. kunst of cultuur, zoals een muziek- of toneelvereniging, bibliotheek of museum,
  6. een hobby- of gezelligheidsvereniging,
  7. een religieuze of levensbeschouwelijke groepering, zoals activiteiten voor een kerk of moskee,
  8. een politieke partij of actiegroep of voor een vakbond,
  9. sociale hulpverlening, voedselbank, rechtshulp of slachtofferhulp,
  10. de wijk of de buurt,
  11. milieu, natuurbehoud of dierenbescherming,
  12. vluchtelingenwerk, mensenrechten of ontwikkelingssamenwerking,
  13. een andere vereniging of organisatie?”

Daarnaast is voor elke organisatie waarvoor vrijwilligerswerk werd gedaan een aantal vervolgvragen gesteld over de frequentie (“Hoe vaak heeft u dit vrijwilligerswerk gedaan in de afgelopen 12 maanden?”), de hoeveelheid tijd dat aan vrijwilligerswerk besteed wordt (“Om hoeveel uur vrijwilligerswerk ging het dan?”). Ook is gevraagd  of mensen de afgelopen 4 weken vrijwilligerswerk hebben gedaan voor een organisatie (“Heeft u dit vrijwilligerswerk gedaan in de afgelopen vier weken?”), hoe lang mensen dit vrijwilligerswerk doen (“Hoe lang doet of deed u dit vrijwilligerswerk?”) en over de toekomst (“Bent u van plan dit vrijwilligerswerk over een jaar nog te doen?”).

Aanvullende vrijwilligersvragen

Motieven. Aan respondenten die hebben aangegeven in de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk hebben gedaan, is de vraag gesteld: ‘’Om welke reden(en) bent u vrijwilligerswerk gaan doen?’’. Hierbij zijn acht antwoorden voorgelegd: 1) Omdat u het fijn vond om iets voor een ander te doen, 2) Omdat u het zelf leuk vond om te doen, 3) Omdat u het een zinvolle tijdbesteding vond, 4) Omdat u het uw plicht vond, 5) Vanwege de sociale contacten, 6) Om nieuwe dingen te leren, 7) Om de kans op een baan te vergroten en 8) Andere reden. Respondenten konden meerdere antwoorden kiezen.

Corona. De vraag was: “Deed u al vrijwilligerswerk voor of tijdens de coronapandemie?”. Vrijwilligers die hebben aangegeven dat zij dat wel deden, kregen de vraag voorgelegd: “Heeft corona invloed gehad op het doen van uw vrijwilligerswerk?”. De negen antwoord categorieën waren: 1) Ja, ik heb meer vrijwilligerswerk gedaan, 2) Ja, ik heb minder vrijwilligerswerk gedaan, 3) Ja, ik heb geen vrijwilligerswerk kunnen doen, 4) Ja, ik ben op andere of flexibele tijden vrijwilligerswerk gaan doen, 5) Ja, ik ben meer online activiteiten voor mijn vrijwilligerswerk gaan doen, 6) Ja, ik ben ergens anders vrijwilligerswerk gaan doen, 7) Ja, ik ben helemaal gestopt met vrijwilligerswerk doen, 8) Ja, maatregelen, bijv. afstand houden, mondkapje dragen of coronatest doen en 9) Nee. Respondenten konden meerdere antwoorden kiezen.

Online activiteiten. De volgende vraag was gesteld: “Doet u weleens een van de volgende online activiteiten voor uw vrijwilligerswerk?“. Hierbij zijn acht antwoorden voorgelegd: 1) Vergaderen, 2) Hulp op afstand, 3) Contacten onderhouden (bijv. via een appgroep), 4) Workshops, 5) Trainingen, 6) Evenementen, 7) Nieuwsbrieven maken of sturen en 8) Anders. Respondenten konden meerdere antwoorden kiezen.

Bestuur. De volgende vraag is gesteld aan mensen die vrijwilligerswerk hebben gedaan in de afgelopen 12 maanden: “Als u wordt gevraagd om in het bestuur van een vrijwilligersorganisatie te gaan, zou u dat dan doen?” Respondenten konden meerdere antwoorden kiezen: 1) Ja, 2) Nee, ik heb al een bestuursfunctie, 3) Nee, ik heb er geen tijd voor, 4) Nee, ik denk dat ik hiervoor te weinig ervaring of kennis heb, 5) Nee, ik wil niet zo veel verantwoordelijkheid, 6) Nee, vanwege wettelijke aansprakelijkheid en 7) Nee, geen interesse.

Persoonskenmerken en andere kenmerken

Informatie over herkomst, het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen (ingedeeld in kwartielgroepen) en stedelijkheid van de woongemeente is afkomstig uit registers en is aan de enquêtegegevens gekoppeld. Respondenten is gevraagd naar hun geslacht, leeftijd en hoogst voltooide onderwijsniveau. Het hoogst voltooide onderwijsniveau bestaat uit de categorieën ‘basisonderwijs’, ’vmbo, avo onderbouw, mbo1’, ‘mbo2, 3, 4, havo, vwo’, ‘hbo, wo bachelor’ en ‘wo, master, doctor’. Religiositeit is vastgesteld aan de hand van denominatie. Gevraagd is of men zich wel of niet tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering rekent. Betaald werk is vastgesteld met de vraag: “Heeft u op dit moment betaald werk? Ook 1 uur per week of een kortere periode telt al mee, evenals freelance werk”.